Handleiding KEEPING THE WORLD SEWING™
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28. Elektrische aansluiting Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje.
Instellen Pagina 10-31 Naaimodus Pagina 32-44 Basis-naaitechnieken Pagina 45-54 Instellen voor borduren Pagina 55-58 Borduurmodus Pagina 59-67 De machineonderhouden Pagina 68-70 Machineoverzicht en accessoires, pagina 6-9 Stekentabel en alfabetten, pagina 71-73 1 2 3 4 5 6
Inhoudsopgave Machineoverzicht .............................................................6 Overzicht aanraakscherm ............................................27 Bijgeleverde accessoires .................................................8 SET Menu .........................................................................28 1. Instellen Uitpakken .........................................................................10 Het voetpedaal aansluiten ............................................
Borduureenheid verwijderen.......................................56 Stof in de borduurring spannen ..................................57 De borduurring plaatsen ..............................................57 Aan de slag met borduren............................................58 5. Borduurmodus Overzicht borduurmodus ............................................59 Een motief laden.............................................................60 Een lettertype laden ............................................
Machineoverzicht 1 22 23 24 25 2 3 4 26 27 28 29 5 6 30 7 31 9 8 9 10 11 12 13 14 32 19 20 21 33 15 16 34 17 18 Voorkant 1. Deksel 13. Steekplaat 24. Garenschijven 2. Voorspanningsdraadgeleider 14. Spoelhuisdeksel 25. Extra garenpen 3. Draadspanningsschijven 15. Vrije arm 26. Spoelgeleider (model 30) 4. Draadhefboom 16. Schakelaar voor het verzinken van de transporteur 27. Spoelas (model 30) 5. Draadspanning voor spoelen 6. Draadinvoergleuven 7. Functietoetsenpaneel 28.
35. Spoelstop (model 20) 36. Spoelas (model 20) 35 37. Draadafsnijder voor onderdraad (model 20) 36 37 38 Achterkant 38. Handvat 39. Aansluiting borduureenheid 39 Onderdelen van de borduureenheid (Voor model 30 type BE18, voor model 20 type BE19) 42 41 40. Aansluiting borduureenheid 40 43 41. Borduurarm 42. Ontkoppelingstoets borduureenheid (onderkant) 43. Borduurringaansluiting 44.
Bijgeleverde accessoires 50 47 48 47. 2 garennetjes. Schuif die op de klos wanneer u synthetisch garen gebruikt dat gemakkelijk afrolt. 51 49 48. Schroevendraaier 49. Gloeilamphulp 50. Tornmesje 51. Borsteltje 52. 2 glijplaatjes met antikleeÁaag 55 52 53 54 53. 2 vilten ringetjes 56 54. 2 garenschijven, groot (1 op de machine bevestigd bij levering) 55. Garenschijf, klein 56. Garenschijf, gemiddeld (op de machine bevestigd bij levering) 57.
Naaivoeten 7 7 Naaivoet A Is bij levering op de machine bevestigd. Deze voet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en zigzagsteken met een steeklengte van meer dan 1,0 mm. Decoratieve naaivoet B Gebruik deze voet bij het naaien van decoratieve steken of zigzagsteken en andere nuttige steken van minder dan 1,0 mm lang. De groef op de onderkant van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.
Instellen 1. Instellen Uitpakken 1. Zet de machine op een stevige vlakke ondergrond, verwijder de verpakking en til het deksel eraf. 2. Verwijder het verpakkingsmateriaal en het voetpedaal. 3. De machine wordt geleverd met een zak met accessoires, een elektriciteitssnoer en een voetpedaalsnoer. 4. Neem de machine af met een doek, met name rondom de naald en de steekplaat, om eventueel vuil te verwijderen voordat u gaat naaien.
Instellen De machine opbergen na het naaien 1. Zet de AAN/UIT-schakelaar (3) op OFF. 2. Haal de stekker eerst uit het stopcontact en vervolgens uit de machine (2). 3. Haal de stekker van het voetpedaalsnoer uit de machine (1). Rol het snoer van het voetpedaal op in de ruimte op de onderkant van het voetpedaal. 1 4. Berg alle accessoires op in de accessoiredoos. Schuif de doos op de machine, achter de vrije arm. 5. Zet het voetpedaal in de ruimte boven de vrije arm. 6. Doe het deksel op de machine.
Instellen Garenpennen en garenschijven Uw naaimachine heeft twee garenpennen: een hoofdgarenpen en een extra garenpen. De garenpennen zijn geschikt voor alle soorten garen. De hoofdgarenpen is verstelbaar en kan worden gebruikt in een horizontale positie (de draad wordt van de stilstaande pen afgerold) of in een verticale positie (het klosje draait). Gebruik de horizontale positie voor normaal naaigaren en de verticale positie voor grote klossen of speciale garens.
