Operation Manual

ONDERHOUD
Nederlands-39
Het veiligheidssysteem
controleren
De machine is uitgerust met een
veiligheidssysteem dat starten of rijden onder
de volgende voorwaarden voorkomt.
De machine kan alleen worden gestart indien:
1. het maaidek uitgeschakeld is.
2. de stuurhendels in de buitenste,
vergrendelde neutrale positie staan.
3. de bestuurder op de bestuurdersstoel zit.
4. de parkeerrem geactiveerd is.
Voer dagelijks inspectie uit om ervoor te
zorgen dat het veiligheidssysteem werkt door
te proberen de motor te starten wanneer niet is
voldaan aan een van deze voorwaarden.
Wijzig de voorwaarden en probeer het
opnieuw.
Wanneer de machine start, indien aan een van
de voorwaarden niet is voldaan, moet u de
machine uitzetten en het veiligheidssysteem
repareren voordat u de machine opnieuw
gebruikt.
Zorg ervoor dat de motor stopt wanneer de
parkeerrem niet is ingeschakeld en de
bestuurder verlaat de zitpositie.
Controleer of de motor stopt wanneer de
maaimessen zijn ingeschakeld en de
bestuurder even opstaat.
8011-718
Voorwaarden om te starten
BELANGRIJKE INFORMATIE
Om te kunnen rijden, moet de bestuurder
op de stoel zitten en de parkeerrem
vrijzetten voordat de stuurhendels in
neutrale positie kunnen worden gezet,
anders zal de motor stoppen.