Handleiding Huskylock 901
OVERLOCKMACHINE Noteer in de ruimte hieronder, het serie- en modelnummer van dit product. Het serienummer vindt u achter de vrÿe arm. Het modelnummer vindt u achter de vrÿe arm. Serienr. Modelnr. 901 Bewaar deze nummers voor toekomstig gebruik. Gebruik bei de overlockmachine 901 het voetpedaal type YC-190. Deze overlockmachine is bestemd voor huishoudelijk gebruik.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28. Elektrische aansluiting Deze naaimachine moet worden gebruikt met het voltage dat is aangegeven op het betreffende plaatje. Opmerkingen over de veiligheid • Laat kinderen niet spelen met de naaimachine. Let goed op wanneer deze naaimachine wordt gebruikt door of in de buurt van kinderen. • Een naaimachine mag nooit zonder toezicht met de stekker in het stopcontact blijven staan.
Inhoudsopgave 1. SAMENVATTING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1-1. Namen van de onderdelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 1-2. Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 1-3. Voetpedaal en netsnoer aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1-4.
4. ONDERHOUD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 4-1. Snijmesjes vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 4-2. Het gloeilampje vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 4-3. Smeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 4-4. Schoonmaken . . . . . . . . . . .
1. SAMENVATTING 1-1. Namen van de onderdelen 1 18 2 9 10 3 11 4 5 6 12 13 14 1. Garenpen 2. Persvoetlichter 3. Draadhefboom 4. Persvoetdrukregelaar 5. Draadspanningsgeleider 6. Telescopische draadgeleider 7-1. Draadspanningswieltje linkernaald 7-2. Draadspanningswieltje rechternaald 7-3. Draadspanningswieltje bovengrijper 7-4. Draadspanningswieltje ondergrijper 8. Voorpaneel 9. Afdekkap zijkant 10. Steeklengte-regelaar 11. Naaivoetje 12. Regelwieltje voor steekbreedte 13. Bovenmes 14.
1-2. Accessoires Steekplaat voor rolzoom (B) Schroevendraaiers Ondermes Pincet 2-draads grijperhendeltje Naalden ❈ Maat Garenschijfjes (4 st.) #11....2 st. HA✕1T #14....3 st. Draadnetjes (4 st.
1-3. Voetpedaal en netsnoer aansluiten ❈ Sluit het voetpedaal en c het netsnoer aan d. Controleer voordat u uw machine aansluit, of het voltage gelijk is aan dat van uw machine. (aangegeven op het plaatje achterop de machine). ➀ ❈ Specificaties kunnen per land verschillen. ❈ ❈ ➁ Schakel de stroom in en zet het lampje aan.
1-5. Openen en sluiten van de voorklep en de afdekkap zijkant • Het openen van de voorklep: a. Duw de klep zo ver mogelijk naar rechts, en b. Trek hem naar beneden. • Het sluiten van de voorklep: a. Duw de klep naar boven, en b. Schuif hem naar links tot hij vastklikt. ❈ De voorklep voor heeft een veiligheidsschakelaar; de machine zal niet naaien als de voorklep niet helemaal is gesloten. Afdekkap voorkant • Het openen van de afdekkap zijkant: a. Duw de kap naar links om hem te ontgrendelen, en b.
1-6. Naalden vervangen Vervang naalden op de volgende manier: Let op: Trek de stekker uit het stopcontact voordat u de naalden vervangt. (1) Breng de naalden naar hun hoogste stand door het handwiel naar u toe te draaien. (2) Draai de naaldklemschroef los en verwijder twee naalden tegelijk. (3) Steek twee nieuwe naalden met de platte kant van u af helemaal omhoog in de groef van de naaldstang. Gebruik standaard naaimachinenaalden met de maten #11(#75) of #14(#90).
(2) Ondergrijper inrijgen (B) ➉ Open de voorklep en de afdekkap zijkant. Trek het garen van de klos en haal het door de geleider c van de draadgeleider, en dan, in deze volgorde, door geleider d en draadspanningsschijf e (fig. A). Haal de draad door geleiders fghi en j. ➈ Fig. B cm 10 Beweeg de ondergrijper iets naar rechts door het handwiel naar u toe te draaien.
