Gebruikershandleiding KEEPING THE WORLD SEWING™
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28. Elektrische aansluiting Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.
INHOUDSOPGAVE 1 Uw machine leren kennen MACHINEOVERZICHT 1:5 1:6 Achterkant ........................................................................1:6 Naaldgebied .....................................................................1:6 Accessoiredoos ................................................................1:7 Onderdelen van de borduureenheid.............................1:7 ACCESSOIRES 1:7 Bijgeleverde accessoires..................................................1:7 Bijgeleverde borduurringen .
5 Programmeren BELANGRIJKE INFORMATIE PROGRAMMEERMODUS PROGRAMMEREN – PICTOGRAMMENOVERZICHT PROGRAMMEREN IN DE NAAIMODUS PROGRAMMEREN IN BORDUURMOTIEF BEWERKEN UW STEEK- OF LETTERPROGRAMMA BEWERKEN 5:1 5:2 5:2 5:3 5:3 5:3 DUPLICEREN MOTIEVEN SELECTEREN 7:9 7:10 Geavanceerde selectie ..................................................7:10 BORDUURLETTERTYPEN PROGRAMMEREN 7:11 POP-UPBERICHTEN - BORDUURMOTIEF BEWERKEN 7:12 Voorbeeld .........................................................................
1 UW MACHINE LEREN KENNEN
MACHINEOVERZICHT 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
ACCESSOIREDOOS In de accessoiredoos zitten speciale vakjes voor naaivoeten en spoeltjes, en er is ook ruimte voor naalden en andere accessoires. Berg de accessoires op in de doos zodat u ze altijd binnen handbereik heeft. 35. Ruimte voor accessoires 36. Uitneembare naaivoet- en spoelhouder 35 ONDERDELEN VAN DE BORDUUREENHEID 36 (type BE 18) 37. 38. 39. 42. 41.
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES – niet op de afbeelding • • • • • • • • • • • • 5D™ Embroidery Machine Communication-cd Draagkoffer (is bij levering op de machine bevestigd. Schaar Voetpedaal Netsnoer USB PC-kabel Naalden Borduurgaren Lapjes stof en versteviging DESIGNER RUBY™ Sampler book Gebruikershandleiding Garantiekaart NAAIVOETEN 7 Naaivoet A Is bij levering op de machine bevestigd. Deze voet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en zigzagsteken met een steeklengte van meer dan 1,0.
Kantsteekvoet J Deze voet wordt gebruikt voor afwerken en naaien/afwerken, met steken met een breedte van 5,0 en 5,5 mm. De steken worden over het pennetje gevormd, waardoor wordt voorkomen dat er plooien aan de rand van de stof ontstaan. Quilters 1/4ȩ patchworkvoet P Deze voet wordt gebruikt voor het maken van patchworkblokken. De voet heeft afstandsgeleidemarkeringen van 1/4ȩ (6 mm) en 1/8ȩ (3 mm) vanaf de naald.
STEKEN A – Nuttige steken Steken voor het naaien en stoppen van kleding. Steek 1:10 Steeknaam/Toepassing Naaivoet A1, A2, A3 – Rechte steek, naald in linker, midden- en rechterpositie Voor alle soorten naaiwerk. Druk op steekbreedte en de afbeelding voor horizontaal spiegelen om 29 verschillende naaldposities te selecteren. A A4, A5, A6 – Elastische steek, naald in linker, midden- en rechterpositie Voor naden in tricot en elastische stoffen.
Steek Steeknaam/Toepassing Naaivoet A25 – Blindzoomsteek voor geweven stoffen Blinde zomen in normale en dikke geweven stoffen. D A26 – Schulprandsteek Voor randen, over de rand naaien op dunne elastische stoffen, geweven stoffen op biaisband naaien. A A27 – Elastische steek of smoksteek Naai over twee rijen elastische draad voor elastisch rimpelen. B A28 – Fagotsteek Om twee stukken stof met afgewerkte randen aan elkaar te naaien en voor elastisch rimpelen.
B - Knoopsgatsteken Verschillende stijlen knoopsgaten, oogjes en knopen aanzetten. Steek Steeknaam/Toepassing B1 – Knoopsgat met trens Voor de meeste stoffen. Sensorknoopsg. voet /C B2 – Afgerond knoopsgat Voor blouses en kinderkleding. Sensorknoopsg. voet /C B3 – Normaal versterkt knoopsgat Voor normale stoffen. C B4 – Knoopsgaten met nostalgische uitstraling Voor een handgemaakt effect op dunne en Àjne stoffen. Tip: Maak voor knoopsgaten in jeans de lengte en breedte van het knoopsgat groter.
C – Pictogramsteken D – Nostalgische steken Pictogram-cordonelementen om originele cordonsteekmotieven te programmeren. Voor blindzomen, smockwerk en het aannaaien van kant en inzetstukken. E – Quiltsteken F – Applicatiesteken Steken voor alle soorten quilttechnieken. Voor het naaien van applicaties met verschillende effecten.
G – Kindersteken H – Schulpsteken Steken die geschikt zijn om op kinderkleding en -projecten te naaien. Maak schulpranden en werk randen af met prachtige schulpsteken. J – Vintage-steken Een selectie van quiltsteken voor crazy patch-quilten en decoratief naaiwerk.
K – Omnimotionsteken L – Decoratieve steken Programmeer deze steken in een ongelimiteerd aantal combinaties. De steken worden gevormd met zijwaartse beweging. De steekbreedte kan tot 40 mm of meer zijn. Voor decoratief naaien. M – Siersteken N – Moderne steken Voor decoratieve steken om handwerk mee te versieren. Moderne steken voor het versieren van kleding en accessoires.
S – 4-richtingssteken T – 8-richtingssteken Voor richtingsnaaien en patchwork met Naait een rechte steek en versterkte de vrije arm. rechte steek in acht verschillende richtingen zonder de stof te draaien. 1:16 U – Mijn steken X – Speciale steken Sla u eigen persoonlijk aangepaste en favoriete steken en steekprogramma’s op. Naai speciale technieken, zoals bolletjessteek en randen. Er kunnen extra accessoires nodig zijn. Gebruik de Quick Help voor meer gedetailleerde informatie.
Z – Decoratieve taperingsteken Decoratieve steken met tapering.
