Operation Manual

Dutch – 27
ONDERHOUD
5 Til de lampen uit de inzet.
6 Plaats de nieuwe lampen. Let goed op dat u de voorkant
met uw duim tegenhoudt.
7 Plaats kabels, lampinzet en kap in de omgekeerde
volgorde terug.
Hoofdzekering
De zekering zit in een losse houder onder de accu. Type:
Lamelzekering, 20 A.
De zekering van de elektrische uitgang zit onder het
bedieningspaneel. Type: Lamelzekering, 5 A.
Gebruik bij vervangen geen andere zekeringen.
Een gesprongen zekering geeft aan dat de stift verbrand is.
Trek de zekering uit de houder om te vervangen.
De zekering dient ter bescherming van het elektrisch
systeem. Wanneer hij korte tijd later opnieuw springt, komt dit
door kortsluiting die moet worden verholpen voordat de
machine weer in gebruik genomen wordt.
Controle van luchtdruk in de banden
De luchtdruk in de banden moet 100 kPa/1,0 bar/14,5 PSI zijn
voor en achter.
Controle van de koelluchtinlaat van
de motor
Maak het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de
bestuurderszitting schoon.
Klap de motorkap omhoog.
Controleer of de koelluchtinlaat van de motor vrij is van
bladeren, gras en vuil.
BELANGRIJK!
Een verschil in luchtdruk in de voorbanden kan ertoe leiden
dat de messen het gras ongelijk afmaaien.
!
WAARSCHUWING!
De koelluchtinlaat draait wanneer de motor
loopt. Pas op uw vingers.