Operation Manual

3:2
3 Het ultieme interactieve scherm
HET ULTIEME INTERACTIEVE
SCHERM
Dit gedeelte van de gebruiksaanwijzing helpt u bij het navigeren over
het ultieme interactieve scherm. We beginnen bovenaan het scherm en
gaan dan naar beneden.
HET SCHERM GEBRUIKEN
+HWVFKHUPLVHUJHHQYRXGLJWHJHEUXLNHQ²UDDNKHWDDQ
met uw stylus om uw keuzen te maken.
WERKBALK
Op deze werkbalk vindt u de pictogrammen voor de
YROJHQGHIXQFWLHV0HQX%RUGXXUPRWLHYHQ0HQX6WHNHQ
0HQX/HWWHUW\SHV0HQX'LDPRQGGH4XLFN+HOSHQ
afwisselen tussen Naai-/Borduurmodus.
Pictogram naai-/borduurmodus
6FKDNHOWXVVHQGHQDDLPRGXVHQGHERUGXXUPRGXVGRRURS
het pictogram naai-/borduurmodus te drukken.
Naaimodus
,QGHQDDLPRGXVNXQWXVWHNHQVHOHFWHUHQDDQSDVVHQ
en naaien. De geselecteerde steek wordt in ware grootte
weergegeven in het stekengebied. De aanbevelingen
en machine-instellingen zijn bovenaan te zien. U kunt
ook naar de programmeermodus gaan om uw eigen
stekenprogramma’s te maken. In het hoofdstuk
3URJUDPPHUHQNXQWXPHHUOH]HQRYHUKHWSURJUDPPHUHQ
van steken.
Borduurmodus
:DQQHHUXGHERUGXXUPRGXVRSHQWLV%RUGXXUPRWLHI 
EHZHUNHQDFWLHI+LHUNXQWXYHUDQGHUHQKRHXZPRWLHI 
HUXLW]LHW8NXQWGHNOHXUHQDIPHWLQJYRUPSRVLWLHHQ
rotatie van uw motieven veranderen. U kunt ook motieven
FRPELQHUHQRSVODDQHQYHUZLMGHUHQ8NXQWXZPRWLHYHQ
bewerken met of zonder de borduureenheid aangesloten.
In de borduurmodus vindt u diverse functies op de
XLWNODSZHUNEDON2PGHIXQFWLHVWHYHUEHUJHQGUXNWXRS
het pictogram van de uitklapwerkbalk rechts onderaan. De
uitklapwerkbalk is standaard uitgeklapt.
Om uw motief te borduren gaat u van Borduurmotief
bewerken naar Borduren door op het pictogram GO! te
drukken in de rechter onderhoek van het Ultieme inter-
actieve scherm. De borduureenheid moet zijn bevestigd.
In Borduren kunt u functies zien die handig zijn tijdens het
borduren.
Menu Diamond
Quick
Help
Naai-/
borduurmodus
Lettertypemenu
Stekenmenu
Motievenmenu
File Manager
Uitklapwerkbalk
inklappen/uitklappen