Script Alphabet 1:18 Cyrillic Alphabet Hiragana Alphabet
2 INSTELLEN
UITPAKKEN 1. 2. Plaats de doos op een stevige, vlakke ondergrond. Til de draagkoffer van de machine af. Til uw machine uit de doos en verwijder de buitenste verpakking. Verwijder al het andere verpakkingsmateriaal en de plastic zak. HET SNOER EN HET VOETPEDAAL AANSLUITEN Bij de accessoires vindt u ook de voedingskabel en het voetpedaal. Let op: Controleer voordat u het voetpedaal aansluit of het van het type “FR5” is (zie de onderkant van het voetpedaal). 1. 2. 3 DE MACHINE OPBERGEN NA HET NAAIEN 1.
VRIJE ARM Schuif de accessoiredoos naar links en verwijder de doos wanneer u de vrije arm wilt gebruiken. Gebruik de vrije arm om gemakkelijker broekspijpen en mouwen te kunnen naaien. Om de accessoiredoos terug te plaatsen, schuift u de doos op de machine totdat hij goed zit. GARENPENNEN Uw naaimachine heeft twee garenpennen: een hoofdgarenpen en een extra garenpen. De garenpennen zijn geschikt voor alle soorten garen.
BOVENDRAAD INRIJGEN Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. 1. 2. 3. 4. 5. Plaats de draad op de garenpen en de garenschijf op de garenpen zoals beschreven op pagina 2:3. Garenpen in horizontale positie: Breng de draad over en achter de voorspanningsdraadgeleider (A) en onder de draadgeleider (B) door. Garenpen in verticale positie: In plaats van de draad in de voorspanningsgeleider te brengen (A), brengt u de draad direct onder de draadgeleider (B).
DE TWEELINGNAALD INRIJGEN Vervang de normale naald door een tweelingnaald. Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. A Breng de garenpen omhoog en helemaal naar rechts. Vergrendel de garenpen in de verticale positie door de pen iets omlaag te duwen. Schuif de grote garenschijf erop. Plaats een vilten onderlegger onder klosjes die kleiner zijn dan de garenschijf van gemiddelde grootte. Schuif het eerste garenklosje op de garenpen.
SPOELEN SPOELEN DOOR DE NAALD Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. 1. Plaats een lege spoel op de spoelas bovenop de machine. De spoel past slechts op één manier, met het logo omhoog. Gebruik alleen originele HUSQVARNA VIKING®-spoelen. 2. Rijg de draad in de machine met de hoofdgarenpen in horizontale positie. Let op: Als de garenklos te groot is voor de horizontale positie, spoel dan het spoeltje op zoals beschreven onder “Speciaal garen opspoelen” hieronder. 3.
SPOELEN TIJDENS HET BORDUREN OF NAAIEN 1. Breng de extra garenpen omhoog. Plaats een grote garenschijf, een vilten onderlegger en een garenklosje op de garenpen. 2. Leid de onderdraad om de draadspanningsschijf (A) en door de draadgeleider (B) zoals is afgebeeld. 3. Haal de draad van binnen naar buiten door het gaatje in de spoel. 4. Duw de spoelgeleider naar het spoeltje toe om op te spoelen. Er verschijnt een pop-upbericht op het scherm.
EEN NAALD VERVANGEN 1. 2. 3. 4. 5. Gebruik het gat in het multifunctionele gereedschap om de naald vast te houden. Draai de schroef van de naald los. Verwijder de naald. Plaats de nieuwe naald met het gereedschap. Duw de nieuwe naald omhoog met de platte kant van u af totdat hij niet verder kan. Draai de naaldschroef aan. NAALDEN De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol bij succesvol naaien. Gebruik alleen naalden van goede kwaliteit. Wij raden naalden van systeem 130/705H aan.
GARENS VERSTEVIGING Er zijn tegenwoordig veel garens te koop die zijn ontwikkeld voor verschillende doeleinden. Scheurversteviging Universeel naaigaren Universeel naaigaren is gemaakt van synthetisch materiaal, katoen of katoen met een polyesterlaagje. Dit type garen wordt gebruikt voor het naaien van kleding en werkstukken. Borduurgaren Borduurgaren is gemaakt van verschillende vezels: rayon, polyester, acryl of metallic.
USB-POORTEN Uw machine heeft twee USB-poorten: één om de naaimachine op uw computer aan te sluiten, en één waarop u uw USB-borduurstick, optioneel cd-station, optionele USB-hub of optionele muis kunt aansluiten. USB EMBROIDERY STICK Bij uw machine wordt een USB embroidery stick geleverd. Gebruik de stick voor het opslaan van motieven en andere bestanden, of voor het overbrengen van bestanden van de computer naar de naaimachine en omgekeerd.
DE MACHINE OP UW COMPUTER AANSLUITEN Bij uw machine wordt een Embroidery Machine Communication-cd geleverd (bevestigd in de binnenkant van de achterÁap van deze gebruiksaanwijzing). Deze cd moet worden geïnstalleerd voordat de machine voor de eerste keer op uw computer wordt aangesloten. Wanneer de software van de cd is geïnstalleerd en de machine en de computer via de USB-kabel met elkaar zijn verbonden, kunt u eenvoudig motieven of andere bestanden naar uw machine overbrengen.
8. 9. Aan het einde van de installatie wordt gemeld dat u uw borduurmachine kunt aansluiten. Klik op Voltooien op de laatste pagina. Laat de 5D™ Embroidery System– software-cd in uw computer zitten. De Wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt. Selecteer ‘Nee, nu niet’ op de eerste pagina en klik dan op Volgende. Selecteer ‘De software automatisch installeren’ en klik dan op Volgende. Er verschijnt een waarschuwing dat de stuurprogramma’s niet ondertekend zijn.
3 INSTELLINGEN EN FUNCTIES
Dit gedeelte van de gebruiksaanwijzing leidt u door de basisinstellingen en -functies van uw naaimachine. U leert hoe u door de functies en instellingen op het Interactief kleuren-touch screen kunt navigeren en hoe u de functietoetsen op de naaikop van de machine moet gebruiken. Er staan gedetailleerde beschrijvingen van de pictogrammen en functies op het Interactief kleuren-touch screen in de Naaimodus, de Borduurmodus en File Manager in aparte hoofdstukken.