Instellen 1 A B D C E De bovendraad inrijgen Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. 1. Plaats de draad op de garenpen en de garenschijf op de garenpen zoals beschreven. 2. Garenpen in horizontale positie: Breng de draad over en achter de voorspanningsdraadgeleider (A) en onder de draadgeleider (B) door. 4. Ga verder met het inrijgen in de door de pijlen aangegeven richting. Leid de draad vanaf de rechterkant door de draadhefboom (D). 5.
Instellen Draadinsteker A Wanneer u de draadinsteker wilt gebruiken, moet de naald zich in de bovenste stand bevinden. Bovendien raden wij u aan om de naaivoet te laten zakken. B 1. Gebruik de hendel om de draadinsteker helemaal naar beneden te trekken, zodat de draad onder de geleider blijft steken (A). 2. Duw de hendel naar achteren om de draadinsteker naar voren te brengen totdat de metalen Áenzen de naald bedekken. Een klein haakje gaat door het oog van de naald heen (B). 1 2 3.
Instellen Een tweelingnaald inrijgen 1 1. Plaats een tweelingnaald. A 2. Gebruik een tweede garenklosje of spoel garen dat u als tweede bovendraad wilt gebruiken op een spoeltje. 3. Breng de garenpen omhoog en helemaal naar rechts. Vergrendel de garenpen in de verticale positie door de pen iets omlaag te duwen. Schuif de grote garenschijf erop. Plaats een vilten onderlegger onder klosjes die kleiner zijn dan de garenschijf van gemiddelde grootte. 4. Schuif het eerste garenklosje op de garenpen.
Instellen Spoelen, model 20 De spoel opwinden als de machine ingeregen is C Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. Let op! Gebruik geen plastic naaivoet bij het spoelen. 1. Plaats een lege spoel op de spoelas bovenop de machine. De spoel past slechts op één manier, met het logo omhoog. Gebruik alleen originele HUSQVARNA VIKING®-spoelen. 2. Rijg de draad in de machine met de hoofdgarenpen in horizontale positie.
Instellen Spoelen, model 30 De spoel opwinden als de machine ingeregen is C Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste stand bevinden. 1 Let op! Gebruik geen plastic naaivoet bij het spoelen. 1. Plaats een lege spoel op de spoelas bovenop de machine. De spoel past slechts op één manier, met het logo omhoog. Gebruik alleen originele HUSQVARNA VIKING®-spoelen. 2. Rijg de draad in de machine met de hoofdgarenpen in horizontale positie.
Instellen Spoelen tijdens het borduren of naaien Model 30 heeft een aparte motor voor het opspoelen, zodat kan worden opgespoeld terwijl u gewoon verder naait of borduurt. 1. Plaats een lege spoel op de spoelas bovenop de machine. De spoel past slechts op één manier, met het logo omhoog. Gebruik alleen originele HUSQVARNA VIKING®-spoelen. C 2. Breng de extra garenpen omhoog. Plaats een grote garenschijf, een vilten onderlegger en een garenklosje op de garenpen. B 3.
Instellen Draadspanning 1 Uw machine stelt automatisch de beste draadspanning in voor de geselecteerde steek en stof. Ga naar het SET Menu om de draadspanning aan te passen voor speciale garens, technieken of stoffen (zie pagina 28). Juiste en onjuiste draadspanning Voor mooie en duurzame steken moet u controleren of de bovendraadspanning goed is afgesteld; voor algemeen naaien wil dat dus zeggen dat de draden tussen de stoÁagen verknopen (1).
Instellen Verzink de tanden van de transporteur De tanden van de transporteur worden verzonken wanneer u de schakelaar op de voorkant van de vrije arm naar rechts brengt. Zet de schakelaar naar links als u de tanden van de transporteur omhoog wilt brengen. De tanden van de transporteur gaan omhoog als u begint met naaien. De tanden van de transporteur moeten omlaag worden gebracht bij het aannaaien van knopen en bij het naaien uit de vrije hand.
Instellen Naalden De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol bij succesvol naaien. Om er zeker van te zijn dat u een kwaliteitsnaald gebruikt, raden we naalden aan van systeem 130/705H. Bij de naalden die bij uw machine worden geleverd, zitten naalden van de meest gebruikte afmetingen voor het naaien met geweven en elastische stoffen. A B C D 1 Universele naald (A) Universele naalden hebben een licht afgeronde punt en zijn verkrijgbaar in veel verschillende maten.
