Gebruiksaanwijzing P 524 Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles heeft begrepen.
INHOUD Inhoudsopgave INHOUD Inhoudsopgave ............................................................. SERVICEJOURNAAL Leverservice ................................................................. Na de eerste 8 uur ....................................................... INLEIDING Beste klant, .................................................................. Rijden en transport op de openbare weg ..................... Slepen ..........................................................................
SERVICEJOURNAAL Leverservice 1 Laad de accu met 3 A max. 6 A gedurende 4 uur. 2 Controleer de luchtdruk in de banden en stel af, 100 kPa/ 1,0 bar/ 14,5 PSI voor en achter. 3 Stel het maaidek af: 11 Informeer de klant over: Noodzaak en voordelen van het volgen van het serviceschema. De garantie voor de transmissie geldt alleen als u de synchronisatie van voor- en achterwielen volgens het serviceschema hebt gecontroleerd en afgesteld.
INLEIDING Beste klant, Hartelijk dank voor het feit dat u hebt gekozen voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn gemaakt volgens een uniek concept met een aan de voorzijde gemonteerd maaidek en een gepatenteerde besturing van de achterwielen. De Rider is gemaakt voor de hoogste efficiency zelfs op kleine en nauwe oppervlakken. Alle hendels bij elkaar en een hydrostatische transmissie, die met pedalen wordt geregeld, dragen ook bij tot de prestaties van de machine.
INLEIDING Goede service De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht. Daardoor krijgt u als klant de beste support en service. Voordat het product werd afgeleverd, is de machine gecontroleerd en afgesteld door uw dealer, zie de verklaring in “Leverservice” op pagina 3. Wanneer u reserveonderdelen of ondersteuning bij servicevragen, garantiezaken enz.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Symbolen Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. WAARSCHUWING! Slordig of onjuist gebruik kan resulteren in ernstig letsel of overlijden van de gebruiker of anderen. Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles heeft begrepen. Draag altijd: • Geluidsemissie naar de omgeving volgens de richtlijn van de Europese Gemeenschap. De emissie van de machine staat in het hoofdstuk Technische gegevens en op plaatjes.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Zet de motor uit en verwijder de ontstekingskabel voor reparatie of onderhoud Controleer het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil van de transmissie Til het maaidek op Schakel de parkeerrem in Gebruik de choke wanneer de motor koud is Maak de parkeerrem voor het rijden los Dutch –7
WAT IS WAT? 1 2 19 3 4 18 17 5 6 16 7 15 8 9 10 14 13 12 De plaats van de hendels 1 Snelheidshendel voor vooruit rijden 11 Slot motorkap 2 Snelheidshendel voor achteruit rijden 12 Bypass-klep achter 3 Schakelaar voor verlichting 13 Product- en serienummerplaatje 4 Hendel voor instelling van maaihoogte 14 Deksel brandstoftank 5 Hendel voor het hydraulisch optillen van het maaidek 15 Instellen van zitting 6 PTO-knop 16 Bypass-klep voor 7 Gashendel 17 Urenteller 8 Chokehende
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies • Maak het terrein schoon van voorwerpen zoals stenen, speelgoed, draden enz. die door de messen opgenomen en weggeslingerd kunnen worden. • Stop de motor en voorkom een motorstart voordat u de uitloopgoot schoonmaakt. • Pas op voor de uitworp en richt die niet op iemand. • Stop de motor om een motorstart te voorkomen, voordat u het maaidek schoonmaakt. • Denk eraan dat de bestuurder verantwoordelijk is voor gevaren of ongelukken.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ! ! • WAARSCHUWING! De geluiddemper bevat chemicaliën die kankerverwekkend kunnen zijn. Vermijd contact met deze chemicaliën, mocht de geluiddemper kapot gaat. Draag nooit los zittende kleding die in de beweegbare delen vast kan komen zitten. • Gebruik de machine nooit blootsvoets. Draag altijd veiligheidsschoenen of -laarzen, bij voorkeur met een stalen neus. • Zorg ervoor dat er altijd EHBO-middelen bij de hand zijn wanneer u de machine gebruikt.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Rijd altijd gelijkmatig en langzaam op hellingen. • Verander niet plotseling van snelheid of richting. • Voorkom onnodige bochten op hellingen, en als het nodig is, draai dan langzaam en stap voor stap naar beneden, indien mogelijk. Rijd langzaam. Gebruik kleine stuurbewegingen. • Pas op voor greppels, kuilen en verhogingen en rijd er niet overheen. Op ongelijk terrein kan de machine makkelijk kantelen. Hoog gras kan hindernissen verbergen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • • • • • • • • • • • Als er lekkage is opgetreden in het brandstofsysteem mag de motor niet gestart worden voordat deze is verholpen. Bewaar de machine en de brandstof zodanig dat er geen risico bestaat dat lekkende brandstof of brandstofdampen schade kunnen veroorzaken. Controleer voor ieder gebruik het brandstofpeil en laat ruimte over zodat de brandstof kan uitzetten, omdat de warmte van de motor en de zon de brandstof anders zo uit kunnen laten zetten dat deze overloopt.
