Operation Manual

4:44:4
Naaien
Naaitechnieken
1 NAAD: naait twee stukken stof aan elkaar.
2 AFWERKEN: werkt de randen van de stof af om rafelen
te voorkomen en zorgt ervoor dat de stof plat blijft.
3 NAAIEN/AFWERKEN: het naaien en afwerken van de
naden vindt in één keer plaats.
4 RIJGEN: het tijdelijk naaien voor het in elkaar zetten van
kledingstukken, het maken van plooien en doorslaan.
5 BLINDZOOM: zorgt voor een onzichtbare zoom in
kledingstukken. Niet geschikt voor dunne stoffen of voor
leer/vinyl. Uw machine selecteert de beste steek voor de
stof die u selecteert.
6 ZOOM: selecteert de beste zichtbare of doorgestikte
zoom voor het stoftype dat u hebt gekozen.
7 KNOOPSGAT: de Exclusive SEWING ADVISOR™
functie selecteert het beste knoopsgat voor uw stof.
8 TOETS: voor het aannaaien van knopen.
Let op: Als u een ongeschikte combinatie hebt geselecteerd
(bijvoorbeeld geweven, dun – blindzomen) geeft de machine een piep
en blijven de naaitechnieken ongeselecteerd. De steek kan wel worden
genaaid, maar wordt niet aanbevolen door uw machine.
Extended SEWING ADVISOR™
De Extended SEWING ADVISOR™ functie geeft
tekst bij ieder pictogram. U opent de tekst door op het
Extended SEWING ADVISOR™ pictogram te drukken.
Selecteer de gewenste stof en naaitechniek door op de
betreffende toetsen te drukken. De door de Exclusive
SEWING ADVISOR™ functie geselecteerde steek en
instellingen staan links, en u kunt de breedte, lengte en
steek spiegelen instellen met de toetsen. Druk op OK om
terug te keren naar het stekenoverzicht.