Instellen Garens Verstevigers Er zijn tegenwoordig veel garens te koop die zijn ontwikkeld voor verschillende doeleinden. Scheurversteviging Universeel naaigaren Universeel naaigaren is gemaakt van synthetisch materiaal, katoen of katoen met een polyesterlaagje. Dit type garen wordt gebruikt voor het naaien van kleding en werkstukken. Borduurgaren Borduurgaren is gemaakt van verschillende vezels: rayon, polyester, acryl of metallic.
Instellen USB-poort 1 Op de rechterkant van uw machine vindt u een USB-poort waar u de USB embroidery stick op aan kunt sluiten. USB embroidery stick Bij uw machine wordt een USB embroidery stick geleverd. Bij levering staan er borduurmotieven en één borduurlettertype op de stick. Gebruik de stick om motieven van uw pc op te slaan en naar uw machine over te brengen. Let op: Alleen originele HUSQVARNA VIKING® USB-borduursticks worden ondersteund.
Instellen 5D™ Embroidery Software VIKING® website op www.husqvarnaviking.com. 5D™ QuickFont Om de registratie later uit te voeren, kunt u op ieder gewenst moment de toets Registreren selecteren in 5D™ ConÀgure. Maak lettertypebestanden (.vf3) voor uw HUSQVARNA VIKING® DESIGNER TOPAZ™ borduurmachine vanuit de meeste TrueType®- of OpenType®-fonts op uw computer. 5D™ Organizer Vind uw borduurmotieven en afbeeldingen in een handomdraai.
Instellen Functietoetsen 4 4 9 1 1 2 5 5 2 1 3 3 8 6 6 7 7 8 Model 20 1. Naaldstop boven/onder IN DE NAAIMODUS: Druk op deze toets om de naald omlaag of omhoog te bewegen. De instelling van de naaldstoppositie wordt tegelijkertijd veranderd. De bovenste LED naast de toets brandt wanneer naald omhoog is ingeschakeld en de onderste LED brandt wanneer naald omlaag is ingeschakeld. Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebruiken om de naald omhoog of omlaag te brengen.
Instellen 4 4 9 1 1 2 5 5 2 3 3 8 6 6 7 7 8 Model 20 6. FIX 9. Selecteerbare draadafsnijder IN DE NAAIMODUS: Met de toets FIX kunt u de steek aan het begin en/of aan het eind vastzetten. De LED naast de toets brandt wanneer FIX is ingeschakeld. Druk op de FIX-toets om de functie uit te schakelen. De FIX-functie wordt automatisch ingeschakeld wanneer er een steek wordt geselecteerd of wanneer STOP, de selecteerbare draadafsnijder* of Steek opnieuw beginnen* is gebruikt.
Instellen Overzicht aanraakscherm 1 10. Weergave afwisselen 11. +/– toetsen voor het aanpassen van steken en motieven 12. Wissen 17 13. Stekenselectietoetsen 18 20 14. Exclusive SEWING ADVISOR™ 19 21 22 23 15. Stofkeuze 16. Naaitechniek 17. Borduurringopties 24 10 18. Motief roteren 11 11 25 12 13 19. Borduurinfotoets 26 27 28 21. Steek voor steek door het motief + 29 30 31 22. OK/Hoekcontrole 32 33 34 20. Steek voor steek door het motief – 23. Pijltoetsen 24.
Instellen SET Menu U kunt de bestaande machine-instellingen veranderen en handmatige aanpassingen maken aan de automatische functies van het SET Menu. Open het menu met de toets SET Menu en selecteer de instelling die u wilt aanpassen met de pijltoetsen omhoog/ omlaag. Zet met de OK-toets een X in het vakje om de functie in te schakelen. Druk opnieuw op de OK-toets om het vakje leeg te maken als u de functie wilt wissen. Gebruik de pijltoetsen links en rechts om de cijferinstellingen te veranderen.
Instellen Selecteerbare draadafsnijder (Alleen op model 30) 1 De Selecteerbare draadafsnijder snijdt automatisch de draden af en de naaivoet gaat omhoog nadat een sensorknoopsgat of oogje is genaaid, bij kleurwissels of wanneer een borduurmotief is voltooid. Druk op de OK-toets om deze functie uit te schakelen. De instelling wordt teruggezet op de standaardwaarde wanneer u de machine uitzet.
Instellen Knoopsgatbalanceren (alleen in de naaimodus) Als de eenstaps knoopsgatsensorvoet niet is aangesloten of als u steeknummer 1:25 selecteert, worden de kolommen van de knoopsgatsteek in verschillende richtingen genaaid. Op sommige stoffen kunnen de kolommen daardoor een verschillende dichtheid krijgen. Gebruik de toetsen links/rechts om de dichtheid te balanceren tussen -7 en 7. De veranderingen hebben alleen invloed op de geselecteerde steek.