2-2. Draad vervangen Dit is een gemakkelijke manier om draden te vervangen: (1) Snijd de gebruikte draad vlakbij de klos af (achter de telescopische draadgeleider). Zet de nieuwe klos op de as en knoop het aan het uiteinde van de originele draad. Draden aan elkaar knopen (2) Breng het naaivoetje omhoog. (3) Zet de spanning op 0 zodat de knoop soepel door de geleiders kan glijden. Trek de lusdraad naar buiten tot de knoop ca. 10 cm voorbij het naaivoetje komt.
Wanneer u synthetisch garen gebruikt dat gemakkelijk van de klos loopt, trek dan het net over het garen vanaf de onderkant van de klos en laat de draad losjes bovenaan hangen zoals afgebeeld. Garennetje Wanneer u standaard garenklosjes gebruikt, plaats dan het garenschijfje (wordt bij de machine geleverd) zoals getoond (laat 2 mm over tussen klosje en schijfje). 2-3. Proefnaaien • Controleer of het bovenmes goed tegen het ondermes komt door het handwiel langzaam naar u toe te draaien.
3. NAAIEN 3-1. 4-draads overlocksteek met 2 naalden Voordat u gaat naaien Wanneer het inrijgen klaar is, naait u een paar centimeter met de kettingsteek. Persvoetlichter Leg de stof goed door persvoetlichter omlaag te brengen zodat het naaivoetje omhoog komt. Leg de stof onder het naaivoetje en duw de stof naar de voorkant van het snijmes. Breng het naaivoetje omlaag. Let op: Voor dunne en normale stoffen hoeft u het naaivoetje niet omhoog te brengen.
(2) Stoppen Maak kettingsteken als u stopt met naaien om te voorkomen dat de draden uitrafelen en om klaar te staan voor de volgende keer (dit heet afhechten). Trek de stof voorzichtig naar achteren en naar links terwijl de machine werkt en maak kettingsteken. Dit heet kettingsteken naaien. Snijd dan de draden 2 ~ 5 cm van het naaivoetje af. ❈ Trek niet te hard, omdat de naald kan verbuigen en breken. Trek de draden voor een nettere afwerking naar achteren door de zoom met een haakje of een gewone naald.
Draadspanning aanpassen Pas de draadspanning aan aan het type stof en de draaddikte die u gebruikt. Hoe hoger het getal op de draadspanningswieltjes, hoe hoger de draadspanning. ➀ ➁ ➂ ➃ (1) Juiste spanning • De onderste en bovenste grijperdraad moeten met dezelfde spanning worden uitgebalanceerd (beide grijperdraden moeten aan de rand van de stoffen kruisen). Onderste grijperdraad Verkeerde kant Rechter naalddraad • De naalddraden mogen niet te los of te strak zijn, maar goed uitgebalanceerd.
2 1 4 5 6 4 5 6 4 3 4 5 6 (3) Wanneer de onderste grijperdraad uit balans is en aan de bovenkant van de stof verschijnt: 2 3 4 Onderste grijperdraad Verkeerde kant Verhoog de draadspanning van de onderste grijperdraad (schijf f) of verminder de draadspanning van de bovenste grijperdraad (schijf e).
Differentieel transport aanpassen De transporteurs werken onafhankelijk van elkaar zodat u een perfect resultaat krijgt wanneer u speciale stoffen naait. Gebruik het differentieel transport om te voorkomen dat elastische stoffen uitrekken en dunne stoffen rimpelen. Indicator ❈ “N” geeft de neutrale positie aan. Differentieel transportwiel Kijk in de volgende tabel en test de steek op een lapje van de stof die u wilt gaan gebruiken. Stof Differentieel transportwiel staat op “N”.
Steekbreedte aanpassen • Pas de steekbreedte aan van 4,2 mm tot 6,2 mm afhankelijk van de soort stof. Bredere steken worden meestal gebruikt voor dikkere stoffen. • De standaardbreedte is 4,5 mm. • Open de afdekkap zijkant om de breedte aan te passen. (1) Om de breedte te vergroten, draait u het regelwieltje op een hogere waarde. (2) Om de breedte te verkleinen, draait u het regelwieltje op een lagere waarde.