QUICK HELP Druk op het Quick Help pictogram in de rechter bovenhoek van het scherm. Het pictogram begint te knipperen, wat aangeeft dat de Quick Help actief is. Druk op het pictogram en op het deel van het scherm waarover u informatie wenst. Een pop-upbericht geeft u een korte uitleg. Druk op OK om de pop-up te sluiten en de Quick help te verlaten. Wanneer er een USB-muis is aangesloten, is het nog gemakkelijker om de ingebouwde Quick help functie te gebruiken.
Motievenmenu MOTIEVENMENU (Alleen actief in de borduurmodus) EEN MOTIEF SELECTEREN U kunt borduurmotieven openen door het bloempictogram op de uitgebreide werkblak te selecteren. Selecteer een borduurmotief door erop te drukken. Gebruik de schuifbalk om door extra motieven te bladeren. EMBROIDERY ADVISOR™ (Alleen actief in de borduurmodus) De functie EMBROIDERY ADVISOR™ beveelt de juiste naald, versteviging en garen aan voor uw stof.
SET MENU In het SET Menu kunt u automatische instellingen annuleren en handmatig aanpassingen maken aan de steek-instellingen, naai-instellingen, machine-instellingen, geluidsinstellingen en scherminstellingen. Druk op de pictogrammen om een functie in te schakelen of een keuzelijst te openen. Wanneer u de naai-, machine-, geluids- of scherminstellingen verandert, blijven de instellingen ook bewaard nadat u de machine hebt uitgezet, met uitzondering van de transporteur-opties in de naaiinstellingen.
NAAI-INSTELLINGEN Tweelingnaald Druk op het pictogram van de tweelingnaald om een lijst voor het selecteren van de breedte van tweelingnaalden te openen. Wanneer het formaat voor de tweelingnaald is geselecteerd, wordt de breedte van alle steken beperkt tot de geselecteerde tweelingnaaldgrootte omdat de naalden anders kunnen breken. De instelling blijft behouden totdat u de tweelingnaaldbreedte deselecteert.
Automatisch sprongsteken afsnijden Deze machine is voorzien van de functie Automatisch sprongsteken afsnijden Dankzij deze functie hoeft u geen draden meer af te knippen wanneer het borduurmotief klaar is. De standaardinstelling is aan. Terwijl u borduurt, snijdt de machine de bovenste sprongsteekdraad af en trekt het draaduiteinde naar de onderkant van de stof. Let op: De machine snijdt ook de draad af nadat u met een nieuwe kleur bent begonnen.
MACHINE-INSTELLINGEN De instellingen die op het scherm worden gemaakt, blijven behouden wanneer u de machine uitzet. Taal Druk op het pictogram van de taal om de beschikbare talen te bekijken. Selecteer de gewenste taal door erop te drukken. Naam eigenaar Druk op het pictogram Naam eigenaar om een scherm te openen waarin u uw naam kunt invoeren. Timer De timer geeft de totale naai- en borduurtijd van uw machine weer. Druk op het pictogram om de timer te resetten.
Sensor Q-borduurvoet De Sensorvoet Q is altijd aanbevolen voor borduren. Wanneer u een ander type naaivoet gebruikt, bijvoorbeeld de R-naaivoet, schakel de Sensorvoet Q dan uit voor borduren. Hoogte naaivoet borduren Pas de hoogte van de naaivoet aan in de borduurmodus. Sommige borduurmotieven kunnen zich onder de naaivoet ophopen. Als er niet voldoende ruimte is tussen de naaivoet en het borduurmotief, zal de bovendraad lussen vormen aan de onderkant van het borduurmotief.
SCHERMINSTELLINGEN Touch Screen afstellen Het is mogelijk dat het scherm gekalibreerd moet worden voor de manier waarop u op het scherm drukt. Druk hier om een weergave te openen voor het kalibreren van het touch-screen. Volg de instructies op het scherm om het scherm te kalibreren. Scherm vergrendelen Indien de kans bestaat dat tegen het Interactief kleuren-touch screen wordt gestoten waardoor de steek of de instellingen worden gewijzigd als u aan het naaien bent, kunt u het scherm eenvoudig blokkeren.
FUNCTIETOETSEN (De borduurmodusfuncties staan tussen haakjes) Selecteerbare draadafsnijder Naald omhoog/omlaag (Afsnijpositie) Snelheid + en - Sensorvoet Omhoog en Extra hoog STOP (Monochroom) Sensorvoet omlaag en draaien FIX (Rijgen) Achteruitnaaien Start/Stop SNELHEID + EN - FIX (RIJGEN) Alle steken van uw machine en alle borduurringmaten hebben een vooraf ingestelde, aanbevolen naai-/ borduursnelheid.
Selecteerbare draadafsnijder Naald omhoog/omlaag (Afsnijpositie) Snelheid + en - Sensorvoet Omhoog en Extra hoog STOP (Monochroom) Sensorvoet omlaag en draaien FIX (Rijgen) Achteruitnaaien Start/Stop SELECTEERBARE DRAADAFSNIJDER Naaimodus Druk op de toets van de Selecteerbare draadafsnijder en uw naaimachine snijdt de boven- en onderdraad af, brengt de naald en de naaivoet omhoog en activeert de FIXfunctie voor de volgende start.
4 NAAIEN
NAAIMODUS In de naaimodus kunt u steken selecteren, aanpassen en naaien. De geselecteerde steek wordt in ware grootte weergegeven in het stekengebied. De aanbevelingen en machine-instellingen zijn bovenaan te zien. U kunt ook naar de programmeermodus gaan om uw eigen stekenprogramma’s te maken. In het hoofdstuk Programmeren kunt u meer lezen over het programmeren van steken.
EXCLUSIVE SEWING ADVISOR™ Uw nieuwe naaimachine heeft de functie HUSQVARNA VIKING® Exclusive SEWING ADVISOR™. De functie is altijd actief en bevindt zich onderaan het Interactief kleuren-touch screen. Als u een naaiproject begint, drukt u op type en het gewicht van de gebruikte stof en daarna op de techniek die u wilt gebruiken. De Exclusive SEWING ADVISOR™ functie stelt de beste steek, steeklengte, steekbreedte, naaisnelheid, draadspanning en sensorvoetdruk in voor uw project.
NAAITECHNIEKEN 1 NAAD: naait twee stukken stof aan elkaar. 2 AFWERKEN: werkt de randen van de stof af om rafelen te voorkomen en zorgt ervoor dat de stof plat blijft. 3 NAAIEN/AFWERKEN: het naaien en afwerken van de naden vindt in één keer plaats. 4 RIJGEN: het tijdelijk naaien voor het in elkaar zetten van kledingstukken, het maken van plooien en doorslaan. 5 BLINDZOOM: zorgt voor een onzichtbare zoom in kledingstukken. Niet geschikt voor dunne stoffen of voor leer/vinyl.
