Operation Manual

34 - Nederlands
3. INSTALLATIE
Hoe langer de begeleidingslus wordt, hoe dichter
de maaier de begeleidingskabel volgt. Als de
begeleidingslus groter dan 300 meter wordt, kan
de maaier het moeilijk hebben om de kabel te
volgen. Dit wisselt, afhankelijk van hoe de tuin en
de installatie eruit zien.
2. Til de kap van het laadstation.
3. Wanneer u begeleidingskabel 1 wilt installeren:
Schuif het einde van de begeleidingskabel 1 in
het onderste rechtergat op het laadstation en
vang het op in het bovenste gat.
Bevestig een contact op de begeleidingskabel.
Sluit begeleidingskabel 1 aan op de contactpen
op het laadstation, die met guide 1 is gemerkt.
Wanneer u begeleidingskabel 2 wilt installeren:
Schuif het einde van de begeleidingskabel 2 in
het onderste linkergat op het laadstation en
vang het op in het bovenste gat.
Bevestig een contact op de begeleidingskabel.
Sluit begeleidingskabel 2 aan op de contactpen
op het laadstation, die met guide 2 is gemerkt.
4. Leg de kabel recht onder de plaat van het
laadstation.
5. Leg de begeleidingskabel ten minste 2 meter
recht vanuit de voorkant van de laadplaat.
Maximaal
Afstand
Ten minste
30 cm
Ten minste
2 m
1157067_36_SolarHybrid_2013_NL.book Page 34 Thursday, November 20, 2014 4:01 PM