Operation Manual

3012-1444
3012-1249
3023-020
3012-021
Dutch - 59
MENUFUNCTIES
Uitgebreid
Onder het kopje Uitgebreid vindt u nog meer instellingen
die bepalen hoe de robotmaaier zich gedraagt. De
instellingen in dit menu zijn enkel nodig als aanvullende
besturing van de maaier absoluut noodzakelijk is, bv.
bij zeer complexe tuinen. De fabrieksinstellingen zijn
zo geselecteerd dat ze zouden moeten werken voor de
meeste werkgebieden.
Doorrijbreedte
De doorrijbreedte bepaalt hoe ver de robotmaaier
verwijderd mag blijven van de begeleidingsdraad/
begrenzingsdraad wanneer hij deze van en naar het
laadstation volgt. Het gebied naast de draad dat de
robotmaaier dan gebruikt, wordt de corridor genoemd.
Door op diverse afstanden vanaf de draad te werken,
wordt de kans op spoorvorming verkleind. Om de kans
op spoorvorming te beperken, wordt aangeraden om de
grootste doorrijbreedte (breedste corridor) te kiezen die
mogelijk is op basis van de grootte van het werkgebied.
De robotmaaier stelt zelf de corridor af afhankelijk van de
vorm van het maaigebied wanneer hij de geleidingsdraad
volgt. Dankzij het ingebouwde automatische mechanisme
kan de robotmaaier de afstand vanaf de geleidingsdraad
variërenopbasisvanwaarinhetwerkgebieddezezich
bevindt. De doorrijbreedte wordt bijvoorbeeld automatisch
verkleind in smalle doorgangen.
De fabrieksinstellingen zijn geschikt voor veel
werkgebieden, d.w.z. dat de robotmaaier zelf de
ingebouwde functies kan gebruiken om de grootst
mogelijke doorrijbreedte aan te houden. In complexere
tuinen, bijv. waar de begeleidingsdraad dicht bij obstakels
is gelegd omdat deze obstakels niet met behulp van
de begrenzingslus konden worden geïsoleerd, kan de
bedrijfszekerheid worden verbeterd door een aantal van
de hieronder vermelde handmatige instellingen door te
voeren.
Doorrijbreedte > Begrenzing
De doorrijbreedte is in te voeren in intervallen van 1-9.
Heteerstecijfervanhetintervalspeciceertdekleinste
afstand tot aan de begrenzingslus en het tweede cijfer
speciceertdegrootsteafstand.
De afstand die de robotmaaier van de begrenzingslus
verwijderd blijft, varieert op basis van de indeling van
het werkgebied. Gebruik de functie Test in Installatie>
Tuindekking>Overzicht om de verschillende waarden te
testen.
Gebruik de cijfertoetsen om het gewenste interval op te
geven.
De fabrieksinstelling is 3-6.
1157866-36,420,430X,450X,NL_160315.indd 59 2016-03-15 08:30:35