Instellen Hoorbaar alarm 1 Zet alle alarmgeluiden van de machine aan of uit. De standaardinstelling is aan. De instelling blijft ook opgeslagen wanneer de machine wordt uitgezet. Contrast Pas het contrast van het graÀsch display aan met de pijltoetsen links/rechts. De waarde kan worden ingesteld tussen -20 en 20 in stappen van 1. De instelling blijft ook opgeslagen wanneer de machine wordt uitgezet.
Naaimodus 2. Naaimodus De naaimodus is de eerste weergave op het display nadat u de machine aanzet wanneer de borduureenheid niet is aangesloten. Hier vindt u de basisinformatie die u nodig hebt om te beginnen met naaien. Dit is ook het menu waarin u de instellingen van uw steek aanpast. Standaard is de rechte steek geselecteerd. Overzicht naaimodus 1. Naaisnelheid aangegeven door drie of, voor model 30, vijf niveaus. 2 2.
Naaimodus Een steek selecteren Druk op de toets van het stekenmenu om een stekenmenu te selecteren. Gebruik de pijltoetsen om een menu te selecteren: 1 3 1. Nuttige steken 2. Quiltsteken 4 3. Decoratieve steken 4. Decoratieve steken U. Mijn steken. 2 U De naam en het nummer van het geselecteerde menu staan onderaan het display. De steken staan afgebeeld in het deksel van uw machine met de menunummers links en de steeknummers binnen de menu's in het midden.
Naaimodus Exclusive SEWING ADVISOR™ Uw naaimachine is voorzien van de Exclusive HUSQVARNA VIKING® SEWING ADVISOR™ functie. De Exclusive SEWING ADVISOR™ functie stelt automatisch de beste steek, steeklengte, steekbreedte, draadspanning, naaisnelheid en sensorvoetdruk in voor uw project. De steek wordt weergegeven op het scherm met aanbevelingen voor de naaivoet en de naald. Druk op de toetsen voor het gewenste stoftype en de gewenste naaitechniek.
Naaimodus Steek-Instellingen Uw machine stelt automatisch de beste instellingen in voor iedere geselecteerde steek. De veranderingen zijn te zien op het graÀsche display. U kunt uw eigen aanpassingen aan de geselecteerde steek maken met de toetsen + of – onder de instellingen. De instelling heeft alleen invloed op de geselecteerde steek. Uw veranderde instellingen worden teruggezet op standaard wanneer u een andere steek selecteert.
Naaimodus Verticaal spiegelen (Alleen op model 30) Druk op deze toets om de geselecteerde steek verticaal te spiegelen. Als u op de toets drukt in de uitvoermodus voor stekenprogramma's, wordt het hele stekenprogramma gespiegeld. De verandering is zichtbaar op het graÀsche display en een pictogram geeft aan dat verticaal spiegelen is geselecteerd. Horizontaal spiegelen Druk op deze toets om de geselecteerde steek horizontaal te spiegelen.
Naaimodus Programmeren De programmeerfunctie op uw machine maakt het mogelijk om steken aan te maken met uw eigen persoonlijke instellingen en om steken en letters te combineren in stekenprogramma’s. U kunt tot 40 steken en letters toevoegen in hetzelfde programma. Sla uw eigen steken en programma’s op in Mijn steken en roep ze op wanneer u wilt. Alle steken in uw naaimachine zijn programmeerbaar, behalve knoopsgaten, stoppen, tapse steken*, knopen aannaaien en trenzen.
Naaimodus Steken of letters toevoegen op andere posities Als u een steek of een letter wilt toevoegen op een andere positie in het programma, verplaatst u de cursor met de pijltoetsen. De steek of letter wordt rechts van de cursor ingevoegd. Let op: Druk bij het programmeren van letters op de pijltoets omlaag om de cursor in het stekenprogramma te activeren in plaats van in het alfabet.
Naaimodus Het hele stekenprogramma aanpassen In de naaimodus maakt u aanpassingen die invloed hebben op het hele programma en niet alleen op afzonderlijke steken. Druk op de toets PROG, op de Start/Stop-toets of druk op het voetpedaal om de programmeermodus te verlaten en naar de naaimodus te gaan. In de naaimodus kunt u de breedte en de lengte aanpassen of het hele programma spiegelen. Er zijn een aantal zaken die u moet weten bij het aanpassen van het stekenprogramma in de naaimodus.
Naaimodus Menu Mijn steken Mijn steken is uw eigen persoonlijke menu waar u uw programma’s of favoriete steken met persoonlijke instellingen kunt opslaan en oproepen. Model 20 heeft 15 geheugens en model 30 heeft 20 geheugens. Elk geheugen heeft ruimte voor maximaal 40 steken. Een steek of een programma opslaan Druk op de toets Mijn steken vanuit de programmeer- of de naaimodus. Daarmee wordt het menu Mijn steken geopend. Selecteer een leeg geheugen met de pijltoetsen omhoog/omlaag.