PRESENTATIE Presentatie Chokehendel Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct waar u lang plezier van zult hebben. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de P524. De machine is uitgerust met een viertakt V-Twin motor van Kawasaki. De chokehendel wordt gebruikt bij een koude start om de motor een rijker brandstofmengsel te geven. Bij een koude start moet de hendel naar achteren naar de eindstand gebracht worden.
PRESENTATIE Urenteller Maaidek De urenteller laat de tijd zien dat de motor gelopen heeft. De P524 kan worden uitgerust met een maaidek Combi 112 of Combi 122. De tijd die eventueel verstrijkt wanneer de motor stil staat met de ontsteking aan, wordt niet geregistreerd. Het laatste cijfer laat een tiende van een uur zien (6 minuten). Het combi-element verdeelt het maaisel tot meststoffen, wanneer de CombiClip-plug is gemonteerd.
PRESENTATIE PTO messen aan/uit Om de messen te kunnen laten draaien moet het maaidek zijn neergelaten in de maaistand en de 'PTO'-kan zijn ingeschakeld (opgetrokken). Hendel voor instelling van maaihoogte Met de hendel kan de maaihoogte op 6 verschillende standen gezet worden. De vering van de zitting kan worden aangepast, door de rubberen blokken aan de onderkant van de zitting te verplaatsen in hun bevestiging. Zet beide blokken in de voorste, middelste of achterste stand.
PRESENTATIE Verlichting en elektrisch contact Bypass-kleppen Verlichting Om de zitmaaier te kunnen verplaatsen met een motor die uit staat, moet u de hydraulische druk worden afgelaten. De hydraulische druk wordt geopend en gesloten met behulp van een bypass-klep. Als u probeert de machine te rijden zonder hydraulische druk zal hij zich niet verplaatsen. Als de ene klep geopend is, verliest u de aandrijving op die as. De P 524 heeft twee kleppen, een klep voor de vooras en een voor de achteras.
GEBRUIK Maaitips Voor de start • Lees de veiligheidsinstructies en de informatie over de plaats van de hendels en functies door voordat u start. • Voer dagelijks onderhoud uit voor de start volgens het Onderhoudsschema. BELANGRIJK! Het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting mag niet worden geblokkeerd door bijv. kledingstukken, bladeren, gras of vuil. De koeling van de motor verslechtert dan. Risico van ernstige motorschade.
GEBRUIK 4 Breng de gashendel naar de middenstand. 5 Wanneer de motor koud is moet de chokehendel naar achteren naar de eindstand getrokken worden. 7 Wanneer de motor start, moet u de ontstekingssleutel gelijk weer naar neutraalstand laten gaan. BELANGRIJK! Laat de startmotor niet langer dan ca. 5 seconden achtereen lopen. Wanneer de motor niet start, moet u ca. 15 seconden wachten voor u de volgende startpoging doet. 6 8 Schuif de chokehendel stap voor stap naar voren wanneer de motor is gestart.
GEBRUIK BELANGRIJK! Bij temperaturen lager dan 0° C moet de machine minstens 10 minuten warmlopen zodat de hydraulische olie en de transmissie warm worden. Anders riskeert u schade aan de transmissie en een kortere levensduur ervan. Starten van een motor met een zwakke accu ! Verwijder de kabels in omgekeerde volgorde • De ZWARTE kabel haalt u eerst los van het chassis en dan van de volle accu. • De RODE kabel haalt u als laatste van beide accu's.
