Operation Manual

BEDIENING
Nederlands-25
Voor de start
Lees de hoofdstukken Veiligheidsinstructies
en hendels voor u de machine start.
Voer het dagelijks onderhoud uit voor het
starten (zie Onderhoudsschema in het
hoofdstuk Onderhoud).
Controleer of er voldoende brandstof in
de brandstoftank zit.
Zorg ervoor dat alle beschermkappen op
hun plaats zitten en in goede staat zijn.
Stel de zitting af op de gewenste positie.
Aan de volgende voorwaarden moet zijn
voldaan voor de motor kan worden gestart:
de bestuurder moet op de stoel zitten,
de mesknop om de maaimessen in te
schakelen moet ingedrukt zijn,
de parkeerrem moet geactiveerd zijn,
gebruik de persoonlijke
beschermingsmiddelen zoals
beschreven in de veiligheidsinstructies,
de beide stuurhendels moeten in de
vergrendelde (buitenste) neutrale positie
staan.
De motor starten
1. Ga op de stoel zitten.
2. Breng het maaidek omhoog door het
pedaal naar voren te drukken tot de
vergrendelde positie (transportpositie).
Het maaidek wordt vergrendeld in de
transportpositie wanneer het hefpedaal
volledig is ingedrukt.
3. Activeer de parkeerrem.
8011-718
Startvoorwaarden
8011-718-2
Breng het maaidek omhoog