Naaimodus Pop-upberichtenvoor het naaien Spoelen op (model 20) Dit pop-upbericht verschijnt wanneer de spoelas naar rechts wordt geduwd en spoelen wordt ingeschakeld. Spoelen op (model 30) Dit pop-upbericht verschijnt wanneer de spoelgeleider naar de spoel wordt geduwd en spoelen wordt ingeschakeld. Druk op de OK-toets om te starten/stoppen met spoelen en gebruik de pijltoetsen links/rechts om de spoelsnelheid aan te passen.
Naaimodus Deze steek kan niet met de tweelingnaald worden gemaakt Dit pop-upbericht verschijnt wanneer de machine is ingesteld voor een tweelingnaald en u een steek selecteert die niet met een tweelingnaald kan worden genaaid. Druk op de OK-toets om de pop-up te sluiten. Deze steek kan niet worden genaaid met steekbreedtebeveiliging aan Dit pop-upbericht verschijnt wanneer de machine is ingesteld op steekbreedtebeveiliging en u een steek selecteert die breder is dan 0 mm.
Naaimodus Weinig onderdraad Uw machine stopt wanneer het spoeltje bijna leeg is. Vervang de lege spoel door een volle en sluit de pop-up door op de OK-toets te drukken. Let op: Als u het hele spoeltje leeg wilt maken, naait u gewoon verder zonder de pop-up te sluiten.
Naaimodus Programma te lang om meer steken toe te kunnen voegen Als u probeert meer dan 40 steken of letters in hetzelfde programma toe te voegen, verschijnt dit bericht. Sluit het popupvenster door op OK te drukken. Let op: Als u een FIX, STOP of een Selecteerbare draadafsnijder* toevoegt aan het programma, gebruiken die allemaal één geheugenruimte in het programma.
Basis-naaitechnieken 3. Basis-naaitechnieken Naad Een naad naait twee stukken stof aan elkaar met een naadtoeslag die gewoonlijk wordt opengeperst. In de meeste gevallen worden de randen van de naadtoeslag afgewerkt met een afwerksteek voordat de naad wordt genaaid. Naden in elastische stof moeten met de stof mee rekken. De stretchsteek maakt een elastische naad die geschikt is voor het aan elkaar naaien van stukken dunne elastische stof.
Basis-naaitechnieken Naaien en afwerken De naai-/afwerksteek naait de naad en werkt de rand tegelijkertijd af. Er zijn een aantal verschillende naai-/afwerksteken op uw naaimachine om het beste resultaat te leveren voor de stof die u hebt gekozen. 1:7 Afwerksteek Stof: elastisch, dun of geweven, dun/normaal, doormidden geknipt. Selecteer: elastische, dunne of geweven, dunne/normale stof en de techniek Naaien/afwerken (De Exclusive SEWING ADVISOR™functie selecteert de afwerksteek).
Basis-naaitechnieken Rijgen Rijgen is tijdelijk naaien om kledingstukken in elkaar te zetten, te rimpelen en door te slaan. De Exclusive SEWING ADVISOR™-functie stelt automatisch een lange steeklengte in en vermindert de spanning zodat de draden eenvoudig kunnen worden verwijderd of aangetrokken voor rimpelen. Leg de stoffen met de goede kanten op elkaar. Leg de stof onder de naaivoet met een naadtoeslag van 15 mm (5/8"). Naai langs de naad. Trek aan de onderdraad om de steken te verwijderen.
Basis-naaitechnieken Zoom De techniek Zomen op uw Exclusive SEWING ADVISOR™functie selecteert de zichtbare of doorgestikte zoom die het beste bij uw stofdikte en -type past. Voor geweven stof en leer en vinyl wordt een rechte steek geselecteerd. Voor elastische steken worden steken die meerekken geselecteerd. Jeanszoom Bij het naaien over naden in zeer dikke stof of een zoom in spijkerstof, kan de voet kantelen wanneer de machine over de naad gaat.
Basis-naaitechnieken Blindzomen De blinde zoom maakt een onzichtbare zoom op kledingstukken. Er zijn twee soorten blinde zomen; één wordt aanbevolen voor normale tot dikke elastische stof, de andere voor normale tot dikke geweven stof. Vouw de stof zoals is afgebeeld. Zorg ervoor dat de gevouwen rand van de stof de binnenkant van de rechter “teen” van blindzoomvoet D volgt. De beweging naar links van de naald moet de rand van de gevouwen stof net grijpen.