Een steek laden van een andere locatie Laad steken die u hebt opgeslagen in File Manager of op andere plaatsen. Druk op het pictogram van de File Manager op de uitgebreide werkbalk. Het File Manager-venster wordt geopend. Zoek uw steek op en druk lang of druk op OK om de steek te laden. STEEK-INSTELLINGEN Uw machine stelt de beste instellingen in voor iedere geselecteerde steek. U kunt uw eigen aanpassingen maken aan de geselecteerde steek. De veranderingen hebben alleen invloed op de geselecteerde steek.
Steekpositie Bij bepaalde steken, bijvoorbeeld rechte steek, verandert het steekbreedtepictogram in een steekpositiepictogram. Gebruik + om de steek naar rechts te verplaatsen en – om de steek naar links te verplaatsen wanneer u een rechte steek gebruikt. De machine heeft een maximum van 29 naaldposities (voor een rechte steek). Wanneer ALT wordt geselecteerd bij een steek die breedte heeft, kan de randpositie van de steek van rechts naar links worden verplaatst.
FREE MOTION-TECHNIEK Als u op het pictogram Free Motion-techniek drukt, verschijnt er een pop-upbericht waarin u uit twee opties kunt kiezen: Free Motion zwevend en Free Motion verend. Free Motion zwevend Activeer deze functie om de machine in de modus Free-Motion zwevend te zetten voor naaivoet R. De transporteur wordt automatisch verzonken.
NAAITECHNIEKEN NAAD Een naad naait twee stukken stof aan elkaar met een naadtoeslag die gewoonlijk wordt opengeperst. In de meeste gevallen worden de randen van de naadtoeslag afgewerkt met een afwerksteek voordat de naad wordt genaaid. Naden in elastische stof moeten met de stof mee rekken. De stretchsteek maakt een elastische naad die geschikt is voor het aan elkaar naaien van stukken dunne elastische stof. STOF: Geweven, normaal, doormidden geknipt. SELECTEER: Geweven normale stof en Naad-techniek.
AFWERKEN Werkt de randen van de stof af om rafelen te voorkomen en zorgt ervoor dat de randen plat blijven. Het is het gemakkelijkst om de randen af te werken voordat u het kledingstuk in elkaar naait. Naaivoet J wordt aanbevolen voor dunne en normale stof, om rimpelen langs de rand te voorkomen. Naaivoet B wordt gebruikt voor dikke stof. Uw Exclusive SEWING ADVISOR™ functie selecteert de beste steeklengte en steekbreedte voor de dikte van de stof en beveelt de naaivoet en naald aan.
NAAIEN EN AFWERKEN De naai-/afwerksteek naait de naad en werkt de randen tegelijkertijd af. Uw machine heeft een aantal verschillende steken voor naaien/afwerken. De Exclusive SEWING ADVISOR™ functie selecteert de beste voor uw stof en maakt alle aanpassingen automatisch. STOF: elastisch, dun, doormidden geknipt SELECTEER: Elastische, dunne stof en naaien/afwerken op de Exclusive SEWING ADVISOR™ functie. GEBRUIK: Naaivoet J en stretchnaald maat 75, zoals aanbevolen.
RIJGEN Rijgen is tijdelijk naaien om kledingstukken in elkaar te zetten, te rimpelen en door te slaan. De SEWING ADVISOR™ functie stelt automatisch een lange steeklengte in en vermindert de spanning zodat de draden eenvoudig kunnen worden verwijderd of aangetrokken voor rimpelen. STOF: Geweven, normaal, doormidden geknipt. SELECTEER: GEBRUIK: Geweven normale stof en Rijgen. Naaivoet A en naald maat 80, zoals aanbevolen. Leg de stoffen met de goede kanten op elkaar. Leg de stof onder de naaivoet.
ZOOM De techniek Zomen op uw Exclusive SEWING ADVISOR™ functie selecteert de zichtbare of doorgestikte zoom die het beste bij uw stofdikte en -type past. Voor geweven stof en leer en vinyl wordt een rechte steek geselecteerd. Voor elastische steken worden steken die meerekken geselecteerd. Jeanszoom Bij het naaien over naden in zeer dikke stof of een zoom in spijkerstof, kan de voet kantelen wanneer de machine over de naad gaat. De naald kan de gekantelde naaivoet raken en kan afbreken.
PERFECT UITGEBALANCEERD EENSTAPSSENSORKNOOPSGAT De Exclusive SEWING ADVISOR™ functie selecteert het beste knoopsgat en de beste steekinstellingen voor uw stof. De stof moet worden verstevigd op de plaats waar de knoopsgaten moeten worden genaaid. U kunt uw knoopsgat ook direct selecteren uit Knoopsgatenmenu B. STOF: Geweven, normaal met versteviging. SELECTEER: GEBRUIK: Geweven normale stof en Knoopsgat. Naald maat 80, zoals aanbevolen. A Aansluiting eenstaps knoopsgatsensorvoet. 1.
Bij het naaien van knoopsgaten zonder cordonsteken of wanneer u naaivoet C gebruikt, zijn de naaistappen anders (er is geen stap met rechte steek). Zie afbeelding 2. Let op: Als u knoopsgaten naait in een zeer smal gedeelte, klik dan standaardvoet C op de naaimachine. HANDMATIG KNOOPSGAT Gebruik knoopsgatvoet C om een handmatig knoopsgat te naaien. • • • Naai de eerste rups zo lang als u het knoopsgat wilt maken. Druk op de achteruitnaaitoets. De machine naait de trens en de tweede rups.
TRENZEN Bevestig elastische uiteinden, gordijnplooien, riemlussen en hoeken van zaken met hetzelfde effect als confectiekleding. STOF: Geweven, SELECTEER: GEBRUIK: dik. Geweven, dik en steek A2:29. Naaivoet B en naald maat 90, zoals aanbevolen. NAAI: • Leg de stof onder de naaivoet. • Om de naaivoet omlaag te brengen, duwt u het voetpedaal in en gaat u naaien. • De machine stopt automatisch wanneer de trens klaar is. HANDMATIGE TRENS Bepaal de lengte van uw trens handmatig met steek A2:33.