GEBRUIK 4 Kies de gewenste maaihoogte (1-6) met de hendel voor de maaihoogte. De motor stoppen Laat de motor een minuut stationair lopen om weer normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken. Voorkom lange tijd stationair draaien, het risico bestaat dat een afzetting op de bougie optreedt. 5 Start de messen door de PTO-knop in te drukken. Om een gelijkmatige maaihoogte te krijgen is het belangrijk dat de luchtdruk in de beide voorwielen gelijk is.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hieronder volgt een lijst van het onderhoud dat aan de zitmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken.
ONDERHOUD Dagelijks onderhoud voor de start Onderhoud Wekelijks onderhoud3) Ten minste Onderhoudsinterv ieder al in uren jaar 10 40 100 200 Draai bouten en moeren vast O Controle en afstellen van gaskabel X Maak het luchtfilter schoon. X Controleer/stel de maaihoogte-instelling af X Controleer/stel de parkeerrem af X Maak de koelflenzen van de motor2) X X X O Vervang luchtfilter. X Vervang het brandstoffilter X Vervang de bougie.
ONDERHOUD Schoonmaken Voorkap Maak de machine direct na gebruik schoon. Het is veel makkelijker maairesten weg te spoelen als ze nog niet opgedroogd zijn en vastzitten. Maak het slot los met de achterkant van de contactsleutel of met ander gereedschap en til de frontkap eraf. Olieresten kunnen worden opgelost met een koud ontvettingsmiddel. Breng een dunne laag aan. Afspoelen met gewoon water (waterleidingdruk). De frontkap zit met twee haken in het frame van het maaidek.
ONDERHOUD Linker vleugelkap Maak de bouten van de vleugelkap los en til de kap eraf. 3 Verwijder de linker vleugelkap, zie “Linker vleugelkap” op pagina 24. 4 Maak de borgmoeren los. 5 Stel een speling in van 1 mm (0,040") tussen mantel en stelschroef wanneer u aan de mantel trekt. Dit geeft een speling van ca. 40 mm van het pedaal. 6 Zet de moeren niet te hard vast, zodat de stelschroef niet beschadigt. 7 Nadat het afstellen gereed is, moet de rem opnieuw gecontroleerd worden.
ONDERHOUD 4 Druk het nieuwe filter op de slanguiteinden. Indien nodig kan een zeepoplossing om de filteruiteinden aangebracht worden om de montage te vergemakkelijken. 5 Plaats de slangklemmen weer op het filter. 3 Neem het filterpatroon uit het filterhuis. 4 Maak het filter schoon door het voorzichtig tegen een hard oppervlak te slaan en blaas met perslucht vanaf de binnenkant. Nooit het vuil wegborstelen. Vervang het luchtfilter als het erg vuil is.
ONDERHOUD Ontstekingssysteem Controle van veiligheidssysteem De motor is voorzien van een elektronisch ontstekingssysteem. Alleen de bougie heeft onderhoud nodig. De zitmaaier is uitgerust met een veiligheidssysteem dat starten of rijden onder de volgende condities verhindert. Aanbevolen bougie, zie “Technische gegevens” op pagina 45. BELANGRIJK! Een verkeerd type bougie kan de motor beschadigen.
ONDERHOUD 5 Til de lampen uit de inzet. 6 Plaats de nieuwe lampen. Let goed op dat u de voorkant met uw duim tegenhoudt. 7 Plaats kabels, lampinzet en kap in de omgekeerde volgorde terug. Controle van luchtdruk in de banden De luchtdruk in de banden moet 100 kPa/1,0 bar/14,5 PSI zijn voor en achter. Hoofdzekering De zekering zit in een losse houder onder de accu. Type: Lamelzekering, 20 A.
ONDERHOUD Controleer of de luchtleiding, die aan de onderkant van de motorkap zit, schoon is en niet tegen de koelluchtinlaat schuurt. Montage 1 Plaats een nieuwe maaidekriem volgens het schema voor riemen. 2 Monteer in omgekeerde volgorde. Zorg dat de maaidekriem recht ligt bij de spanpoelie. 3 Trek de hefketting terug en borg de ketting met de stang, zodat een kettingschakel zichtbaar is. 4 Zet het maaidek van de servicestand weer in de maaistand.
ONDERHOUD Monteren van maaidek ! 7 Zet de veer van het spanwiel vast. WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaidek monteert. De veer waarmee de riem wordt gespannen kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken. 1 Plaats de machine op een vlakke ondergrond en activeer de parkeerrem. Controleer of de hendel voor het instellen van de maaihoogte in de laagste stand, stand 1, staat. 2 Druk het gereedschapsframe omlaag en zet de vergrendeling tegen de beugel. Plaats de frontkap.