Basis-naaitechnieken Knoopsgaten naaien De knoopsgaten in uw naaimachine worden speciaal aangepast voor verschillende soorten stof en kleding. In de stekentabel op de laatste pagina’s van dit boek vindt u beschrijvingen van de knoopsgaten. De Exclusive SEWING ADVISOR™-functie selecteert het beste knoopsgat en de beste steekinstellingen voor uw stof. De stof moet worden verstevigd op de plaats waar de knoopsgaten moeten worden genaaid.
Basis-naaitechnieken Handmatig knoopsgat Een knoopsgat kan ook stap voor stap worden genaaid zonder dat de eenstaps-knoopsgatsensorvoet is aangesloten. Gebruik de achteruitnaaitoets om de lengte van het knoopsgat in te stellen. 1. Klik naaivoet C op de machine. 2. Leg de stof en de versteviging onder de naaivoet. Gebruik de streepjes op de linker “teen” van de knoopsgatvoet om de rand van het kledingstuk te plaatsen.
Basis-naaitechnieken Knopen aannaaien Knopen, drukknopen, haakjes en oogjes aannaaien gaat snel met uw naaimachine. 1. Klik de naaivoet los en verzink de transporteur. 2. Plaats de stof, het multifunctionele gereedschap en de knoop onder de houder met de gaten in de knoop op de plaatsen waar de naald in steekt. Controleer de beweging van de naald door op de toets voor horizontaal spiegelen te drukken zodat u zeker bent dat de naald de knoop niet raakt.
Basis-naaitechnieken Ritssluitingen naaien De ritsvoet E kan rechts of links van de naald op de machine worden geklikt, waardoor de beide kanten van de rits gemakkelijk kunnen worden genaaid. Plaats de ritsvoet aan de andere kant om de andere kant van de rits te naaien. Beweeg de naaldpositie helemaal naar links of helemaal naar rechts om dicht bij de tanden of de contourdraad van de rits te naaien. De rits centreren 1.
Basis-naaitechnieken Taperingsteek, model 30 De taperingsteek past automatisch tapering toe op de cordonsteek voor hoeken en punten. De steek kan worden gebruikt voor tekst in cordonsteek. 1. Leg de stof onder de naaivoet. 2. Begin met naaien. De machine naait de getaperde punt en gaat dan door met een cordonsteek met de geselecteerde steekbreedte.
Instellen voor borduren 4. Instellen voor borduren 2 Overzicht borduureenheid 3 (Voor model 30 type BE18, voor model 20 type BE19) 1. Aansluiting borduureenheid 1 4 2. Ontkoppelingstoets borduureenheid 3. Borduurarm 4. Borduurringaansluiting 5 5. Afstelpootjes Borduurring overzicht 6. Aansluiting borduurring 7. Buitenring 8. Binnenring 11 6 9. Quick release 10. Klemschroef 11.
Instellen voor borduren De borduureenheid aansluiten 1. Schuif de accessoiredoos van de machine. 2. Aan de achterkant van de machine bevindt zich een afgedekte aansluiting. Draai het klepje naar rechts om het te openen. De borduureenheid past op deze aansluiting. 3. Schuif de borduureenheid op de vrije arm van de machine totdat de eenheid goed in de aansluiting zit. Gebruik als dat nodig is de afstelpootjes, zodat de machine en de borduureenheid even hoog staan. Zet de machine aan als die uit stond. 4.
Instellen voor borduren De stof in de borduurring spannen 1 Leg een laag versteviging onder de stof voor de beste borduurresultaten. Zorg ervoor dat u de versteviging en de stof glad en stevig in de borduurring opspant. 1. Open de quick release (A) op de buitenring. Verwijder de binnenring. Leg de buitenring op een stevige platte ondergrond met de schroef rechts onder. Er staat een pijltje in het midden van de onderste rand van de borduurring dat gelijk moet komen met een pijltje op de binnenring. 2.
Instellen voor borduren Aan de slag met borduren 1. Bevestig de borduureenheid. De machine schakelt automatisch over naar Borduurmotief bewerken. Een pop-upbericht vraagt u het borduurgebied vrij te maken voor kalibratie. Druk op OK om te kalibreren en de borduurarm naar de startpositie te brengen. 2. Het laadmenu gaat automatisch open. Controleer of de USB embroidery stick is aangesloten. Selecteer uw motief met de pijltoetsen en bevestig met OK. Het motief wordt in het midden van de ring geplaatst. 3.
Borduurmodus 5. Borduurmodus In de borduurmodus kunt u de positie en grootte van uw motieven aanpassen en ze borduren. De machine schakelt automatisch over naar de borduurmodus wanneer de borduureenheid wordt bevestigd. De functies die bij het borduren worden gebruikt, zijn nu te zien. Overzicht borduurmodus In de borduurmodus zijn er twee verschillende weergaven op het graÀsche display;borduurmotief bewerken en borduren. Gebruik de toets Alternatieve weergave om tussen de weergaven af te wisselen.
