Operation Manual

BEDIENINGSELEMENTEN
Nederlands-
19
5. Tanken
Lees de veiligheidsinstructies voor het
tanken. De machine heeft één brandstoftank,
net achter de zitting. De tank heeft een
inhoud van 20,4 liter.
Zorg ervoor dat de brandstofdop goed
vastgedraaid is en dat de afdichting niet is
beschadigd.
De motor loopt op loodvrije benzine van ten
minste 85-octaan (geen oliemix). Er kan ook
heel goed milieuvriendelijke alkylaatbenzine
worden gebruikt. Zie ook de Technische
gegevens met betrekking tot ethanolbrandstof.
Methanolbrandstof is niet toegestaan.
Bij gebruik bij temperaturen onder 0˚ C dient
u nieuwe, schone winterbenzine te gebruiken
om te zorgen voor makkelijk starten bij koud
weer.
8011-761
Brandstoftank
WAARSCHUWING!
Benzine is zeer brandgevaarlijk.
Neem voorzichtigheid in acht
en vul de tank buiten (zie de
veiligheidsvoorschriften).
BELANGRIJKE INFORMATIE
Uit ervaring weten we dat met alcohol
gemengde brandstoffen (gasohol,
ethanol of methanol genaamd) vocht
aantrekken wat leidt tot separatie en de
vorming van zuren tijdens stalling. Zuur
gas kan het brandstofsysteem van een
motor beschadigen wanneer deze
gestald is. Om motorproblemen te
voorkomen moet het brandstofsysteem
geleegd worden voor de maaier 30 dagen
of langer wordt gestald. Laat de gastank
leeglopen, start de motor en laat hem
lopen tot de brandstofleidingen en
carburateur leeg zijn. Gebruik het
volgende seizoen verse brandstof. Zie de
stallinginstructies voor meer informatie.
Gebruik nooit motor of carburateur-
schoonmaakmiddelen in de brandstoftank,
dan kan permanente schade ontstaan.
WAARSCHUWING!
Vullen tot de bodem van de
vulnek. Niet overvullen. Veeg
gemorste olie of brandstof af.
Benzine niet opslaan, morsen
of gebruiken in de buurt van
een open vlam.
WAARSCHUWING!
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen tijdens bedrijf zeer
warm worden.
Risico van brandwonden bij
aanraking.
Laat motor en uitlaatsysteem
ten minste twee (2) minuten
afkoelen voor u weer bijvult.