4-RICHTINGSSTEKEN – MENU S Met de 4-richtings-stopsteek kunt u meerdere stevige steken naaien in vier verschillende richtingen. U hebt de keuze uit 17 verschillende 4-richtingssteken. U kunt de steek selecteren die perfect is voor de dikte en het type stof dat u gebruikt. Dat is vooral handig wanneer u een broekspijp herstelt op een vrije arm. De 4-richtingssteken zijn geprogrammeerd met een vaste lengte en steekbreedte. 7 STOF: Geweven, dikke stof, twee stukken, waarvan één als opnaailapje dient.
8-RICHTINGSSTEKEN – MENU T Er zijn twee verschillende steken, de rechte en de versterkte rechte steek, in het T-menu. Druk op de pijlen om een van de vooraf ingestelde naairichtingen te selecteren. Gebruik de pictogrammen voor steekbreedte en steeklengte om de richting van de steek nauwkeurig af te stellen. Let op: De pictogrammen voor steeklengte en -breedte passen niet meer de lengte en breedte van de steek aan. In menu T veranderen deze pictogrammen de naairichting van de steek.
SPECIALE NAAITECHNIEKEN Het stekenmenu X- Speciale steken bevat steken voor speciale naaitechnieken, zoals de bolletjessteek en randsteken. Voor deze technieken kunnen speciale naaivoeten en accessoires nodig zijn. Dit wordt aangegeven door het pictogram van de optionele naaivoet. Let op: Met Quick Help kunt u voor alle steken gedetailleerde informatie opzoeken. TAPSE CORDONSTEEK De tapse steek past automatisch tapering toe op de cordonsteek voor hoeken en punten.
POP-UPMELDINGEN VOOR HET NAAIEN Systeem bezet Wanneer de machine bestanden laadt, opslaat of verplaatst of met iets bezig is dat tijd vergt, is er een zandloper te zien. Spoel leeg Wanneer de spoel bijna leeg is, stopt de machine automatisch en verschijnt er een pop-up op het scherm. Vervang het lege spoeltje door een volle. Let op: U kunt naaien totdat de draad op is. Ga door met naaien zonder het pop-up venster te sluiten.
Steekbreedtebeveiliging Het volgende pop-upbericht verschijnt wanneer u de machine aanzet en de steekbreedtebeveiliging is ingeschakeld of wanneer u een steek kiest die niet genaaid kan worden met steekbreedtebeveiliging. Hoofdmotor overbelast Als u op zeer dikke stof naait of als de machine geblokkeerd raakt tijdens het naaien, kan de hoofdmotor overbelast raken. Wanneer de hoofdmotor en de stroomvoorziening niet meer overbelast zijn, wordt de OK-toets geactiveerd. Druk op OK om door te gaan met naaien.
5 PROGRAMMEREN
PROGRAMMEREN U kunt steken en/of letters en cijfers combineren om steekprogramma’s te maken. Combineer verschillende decoratieve steken en steeklettertypen van de machine of van een extern apparaat. U kunt steken programmeren tot maximaal ongeveer 500 mm (20”) lang. Aan de onderkant van het venster kunt u zien hoe lang uw huidige steekprogramma is. BELANGRIJKE INFORMATIE PROGRAMMEERMODUS Programmeren kan zowel in de naai- als in de borduurmodus worden gebruikt.
PROGRAMMEREN IN DE NAAIMODUS • Open het venster Programmeren, druk op het pictogram PROG. • Druk op het menu Steek of Lettertype om de steek of het lettertype te openen dat u wilt gebruiken. • De actieve positie wordt gemarkeerd door een cursor en de geselecteerde steek of letter wordt met rood gemarkeerd. Ingevoegde steken worden bij de cursor gezet. Alleen de geselecteerde steek kan worden aangepast. Verplaats de cursor door het steekprogramma met de schuiffunctie.
VOORBEELD Bekijk uw steekprogramma horizontaal door op het pictogram Voorbeeld te drukken. Een pop-up laat uw programma op ware grootte zien. Als het programma te lang is om in zijn geheel te worden weergegeven, kunt u met de pijltjestoetsen door het programma bladeren. Druk op het pictogram Zoomen naar alles om het hele programma te bekijken. Druk op OK om het scherm te sluiten.
EEN STEEKPROGRAMMA OPSLAAN Als de naaimodus actief is, kunt u uw steekprogramma opslaan in My Files. Als de borduurmodus actief is, wordt uw steekprogramma geladen naar Borduurmotief bewerken en kan dan als motief worden opgeslagen. Een steekprogramma dat in de naaimodus is gemaakt, kan handmatig worden geladen in Borduurmotief bewerken.
EEN STEEKPROGRAMMA OPNIEUW LADEN Als de naaimodus actief is wanneer u de programmeermodus sluit, wordt uw steekprogramma in de naaimodus geladen en is het klaar om te worden genaaid. Als u een andere steek selecteert in de naaimodus en dan de programmeermodus opnieuw opent, blijft uw steekprogramma onveranderd. Steeds wanneer de programmeermodus wordt gesloten, wordt het steekprogramma in de naaimodus geladen.
6 INSTELLEN VOOR BORDUREN
OVERZICHT BORDUUREENHEID 40 (type BE18) 37. 38. 39. 40. 41.
DE BORDUUREENHEID VERWIJDEREN 1. 2. Om de borduureenheid in de borduurtas op te bergen, zet u de borduurarm in de parkeerpositie door die optie te selecteren op het scherm in Borduurmotief bewerken of Borduren. Druk op de knop links, onder de borduureenheid (A) en schuif de eenheid naar links van de machine af. A DE STOF IN DE BORDUURRING SPANNEN Leg een laag versteviging onder de stof voor de beste borduurresultaten. Zorg ervoor dat u de versteviging en de stof glad en stevig in de borduurring opspant.
DE BORDUURRING PLAATSEN Schuif de borduurringaansluiting van voor naar achteren in het contact voor de borduurring (C) totdat de ring op zijn plaats klikt. D Om de borduurring van de borduurarm te verwijderen, drukt u op de grijze knop op de aansluiting (D) van de borduurring en schuift u de ring naar u toe. C INGEBOUWDE MOTIEVEN Er staan 147 motieven in het geheugen van uw machine en er zijn enkele motieven opgeslagen op uw USB embroidery stick.