Borduurmodus Een motief laden Om een motief te laden, drukt u op de toets Stekenmenu terwijl de USB embroidery stick is aangesloten. Uw machine kan .vp3-borduurmotiefbestanden en .vf3-borduurlettertypebestanden laden. Selecteer een motief uit de bestanden en mappen die in het menu staan. Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag om een map te selecteren en druk dan op de OK-toets of op de rechter pijltoets om de map te openen. Om terug te gaan naar de vorige map, drukt u op de linker pijltoets.
Borduurmodus Een letter verwijderen Om een letter te verwijderen, selecteert u de letter met de cursor door op de pijltoetsen te drukken en drukt u op de toets Clear (CLR). Om het hele programma te wissen, verplaatst u de cursor naar links van de eerste positie en drukt u op de toets Clear (CLR). Er verschijnt een pop-upbericht dat u vraagt of u echt wilt wissen. Selecteer Ja of Nee met de pijltoetsen en druk op OK.
Borduurmodus Motieven aanpassen 4 Er zijn veel opties voor het aanpassen van uw motieven. Maak altijd eerst aanpassingen voordat u begint te borduren. De instellingen zijn te zien op het graÀsche display. Als u het nummer voor breedte en hoogte verandert, komen de cijfers tegen een zwarte ondergrond te staan. De veranderingen zijn ook te zien op het graÀsche display. 3 Hoogte van het motief (1) U kunt de grootte van het motief tot 20 % vergroten of verkleinen.
Borduurmodus Borduurringopties Druk op de toets Borduurringopties om een lijst met borduurringopties te openen. Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag om een selectie te maken en bevestig met de OK-toets. Sluit het menu Borduurringopties door nogmaals op de toets Borduurringopties te drukken of door de huidige steekpositie te selecteren. Borduurringgrootte Wanneer een motief op het borduurgebied wordt geladen, wordt automatisch de kleinste borduurring geselecteerd waar het motief in past.
Borduurmodus Borduurfuncties Parkeerpositie/Afsnijpositie Verwijder de borduurring en druk op de toets Naaldstop boven/ onder om de borduureenheid in de parkeerpositie te zetten om hem eenvoudig op te kunnen slaan. Druk op de toets Naaldstop omhoog/omlaag terwijl de borduurring is bevestigd; de borduurring komt dan naar u toe zodat u makkelijk sprongsteken kunt afsnijden of stof kunt bijknippen. Snijd de sprongdraden af en druk opnieuw op de toets. De borduurring gaat terug naar de huidige steek.
Borduurmodus Pop-upberichten voor het borduren Borduureenheid kalibreren Wanneer de borduureenheid wordt bevestigd, vraagt een popupbericht u om de borduurring eraf te schuiven en het gebied om de machine vrij te maken voor het kalibreren van de borduurarm. U wordt er ook aan herinnerd dat u borduurvoet R op de machine moet bevestigen. Druk op de OK-toets om te kalibreren.
Borduurmodus Garenkleur veranderen Wanneer de bovendraad moet worden vervangen, stopt de machine en wordt op model 30 de bovendraad afgesneden. Vervang de spoel en rijg de machine opnieuw in. De volgende aanbevolen kleur staat aangegeven in het pop-upbericht. Het motief bevat elementen die niet kunnen worden geopend Sommige motieven kunnen gegevens bevatten die te complex zijn voor deze borduurmachine. Gebruik uw 5D™ Organizer software om het motief opnieuw op te slaan.
Borduurmodus Borduurmotief te groot Dit pop-upbericht verschijnt als het motief dat u probeert te laden te groot is om op de machine te kunnen worden geborduurd. Druk op de OK-toets om de pop-up te sluiten en een ander motief te selecteren. Kan correcte broduurring niet selecteren Als u probeert een motief te laden dat te groot is voor de selecteerbare borduurringen, verschijnt dit pop-upbericht.
De machine onderhouden 6. De machine onderhouden De lampjes vervangen Uw naaimachine heeft twee lampjes. Het ene lampje bevindt zich onder de naaikop en het andere boven de vrije arm. Gebruik alleen lampjes van het type dat op de voorkant van de machine staat aangegeven (24 V, 5 W). De lampjes zijn te koop bij uw ofÀciële HUSQVARNA VIKING®-dealer. Vervang de lampjes zoals hieronder wordt beschreven. Zet de AAN/UIT schakelaar uit. 1.