Steeklengte aanpassen De machine is vooraf ingesteld op een steeklengte van 2,5 mm voor gewoon zomen en de overlocksteek. U kunt de steeklengte aanpassen van 1 mm (smalle rolzoom) tot 5 mm met de steeklengte-regelaar. ❈ Stel voor een gewone overlocksteek de steeklengte in tussen 2,5 en 4,4 mm. Steeklengtes onder de 2,5 mm worden alleen voor rolzomen gebruikt. ❈ Pas de steeklengte aan aan de stoffen en garens (zie tabel op p. 21).
3-2. Afvalbakje installeren (1) Steek de rechter geleider a van het afvalbakje in de rechterpoot van de machine zoals getoond. Draai het afvalbakje in de richting van de pijl. a (2) Duw de linkerkant van het afvalbakje in de richting van de pijl.
3-3. 3-draads overlocksteek met 1 naald Hoewel deze machine vooral wordt gebruikt voor 4-draads overlocksteken met 2 naalden, kunt u ook heel eenvoudig 3-draads overlocksteken met 1 naald maken door één van de naalden te verwijderen. Gebruik de 3-draadse steek voor decoraties. (1) Als u de rechternaald verwijdert: Krijgt u een brede 3-draads steek doordat alleen de linkernaald en de linker draadspanning (wieltje c) wordt gebruikt. Linkernaald Het differentieel transport staat meestal op “N” (zie p. 13).
3-4. 2-draads overlocksteek met 1 naald 2-draads grijperhendeltje 1. Gebruik 1 draad in de naald (linker- of rechternaald) en de onderste grijperdraad. Verwijder de bovenste grijperdraad. 2. Plaats het 2-draads grijperhendeltje op de bovengrijper. Instellen voor 2-draads overlocksteek (1) Open de voorklep. Zet de bovengrijper in de laagste stand door het handwiel naar u toe te draaien. Plaats het 2-draads grijperhendeltje op de bovengrijper.
Steekkeuzetabel DRAADSPANNING MATERIAAL (zie p.
Draadspanning aanpassen (1) Juiste spanning Verkeerde kant Naalddraad Onderste grijperdraad Goede kant Naalddraad 2 1 4 5 6 4 5 6 4 3 4 5 6 2 3 4 (2) Ongebalanceerde onderste grijperdraad wikkelt zich om de achterkant. Verhoog de draadspanning van de ondergrijper (wieltje f) of verlaag de draadspanning in de naald (wieltje d). Verkeerde kant Onderste grijperdraad Naalddraad Goede kant 2 1 4 5 6 4 5 6 Verkeerde kant 4 3 4 5 6 2 3 4 (3) Draad in de naald ongebalanceerd en te los.
3-5. Hoe maak ik rolzomen 2 3-draads rolzoom Rolzomen ontstaan door de draadspanningen aan te passen, zodat de stof met overlocksteken wordt genaaid en tegelijkertijd op 1,5 mm breedte wordt omgerold. Dit is ideaal voor dunne stoffen. 3 4 m m 1.5 (1) Verwijder de linker naald (zie p. 3-8). (2) Plaats de steekplaat voor rolzomen. (1) (2) Voor rolzomen wordt steekplaat “B” gebruikt (steekplaat “A” is voor gewoon naaien). (3) Zet de steekbreedte tussen 4,5 en 5,5 (4) Zet de steeklengte op 1.
2-draads rolzoom (1) Stel de machine in voor een 2-draads overlock (zie p. 18). (2) Gebruik alleen de rechternaald en gebruik de steekplaat voor rolzomen (zie p. 21).
3-6. Overlocksteek met inlegdraad De overlocksteek met inlegdraad kan worden gebruikt om steken te versterken bij het naaien van elastische stoffen zoals gebreide stoffen. Er zijn twee manieren om de overlocksteek met inlegdraad te naaien. (1) Haal de inlegdraad door het gat voor in het naaivoetje. (2) Leg een beetje breed koord of lint (ca. 3 mm) onder de rechternaald en begin te naaien terwijl u het koord of lint meeneemt.
4-2. Het gloeilampje vervangen Waarschuwing: Laat het gloeilampje afkoelen voordat u het vervangt, zodat u uw vingers niet verbrandt. Wanneer het licht niet meer aangaat als de stroom wel is ingeschakeld, dan is het tijd om het gloeilampje te vervangen. (1) Trek de stekker uit het stopcontact. (2) Verwijder de lampekap. (3) Vervang de gloeilamp. (4) Zet de lampekap weer terug. Let op: Het maximum vermogen van de gloeilamp is 15 W. 4-3.