AAN DE SLAG MET BORDUREN 1. 2. 3. 4. 5. Breng na het bevestigen van de borduureenheid en de borduurvoet een spoel met onderdraad aan. Druk op het startmenu. Het menu Motief wordt geopend om een motief te selecteren. Druk op het motief dat u wilt borduren. Het motief wordt naar Borduurmotief bewerken geladen. Span een stuk stof in de borduurring en schuif de borduurring op de borduurarm.
6. Maak voldoende ruimte vrij om de machine heen voor de beweging van de borduurarm en de borduurring. Houd de bovendraad vast en druk op de start/ stoptoets of op het voetpedaal. De machine begint te borduren. Let op: Deze machine is voorzien van de functie Automatisch sprongsteken afsnijden. Als deze functie is ingeschakeld, snijdt de machine de bovenste sprongsteekdraad af en trekt de draaduiteinden naar de onderkant van de stof. De standaardinstelling is aan.
7 BORDUURMOTIEF BEWERKEN
BORDUURMOTIEF BEWERKEN Wanneer u op de Naai-/borduurmodus drukt op de werkbalk om de borduurmodus in te schakelen of de machine aan te zetten als de borduureenheid is bevestigd, wordt Borduurmotief bewerken geopend. In Borduurmotief bewerken kunt u motieven aanpassen, combineren, opslaan en verwijderen. De borduureenheid hoeft niet op uw machine te zijn aangesloten om uw motieven te kunnen bewerken. De geladen motieven worden weergegeven in het borduurgebied. We laten de pictogrammen zien, vanaf linksboven.
BORDUURMOTIEVEN BEWERKEN – PICTOGRAMMENOVERZICHT Borduurgebied My Hoops Door motieven stappen Alles selecteren Resize Selectie toevoegen/ verwijderen Kleuren bewerken Steekprogramma bewerken Dupliceren Verwijderen Opslaan in My Designs Parkeerpositie Verticaal spiegelen Horizontaal spiegelen Naar borduurring verplaatsen Uitzoomen/ Inzoomen Zoomen naar borduurring Control center Zoomen naar alles Bediening Zoomen naar vak Ongedaan maken Opnieuw uitvoeren Borduren Totaal aantal steken in de bo
RESIZE ‘Resize’ kan een borduurmotief tot vijf maal kleiner dan het origineel maken of tot acht maal groter. De machine berekent het aantal steken in het motief opnieuw, zodat de originele steekdichtheid behouden blijft. Opvultype behouden Let op: Gebruik de druk/sleepfunctie Schaalverdeling om de afmeting minder dan 20 % te vergroten of te verkleinen. Deze functie heeft geen invloed op het aantal steken. Resize-aanpassingen Selecteer het motief waarvan u de grootte wilt veranderen.
BELANGRIJKE INFORMATIE OVER DE RESIZEFUNCTIE Aangezien motieven worden gedigitaliseerd voor een speciÀeke grootte, is het belangrijk de volgende informatie over resizen in overweging te nemen. Borduur altijd een proeÁapje van uw motief met aangepaste afmeting voordat u het op een werkstuk gaat borduren. • • • Resizen is altijd proportioneel. Als u een motief 30 % verkleint, wordt het zowel in de lengte als in de breedte 30 % kleiner.
KLEUREN BEWERKEN Druk op het pictogram Kleur bewerken om het scherm Kleur bewerken te openen. GARENKLEUR VERANDEREN Garenkleur veranderen In Garenkleur veranderen kunt u de kleuren in uw motief bewerken. Ieder kleurblok wordt beschreven in de kleurbloklijst aan de rechterkant van het scherm. Voorbeeld: 1:2, garennummer 2343, RaRa 40, 1:2 betekent dat dit de tweede garenkleur in het eerste geladen motief Robison-Anton Rayon 40 weight is. Druk in de Kleurbloklijst op het kleurblok dat u wilt veranderen.
STEEKPROGRAMMA BEWERKEN Als u op het pictogram Steekprogramma bewerken drukt, gaat er een venster open zodat u een steekprogramma dat u hebt gemaakt kunt bewerken. U kunt nieuwe steken invoegen of steken verwijderen. Als u steken hebt geprogrammeerd in de borduurmodus, kunt u die steken opslaan als een gedeelte van een motief en kunnen ze alleen worden geborduurd in de borduurmodus. Een steekprogramma opslaan in de borduurmodus Druk op het startmenu, druk op het steekmenu.
DRUK/SLEEPFUNCTIES Om een geselecteerd motief staat een rood kader. Rondom een geselecteerde borduurlettertypetekst staat een blauw kader. Om een motief te selecteren, drukt u erop op het scherm. U kunt uw stylus gebruiken om direct op het scherm veranderingen te maken door drukken en slepen in het borduurgebied. U kunt het beeld verplaatsen en het motief plaatsen, roteren en vergroten/verkleinen afhankelijk van welke druk/sleepfunctie is ingeschakeld.
ONGEDAAN MAKEN Ongedaan maken Druk op de pijl die naar links wijst om de laatste aanpassing aan uw borduurmotief ongedaan te maken. Druk meerdere malen om terug te stappen door uw aanpassingen. Let op: Niet alle aanpassingen kunnen ongedaan worden gemaakt. De pijlen worden grijs als ongedaan maken niet mogelijk is. OPNIEUW UITVOEREN Opnieuw uitvoeren wordt geactiveerd wanneer u op Ongedaan maken drukt, zodat u weer vooruit kunt stappen door uw aanpassingen.
MOTIEVEN SELECTEREN Bij het laden van motieven in Borduurmotief bewerken wordt het laatst geladen motief standaard geselecteerd. Om een geselecteerd motief staat een rood kader. Rondom een geselecteerde borduurlettertypetekst staat een blauw kader. Startmenu Eén motief selecteren Om één motief te selecteren, kunt u op het motief op het scherm drukken of op het pictogram Door motieven stappen.
Selectie toevoegen/verwijderen Als u diverse motieven hebt geladen en er slechts enkele van wilt veranderen,kunt u de functie Selectie toevoegen/ verwijderen gebruiken. Druk op het pictogram Selectie toevoegen/verwijderen om de functie te activeren. Markeer de motieven door erop te drukken om ze aan de selectie toe te voegen. U kunt deze functie ook gebruiken na de functie Alles selecteren om één of meerdere ontwerpen uit een groep te verwijderen.