ONDERHOUD Controle en afstellen van gronddruk van het maaidek Afstellen van de parallelliteit van het maaidek Om het beste maairesultaat te krijgen moet het maaidek de ondergrond volgen zonder te stevig aan te liggen. De druk wordt afgesteld met een bout en veer aan beide kanten van de zitmaaier. 1 Controleer de luchtdruk van de banden, 200 kPa/ 2,0 bar/ 30 PSI voor en 160 kPa/ 1,6 bar/ 24 PSI achter. 2 Zet de zitmaaier op een vlakke ondergrond. 3 Laat het maaidek naar de maaistand zakken.
ONDERHOUD 3 Verwijder de frontkap door de spie los te maken. (Aan de binnenkant van de frontkap staat een complete instructie voor servicestand). ! 4 6 Pak de voorkant van het maaidek vast en trek het naar voren tot het niet verder gaat. 7 Til het maaidek op tot het niet meer gaat en u een klikgeluid hoort. Het maaidek wordt automatisch in verticale stand vastgezet. WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaidek demonteert.
ONDERHOUD 2 Klap de vergrendeling op tot de bout van de parallelstang. 7 Maak de veer los waarmee de V-snaar opgespannen is en wrik de riem eraf. Haal de bout eraf zodat de parallelstang aan het ene uiteinde vrij komt. Het monteren van de nieuwe riem gebeurt in omgekeerde volgorde. Controle van messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen onbeschadigd en scherp zijn. Controleer of de bevestigingsbouten van de messen goed zijn aangedraaid.
SMEREN Verklaring van de symbolen in het smeerschema Algemeen Verwijder de startsleutel om onbedoelde bewegingen tijdens het smeren te voorkomen. Filtervervanging Bij smeren met een oliekan moet de oliekan gevuld zijn met motorolie. Olie verversen Bij smeren met vet kan, waar niet anders is aangegeven, vet 503 98 96-01 of een ander chassis- of kogellagervet met een goede antiroestbescherming gebruikt worden.
SMEREN Accessoires • Het smeren of andere verzorging van extra uitrusting of accessoires, zie, wordt niet in deze beschrijving beschreven. Vanzelfsprekend moet ook deze uitrusting verzorgd worden. Zie de gebruiksaanwijzingen van de desbetreffende accessoires voor instructies. Beweeg de pedalen en smeer beweegbare onderdelen met een oliekan. Smeer de kabels voor de rem- en rijpedalen met een oliekan.
SMEREN Ketting in frametunnel Gas- en chokekabels, hendellagers Verwijder de frameplaat door de vier bouten los te draaien. • Smeer de ketting in de frametunnel met een oliekan of kettingspray voor motorfietsen. • • Schakels en scharnierpunten van de maaiafstelling Smeer de schakels en scharnierpunten voor de kabels van de maaihoogte-instelling achter het rechter voorwiel. Smeer met een oliekan. Bestuurderszitting Klap de zitting omhoog. Smeer de schuifrails van de lengte-instelling met een oliekan.
SMEREN Controle van het oliepeil in het hydraulisch systeem Controle van oliepeil in de transmissie Olie verversen en filters vervangen moet worden gedaan door een erkende servicewerkplaats en wordt in het werkplaatshandboek beschreven. Maatregelen aan het systeem stellen bijzondere eisen aan netheid en het systeem moet worden ontlucht voor de machine in gebruik wordt genomen. • Controleer met de peilstok of de juiste hoeveelheid olie in de transmissie zit.
SMEREN De olie wordt bijgevuld in hetzelfde gat als waar de peilstok in zit. Langzaam de olie bijvullen. Controleer het oliepeil in de motor, vul bij indien nodig. Draai de peilstok stevig vast voor de motor wordt gestart. Start de motor en laat deze ca. 30 seconden stationair draaien. Zet de motor uit. Wacht 30 seconden en controleer het oliepeil. Vul indien nodig olie bij tot de olie het FULL-teken op de peilstok nadert.
SMEREN Scharnierlager Smeer het scharnierlager in het midden. Smeer met een vetspuit tot er vet naar buiten wordt geperst. Verbindingsstang • 2 nippels, een aan elke kant. Smeer met een vetspuit tot er vet naar buiten wordt geperst.
