Operation Manual
GIDS VOOR HET OPSPOREN VAN FOUTEN
62-Nederlands
De motor lijkt zwak. • Verstopt luchtfilter.
• Kapotte bougies.
• Carburateur niet juist afgesteld.
• Lucht in het hydraulisch systeem.
De machine raakt oververhit. • Verstopte luchtinlaat of koelribben.
• Motor overbelast.
• Slechte ventialtie rond motor.
• Kapotte toerentalregelaar.
• Roet in de verbrandingskamer.
• Te weinig of geen olie in de motor.
• Kapotte bougies.
• Voorontsteking onjuist.
• Lucht in het hydraulisch systeem.
Accu laadt niet. • Slecht contact met kabelaansluitingen
accuklem.
De machine beweegt langzaam, ongelijk, • Parkeerrem geactiveerd.
of helemaal niet. • Bypass-klep op pomp open.
• Aandrijfriem van de transmissie
hangt slap of is eraf.
• Lucht in het hydraulisch systeem.
Maaidek schakelt niet in. • Aandrijfriem van maaidek is losgekomen.
• Contact voor de elektromagnetische koppeling
is los.
• De mesknop is kapot of is losgeraakt
van het kabelcontact.
• De zekering is gesprongen.
Lekkage van transmissieolie. • Beschadigde afdichtingen, behuizing of pakkingen.
• Lucht in het hydraulisch systeem.