POP-UPBERICHTEN VOOR BORDUURMOTIEF BEWERKEN Het maximum aantal steken is overschreden De borduurmotievencombinatie die u probeert te maken, bevat teveel steken. Uw borduurmotievencombinatie mag maximaal ongeveer 500.000 steken bevatten. Borduurmotievencombinatie is te complex Dit pop-upbericht verschijnt om één van de volgende redenen: • De borduurmotievencombinatie bevat teveel kleurblokken. • De combinatie heeft teveel borduurmotieven.
8 BORDUREN
BORDUREN OPENEN Om uw motief/motieven te borduren, opent u Borduren door op het pictogram GO te drukken in de rechter onderhoek van het venster Borduurmotief bewerken. De borduureenheid moet zijn aangesloten en de juiste borduurring moet zijn bevestigd wanneer de machine Borduren opent.
MOTIEF PLAATSEN Druk op het pictogram Motief plaatsen om het scherm Motief plaatsen te openen. Met Motief plaatsen kunt u een motief op een precieze plek op uw stof plaatsen. Wanneer u een motief toevoegt aan een eerder geborduurd motief, of wanneer u een motief aansluit op een stof met dessin, is Motief plaatsen zeer handig.
MOTIEF PLAATSEN GEBRUIKEN Design Positioning Wizard – stappen 1-4 Borduur motief DR_053.vp3 in een grote borduurring. Wanneer het borduurmotief is voltooid, drukt u op X om het motief op het scherm te houden. Druk op het pictogram Design Positioning om het volgende motief te plaatsen. Design Positioning Wizard Druk op de genummerde pictogrammen Borduurmotief plaatsen om uw borduurmotief stap voor stap te plaatsen. Voor informatie over een stap drukt u op Quick Help en het genummerde pictogram. 11.
Oefening Motief plaatsen 1. Selecteer motief DR_053.vp3 en borduur er een in de linker bovenhoek van de borduurring. Druk op nummer 1. Gebruik de stylus of de pijltoetsen om de cursor naar de linker bovenhoek van het motief te brengen. Druk op Zoomen naar cursor om maximaal in te zoomen zodat u de cursor op de exacte plaats op het borduurmotief kunt plaatsen. Selecteer Beeld verplaatsen om het motief op het scherm te verplaatsen zonder de cursor te verplaatsen.
RIJGEN IN DE BORDUURRING Met rijgen kunt u uw stof op een in de borduurring gespannen versteviging bevestigen. Het is vooral handig wanneer de stof waarop u gaat borduren niet in de borduurring kan worden gespannen. Rijgen geeft ook ondersteuning aan rekbare materialen. Druk op het pictogram Rijgen in de borduurring om een rijgsteek rondom het borduurmotief te maken. Houd ingedrukt om het venster Borduren/Rijgen te openen.
Volledig scherm Monochroom Hoekcontrole Inzoomen/ Uitzoomen Zoomen naar borduurring Zoomen naar vak Zoom naar alles Resterende borduurtijd per kleur VOLLEDIG SCHERM ZOOMEN Om uw motief zo groot mogelijk te zien, gebruikt u de functie ‘volledig scherm’. Het borduurmotief vult dan het hele scherm. Druk eenmaal op het scherm om het te sluiten. In-/Uitzoomen MONOCHROOM Druk op het pictogram om monochroom borduren te activeren.
DRAADSPANNINGSCONTROLE Bij het borduren met speciaal garen of speciale stof kan het nodig zijn de draadspanning aan te passen voor het beste resultaat. De draadspanning kan omhoog of omlaag worden aangepast met de + en de - op de draadspanningscontrole. CONTROLE STEEK VOOR STEEK DOOR HET MOTIEF Druk op + om steek voor steek vooruit te gaan en op - op steek voor steek achteruit te gaan. Gebruik het pictogram – om een paar stappen terug te gaan als de bovendraad breekt of op is.
AANTAL STEKEN IN BORDUURCOMBINATIE Huidig kleurblok Schuifbalk De huidige steekpositie in het motief of de combinatie staat naast de bloem. Het getal tussen haakjes laat het totale aantal steken in het motief of de combinatie zien. AANTAL STEKEN IN HET HUIDIGE KLEURBLOK De huidige steekpositie in het huidige kleurblok staat naast de kleurblok-afbeelding. Het getal tussen haakjes laat het totale aantal steken van het huidige kleurblok zien.
FUNCTIETOETSEN IN BORDUREN Selecteerbare draadafsnijder Naald omhoog/omlaag (Afsnijpositie) Snelheid + en - Sensorvoet Omhoog en Extra hoog STOP (Monochroom) Sensorvoet omlaag en draaien FIX (Rijgen) Achteruitnaaien Start/Stop SNELHEID + EN - NAALDSTOP BOVEN/ONDER (AFSNIJPOSITIE) Alle steken van uw machine en alle borduurringmaten hebben een vooraf ingestelde, aanbevolen naai-/ borduursnelheid. De machine brengt de borduurring vooruit, naar u toe, om de draden eenvoudig af te kunnen snijden.
POP-UPBERICHTEN BORDUREN Borduureenheid kalibreren Wanneer de borduureenheid wordt bevestigd, vraagt een pop-upbericht u om de borduurring eraf te schuiven en het gebied om de machine vrij te maken voor het kalibreren van de borduurarm. U wordt er ook aan herinnerd dat u borduurvoet R op de machine moet bevestigen. Let op: Het is zeer belangrijk dat u de borduurring verwijdert, anders kunnen de ring of de borduureenheid worden beschadigd tijdens het kalibreren.
Bovendraad controleren De machine stopt automatisch als de bovendraad op is of breekt. Rijg de bovendraad opnieuw in, sluit het popupbericht, ga een paar steken terug met Steek-voor-steek door het motief en ga weer door met borduren. Het borduurmotief is voltooid – Scherm wissen? Wanneer het borduurmotief voltooid is, vraagt de machine u of u het scherm wilt wissen. Als u op OK drukt, worden de motieven verwijderd en gaat u terug naar Borduurmotief bewerken.
9 FILE MANAGER
FILE MANAGER De File Manager wordt gebruikt om uw motieven, lettertypen en steekbestanden te openen, te organiseren, toe te voegen, te verwijderen en te kopiëren. Gebruik het ingebouwde geheugen of een extern apparaat dat op uw machine is aangesloten voor het opslaan van motieven en bestanden.