SCHEMA VOOR HET OPSPOREN VAN STORINGEN Probleem De startmotor draait maar de motor start niet Oorzaak Er zit geen brandstof in de brandstoftank Verkeerde bougies Verkeerde bougieaansluitingen of verwisselde kabels Vuil in carburateur of brandstofleiding Brandstoffilter verstopt De startmotor trekt de motor niet rond De accu is leeg Slecht contact tussen kabel en accupool De hoofdzekering is kapot.
ELEKTRISCH EN HYDRAULISCH SYSTEEM Elektrisch systeem 1 2 3 10 9 4 5 6 7 8 De getallen komen overeen met: 1 Hoofdzekering 20 A 2 Startrelais 3 Microschakelaar, zitting 4 Schakelaar voor verlichting 5 Verlichting 6 Urenteller 7 Microschakelaar, hydrostaat 8 Zekeringhouder 9 Ontstekingsslot 10 Elektrisch contact 40 – Dutch
ELEKTRISCH EN HYDRAULISCH SYSTEEM GND GND Elektrisch schema Dutch – 41
ELEKTRISCH EN HYDRAULISCH SYSTEEM 42 – Dutch
ELEKTRISCH EN HYDRAULISCH SYSTEEM Hydraulisch systeem Houd het hydraulisch systeem schoon. Denk erom dat: • U zorgvuldig schoonmaakt voordat de vuldop wordt geopend of een aansluiting wordt losgemaakt. • U schone vaten gebruikt wanneer u olie bijvult. • U alleen schone olie bijvult, die bewaard is in gesloten containers. • U niet bijvult met afgetapte olie. • U olie ververst en filters vervangt volgens de intervallen die staan aangegeven in het Onderhoudsschema.
STALLEN Winterstalling Bescherming Aan het einde van het maaiseizoen moet de zitmaaier direct klaar gemaakt worden voor stalling, dit moet ook gebeuren wanneer hij langer dan 30 dagen ongebruikt blijft staan. Brandstof die lange periodes blijft staan (30 dagen of meer) kan plakkerige lagen afzetten, die de carburateur verstoppen en de werking van de motor verstoren. Om uw machine te beschermen tijdens stalling of transport is een hoes verkrijgbaar. Neem contact op met uw dealer voor een demonstratie.
TECHNISCHE GEGEVENS Technische gegevens Afmetingen P 524 Lengte zonder maaidek, mm/ft 2050/6,73 Breedte zonder maaidek, mm/ft 980/3,22 Hoogte, mm/ft 1150/3,77 Bedrijfsgewicht zonder maaidek, kg/lb 385/849 Asafstand, mm/ft 1000/3,29 Spoorbreedte voor, mm/ft 765 / 2,5 Spoorbreedte achter, mm/ft 765 / 2,5 Bandenmaat 18 x 8,5 x 8 Luchtdruk voor, kPa/bar/PSI 100/1,0/14,5 Luchtdruk achter, kPa/bar/PSI 100/1,0/14,5 Motor Fabricaat/Model Kawasaki / FX 691V-KME09023 Nominaal motorvermogen, kW
TECHNISCHE GEGEVENS Technische gegevens m.b.t. het maaidek Maaidek C 112 C 122 1120 / 44,1 1220 / 48 25-80/0,98-3,15 25-80 / 0,98-3,15 420 / 16,5 454 / 17,9 Breedte, mm 1220 / 48 1330 / 52,4 Gewicht, kg/lb 56 / 123,5 64 / 141 Maaibreedte, mm/inch Maaihoogtes, 7 standen, mm/inch Mesdiameter, mm/inch Technische gegevens m.b.t. geluids- en trillingsniveaus P 524 C 112 C 122 Geluidsvermogen, gemeten dB(A) 99 102 Gegarandeerd geluidsvermogen dB(A) 100 104 85 89 Geluidsemissie (zie opm.
TECHNISCHE GEGEVENS EG-verklaring van overeenstemming (Geldt alleen voor Europa) Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaier Husqvarna P 524 met een serienummer uit het jaar 2011 en later (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het typeplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJNEN VAN DE RAAD: van 17 mei 2006 “betreffende machines” 2006/42/EG van 15 december 2004 “betreffende elektromagnetis
Originele gebruiksaanwijzing 1153985-36 ´®z+U§U¶6R¨ ´®z+U§U¶6R¨ 2011-04-19