De machine onderhouden Problemen oplossen In geval van een storing tijdens het naaien: De naald breekt? • Probeer tijdens het naaien niet aan de stof te trekken. • Voer de op het graÀsch display aanbevolen naaldgrootte en -type in. • Plaats de naald op de juiste manier, volgens de beschrijving in de gebruiksaanwijzing. • Selecteer de juiste soort en dikte van de stof in de Exclusive SEWING ADVISOR™ functie. • Voer de op het graÀsch display aanbevolen naaldgrootte en -type in.
De machine onderhouden Het spoeltje wordt onregelmatig opgespoeld? • Controleer de loop van de draad bij het spoelen. Spoelsignaal werkt niet? • Verwijder textielresten uit het spoelgedeelte. • Gebruik alleen de originele HUSQVARNA VIKING®spoelen die voor dit model zijn goedgekeurd. De draadafsnijder werkt niet? (Alleen op model 30) • Verwijder de steekplaat en verwijder textielresten uit het spoelgedeelte. • Controleer of Selecteerbare automatische draadafsnijder aan is gezet in het SET Menu.
Stekentabel – menu 1. Nuttige steken Steek Steeknummer 20 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Steeknaam Naaivoet Toepassing Knoopsgat met trens Eenstapsknoopsgat sensorvoet /C Standaardknoopsgat voor de meeste stoffen. Rechte steek, naaldpositie in het midden A/B Voor alle soorten naaiwerk. Selecteer 29 verschillende naaldposities. Stretchsteek, naaldpositie links A/B Voor naden in tricot en elastische stof.
19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 – – 30 31 32 – 33 34 – 35 72 Elastische steek of smokwerk A/B Naai over twee rijen elastische draad voor elastisch rimpelen. Fagotsteek A/B Om twee stukken stof met afgewerkte randen aan elkaar te naaien en voor elastisch rimpelen. Stopsteek (heen en terug) A/B Stop en repareer gaatjes in werkkleding, jeans, tafelkleden en dergelijke. Naai over het gat heen, druk op de achteruitnaaitoets voor doorlopend stopwerk en een automatische stop.
Steken-overzicht Menu 1: Nuttige steken, Menu 2: Quiltsteken, Menu 3: Cordonsteken en nostalgische steken, Menu 4: Decoratieve steken De steken 0-9 zijn dezelfde in alle stekenmenu’s. DESIGNER TOPAZ™ 20 DESIGNER TOPAZ™ 30 Lettertypen Block (model 20 en 30) Brush Line (model 30) Script (model 30) Cyrillic en Hiragana alfabet (model 20 en 30) Russisch en Japans alfabet. Zie de lettertypen op het graÀsch display van uw naaimachine.
Index +/– toetsen.............................................................................27, 35, 62 A Aan de slag met borduren .................................................................58 AAN/UIT-schakelaar ....................................................................6, 10 Aanbeveling – glijplaatje ....................................................................32 Aanbeveling – Glijplaatjes met antikleeÁaag ..................................32 Aanbeveling – knoopsgat met inlegdraad ..
De lampjes vervangen ........................................................................68 De machine opbergen na het naaien ...............................................11 De naaimachine reinigen ...................................................................68 De programma’s starten ....................................................................24 De spoel opwinden als de machine ingeregen is .................... 16, 17 De steekplaat terugplaatsen ..........................................
Verticale positie.............................................12, 13, 15, 16, 17, 22 Hoofdletters ...........................................................................27, 37, 60 Hoogte van het motief ............................................................... 59, 62 Horizontaal spiegelen............................................................27, 36, 62 Horizontale positie ..........................................................12, 13, 16, 17 Huidige kleur ....................................
Naam van het motief .........................................................................61 Netsnoer.................................................................................................8 Aansluiten ............................................................................................10 Niet-originele onderdelen en accessoires ........................................70 Nummer van het motief ...................................................................55 Nuttige steken ............
Steeklengte .................................................................................... 32, 35 Steeknummer................................................................................ 32, 33 Steekplaat .............................................................................................68 Steekpositie ..........................................................................................35 Steken of letters toevoegen op andere posities .............................
Intellectueel eigendom De octrooien die op dit product rusten staan vermeld op een etiket op de onderkant van de naaimachine. VIKING, KEEPING THE WORLD SEWING & bijbehorend ontwerp, DESIGNER, DESIGNER TOPAZ, 5D, SEWING ADVISOR en EXCLUSIVE SENSOR SYSTEM zijn handelsmerken van KSIN Luxembourg II, S.ar.l. HUSQVARNA en het “gekroonde H” merkteken zijn handelsmerken van Husqvarna AB. Alle handelsmerken worden onder licentie gebruikt door VSM Group AB.
www ww www.husqvarnaviking.com w.hu husq sqva varn rnav avik ikin ingg.co com m 413 29 95 - 36A • Dutch • Inhouse • © 2011 KSIN Luxembourg II, S.ar.l.