DOOR FILE MANAGER BLADEREN Om File Manager te openen, drukt u op het pictogram van de File Manager op de uitgebreide werkbalk. In het ingebouwde geheugen staan vier mappen: My Designs, My Fonts, My Files en Built-in Designs. U kunt ook externe apparaten bekijken die op de USB-poorten zijn aangesloten. Het pictogram van de map extern apparaat is alleen actief wanneer er een apparaat op de USB-poort is aangesloten. File Manager Druk op een van die pictogrammen om hun inhoud te zien in het selectiegebied.
Uitklapmenu Eén mapniveau omhoog Open map Externe apparaten EXTERN APPARAAT Het pictogram ‘extern apparaat’ is alleen actief wanneer er een apparaat op de USB-poort van de machine is aangesloten. Druk op Extern apparaat om alle aangesloten apparaten weer te geven. Uw computer en een ander apparaat, zoals een USB embroidery stick, kunnen tegelijkertijd zijn aangesloten. Gebruik een USB-hub om meerdere apparaten tegelijk aan te sluiten. Druk op de apparaten die u wilt bekijken.
ORGANISEREN EEN NIEUWE MAP MAKEN Druk op het pictogram Nieuwe map aanmaken om een nieuwe map aan te maken. Er gaat een pop-upbericht open waarin u een naam voor uw map kunt invoeren. NAAM VAN EEN BESTAND OF MAP VERANDEREN Om de naam van een map te veranderen, drukt u op de map en dan op het pictogram Naam bestand of map veranderen. Er gaat een pop-upbericht open waarin u de nieuwe naam voor een bestand of map kunt invoeren.
POP-UPMELDINGEN FILE MANAGER Bestand of map verwijderen Uw machine vraagt u om bevestiging wanneer u meer een bestand of map hebt geselecteerd om te verwijderen. Zo kunt u niet onbedoeld dingen verwijderen. Map bestaat al U kunt geen nieuwe map aanmaken met dezelfde naam als een andere map op hetzelfde niveau. Maak uw map ergens anders aan of voer een andere naam in voor de map. Disk is vol Uw machine kan bestanden opslaan in het ingebouwde geheugen.
10 ONDERHOUD
DE NAAIMACHINE REINIGEN Maak uw machine regelmatig schoon om ervoor te zorgen dat uw machine goed blijft werken. De machine hoeft niet te worden gesmeerd (geolied). Neem de buitenkant van uw naaimachine af met een zachte doek om eventueel opgehoopt stof of textielresten te verwijderen. Neem het scherm af met een schone, zachte en vochtige doek. Het spoelhuis schoonmaken Let op: Breng de transporteur omlaag door op Naaivoet omhoog en extra hoog te drukken. Zet de naaimachine uit.
PROBLEMEN OPLOSSEN In deze gids voor het oplossen van problemen vindt u oplossingen voor problemen die u kunt ondervinden met uw machine. Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke ofÀciële HUSQVARNA VIKING®-dealer, die u graag zal helpen. Laat uw naaimachine regelmatig door uw plaatselijke ofÀciële dealer controleren! Als u deze aanwijzingen voor het oplossen van problemen hebt opgevolgd en nog steeds problemen hebt, breng de naaimachine dan naar uw dealer.
De naaimachine slaat steken over Hebt u de naald op de juiste wijze geplaatst? Breng de naald correct aan, zoals beschreven staat in hoofdstuk 2. Hebt u een verkeerde naald ingezet? Gebruik naaldsysteem 130/705 H. Is de naald krom of bot? Plaats een nieuwe naald. Hebt u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen? Controleer hoe de machine is ingeregen. Wordt de juiste naaivoet gebruikt? Bevestig de juiste naaivoet. Is de naald te dun voor de draad? Vervang de naald.
INDEX 4-richtingssteken........................................................ 1:16, 4:16 5D™ Embroidery Machine Communication-cd .............1:8 5D™ Embroidery Software ..............................................2:11 8-richtingssteken........................................................ 1:16, 4:17 A Aan de slag met borduren....................................................6:5 AAN/UIT-schakelaar ................................................... 1:6, 2:2 Aanbeveling - naaivoet .................
D De borduurring plaatsen ......................................................6:4 De bovendraad inrijgen Handmatig ................................................................................. 2:4 De machine op uw computer aansluiten .........................2:11 De naaimachine reinigen ....................................................10:2 De naaivoet omhoog en omlaag brengen .........................4:7 De naald verwisselen ............................................................
Garennetje ..............................................................................1:7 Garenpen ................................................................................2:7 Garenpennen .........................................................................2:3 Garenschijf .............................................. 2:3, 2:4, 2:5, 2:6, 2:7 Garenschijven ........................................................................1:7 Geavanceerde selectie ..........................................
N Naad ................................................................................ 4:4, 4:8 Naai-/borduurmodus ...........................................................4:2 Naaien en afwerken ............................................................4:10 Naaien/afwerken voor tricot.............................................4:10 Naaien/afwerken...................................................................4:4 Naaigaren ...........................................................................
Resterende borduurtijd per kleur ........................................8:7 Resterende tijd in kleurblok .................................................8:2 Ribben voor bevestiging van de clips.................................6:2 Rijgen in de borduurring .............................................. 8:2, 8:6 Rijgen ......................................................... 3:11, 4:4, 4:11, 8:10 Ritsvoet E ...............................................................................
Transportbeugel ....................................................................6:2 Trenzen .................................................................................4:15 Tweelingnaald inrijgen ..........................................................2:5 Tweelingnaald ............................................... 2:4, 2:8, 3:6, 4:19 U Uit de USB-poort verwijderen ..........................................2:10 Uitgebreide werkbalk ..............................
INTELLECTUEEL EIGENDOM De octrooien die op dit product rusten staan vermeld op een etiket op de onderkant van de naaimachine. VIKING, DESIGNER, DESIGNER RUBY, 5D, PICTOGRAM, SEWING ADVISOR, EMBROIDERY ADVISOR, KEEPING THE WORLD SEWING en EXCLUSIVE SENSOR SYSTEM zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l. HUSQVARNA en het “gekroonde H” merkteken zijn handelsmerken van Husqvarna AB. Alle handelsmerken worden onder licentie gebruikt door VSM Group AB.
413 31 43-36A • Nederlands • InHouse • © 2011 KSIN Luxembourg II, S.ar.l. • All rights reserved • Printed in Sweden on environmentally-friendly paper www. h u s qv a r n av i k i n g .