5. VERHELPEN VAN STORINGEN Als de machine onder normale omstandigheden wordt gebruikt en de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig worden opgevolgd, dan zijn er geen moeilijke of speciale aanpassingen nodig. De onderstaande problemen worden niet veroorzaakt door een defect aan de machine. Controleer uw machine voordat u contact opneemt met uw Husqvarna Viking dealer PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING RAADPLEEG PAGINA • Stekker niet goed in stopcontact.
6.
7. OPTIONELE ACCESSOIRES 7-1. Rimpelvoet (1257002-560) De rimpelvoet (ook wel smokvoet genoemd) wordt gebruikt om twee stukken dunne stof aan elkaar te naaien waarbij slechts één van de twee lagen wordt gerimpeld terwijl het op de andere laag wordt genaaid. De rimpelvoet wordt gebruikt bij 4-draads overlocksteken met 2 naalden. (1) Vervang de gewone voet door de rimpelvoet (zie p. 5). (2) Stel de spanning in op 6-6-6-6, het differentieel transport op 2, en de steekbreedte op 5 voor normale stof (zie p.
7-2. Biezenvoet (1650002-460) De biezenvoet wordt gebruikt bij 4-draads overlocksteken met 2 naalden. (1) Vervang de gewone voet door de biezenvoet (zie p. 5). (2) Leg de bies met de rand langs de rand van de stof, tussen twee lapjes stof met de goede kanten op elkaar. (3) Leg de stof onder de voet, ervoor zorgend dat de rand van de bies in de groef onder de naaivoet ligt. Verkeerde kant Goede kant (4) Begin door de bies uit de stof te laten steken, zodat de stof en de bies goed worden doorgevoerd.
7-3. Elastiekvoet (1650002-450) De elastiekvoet wordt zowel gebruikt bij 3-draads 2-naalds als 4-draads 2-naalds overlocksteken. Deze voet geleidt elastiek en rekt het uit met de spanningscontroleschroef op de voet bij het naaien. (1) Vervang de gewone voet door de elastiekvoet (zie p. 5). (2) Stel de steeklengte in op 4 en de steekbreedte op 4,5 voor 4-draads overlocksteken. • Stel voor 3-draads overlocksteken de steekbreedte in op 3,0.
7-4. Blindzoomvoet (0,5 mm/1,0 mm) (1650002440/1650012-440) De blindzoomvoeten zijn er in twee maten. De voet 0,5 mm wordt gebruikt voor fijne en normale stoffen en de voet 1,0 mm voor normale tot dikke stoffen. • Ze worden gebruikt bij 4-draads overlocknaaien met 2 naalden. (1) Vervang de gewone voet door de blindzoomvoet (zie p. 5). (2) Vouw de stof zoals weergegeven. Verkeerde kant 65 mm Uiteindelijke zoomlengte (3) Zet de steeklengte op 4-5 en de steekbreedte op 5,5.
8. SPECIFICATIES Aantal draden 4-draads (3-, 2-draads) Aantal naalden 2 naalden (1 naald) Organ HA✕1T #11, #14 (SCHMETZ 130/705H #75, #90) Naalden 2 mm Afstand tussen twee naalden Standaard 4,5 mm (Bereik 4,2~6,2 mm) Steekbreedte 1~4,4 mm Steeklengte 0,7~2 Differentieel transport 1200 toeren Maximum naaisnelheid Breedte 290 mm Diepte 220 mm Hoogte 330 mm (max.
9. INDEX Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afhechten / kettingsteek . . . . . . . . . . . Afvalbakje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blindzoomvoet (optioneel) . . . . . . . . . . Bochten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Differentieel transport . . . . . . . . . . . . . Draadbreuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Draadhouder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Draadnetje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Driedraads Inrijgen . . . . . . .
Wij behouden ons het recht voor de machine-uitrusting en het assortiment toebehoren zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen of wijzigingen aan te brengen in de prestaties of het ontwerp. Dergelijke wijzigingen zullen echter altijd in het voordeel zijn van de gebruiker en ten goede komen aan het product.
4128020-36B