Operation Manual

12 –
Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Als er lekkage is opgetreden in het brandstofsysteem mag
de motor niet gestart worden voordat deze is verholpen.
Bewaar de machine en de brandstof zodanig dat er geen
risico bestaat dat lekkende brandstof of brandstofdampen
schade kunnen veroorzaken.
Controleer voor ieder gebruik het brandstofpeil en laat
ruimte over zodat de brandstof kan uitzetten, omdat de
warmte van de motor en de zon de brandstof anders zo uit
kunnen laten zetten dat deze overloopt.
Voorkom overvulling. Als benzine op de machine is
gemorst, moet u deze opnemen en wachten tot de
brandstof verdampt is voordat u de motor start. Wanneer
u op uw kleding heeft gemorst, moet u zich omkleden.
Laat de machine afkoelen voordat u iets doet aan de
motorkamer.
Wees voorzichtig bij het onderhoud van de accu. In de
accu wordt een explosief gas gevormd. Voer nooit
onderhoud aan de accu uit terwijl u rookt of in de buurt van
open vuur of vonken bent. De accu kan dan exploderen en
ernstig letsel veroorzaken.
Zorg ervoor dat bouten en moeren goed zijn vastgedraaid
en dat de uitrusting in goede staat verkeert.
Wijzig de veiligheidsmiddelen nooit. Controleer
regelmatig of ze werken. De machine mag niet gebruikt
worden met kapotte of niet gemonteerde
beschermplaten, beschermkappen,
veiligheidsschakelaars of andere
veiligheidsvoorzieningen.
Let op het risico dat u gewond kunt raken door
beweeglijke of warme onderdelen wanneer u de motor
start met open motorkap of gedemonteerde
beschermingskappen.
Wijzig de regulatorinstelling niet. Wanneer u met een te
hoog toerental rijdt, bestaat het risico van machineschade,
zie “Technische gegevens” op pagina 45 voor het
maximaal toegestane motortoerental.
Gebruik de machine nooit binnenshuis of in ruimten waar
geen ventilatie is. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide,
een geurloos, giftig en levensgevaarlijk gas.
Stop om de uitrusting te inspecteren wanneer u tegen een
voorwerp aanrijdt. Repareer, indien nodig, voordat u start.
Voer nooit afstellingen uit terwijl de motor draait.
De machine is alleen getest en goedgekeurd met door de
producent geleverde en aanbevolen uitrusting.
De mesranden zijn scherp en kunnen snijwonden
veroorzaken. Verpak de messen of gebruik
veiligheidshandschoenen wanneer u deze hanteert.
Controleer regelmatig de werking van de parkeerrem.
U moet deze al naar gelang de behoefte afstellen en
onderhouden.
Verminder het brandgevaar door gras, blad en ander
vastzittend vuil van de machine te halen. Laat de machine
afkoelen voor deze in de stalling wordt gezet.
Transport
De machine is zwaar en kan ernstige verbrijzelingen
veroorzaken. Wees extra voorzichtig wanneer hij op of van
een auto of een aanhanger wordt geladen.
Gebruik een goedgekeurde aanhanger om de machine te
transporteren.
Voor het zekeren van de machine op de aanhanger
worden twee goedgekeurde spanbanden en vier
wigvormige wielblokken gebruikt.
Schakel de parkeerrem in en wikkel de spanbanden ronde
stabiele delen van de machine, bijvoorbeeld het frame of
het achterste gedeelte van de maaier. Zeker de machine
door de banden naar achteren respectievelijk naar voren
op de aanhanger te spannen.
Plaatst de wielblokken voor en achter de achterwielen.
Controleer en volg lokale verkeersbepalingen voordat u
de machine vervoert of op een weg rijdt.
BELANGRIJK!
De parkeerrem is niet voldoende om de machine vast te
zetten tijdens transport. Zorg ervoor de machine goed op
het transportvoertuig vast te zetten.