Operation Manual

40 – Dutch
Smeren
Hydraulisch oliefilter, vervangen
Draai het oude oliefilter tegen de klok in om het te
verwijderen. Gebruik indien nodig een filtertang.
Smeer de rubberen pakking van het nieuwe oliefilter
lichtjes met nieuwe olie in.
Monteer het filter met de hand zo’n + 3/4 slagen tot het
aanligt. Verwijder de transmissiekap en vul de olietank
van de transmissietank bij met ca. 0,3 l olie. Let bij het
hierna genoemde laten lopen van de motor goed op en
vul bij zodat de tank niet leeg raakt.
Laat de motor draaien, bedien de stuurbekrachtiging,
controleer vervolgens of er geen lekkage is rond de afdichting
van het oliefilter.
Controleer het oliepeil in de transmissie, vul bij indien
nodig. In het oliefilter gaat 0,3 liter olie.
Breng het transmissiedeksel weer aan.
Parkeerremkabel PR 17 en PF 21
Verwijder de transmissiekap.
Haak de veer (A) van de schroef (B) los.
Verwijder de rubberen mantel van de kabel voor het
smeren.
Smeer de kabel met een oliekan, druk het rempedaal
enkele malen in en smeer nogmaals.
Breng de veer (A) en het transmissiedeksel weer aan.
Parkeerremkabel PR 17 AWD en PF
21 AWD
Verwijder de frameplaat door de twee bouten los te
draaien.
Verwijder de linker vleugelkap.
Smeer beide uiteinden van de kabel.
Verwijder de rubberen mantel van de kabel voor het
smeren.
Smeer de kabel met een oliekan, druk het
parkeerrempedaal enkele malen in en smeer nogmaals.
Breng de frameplaat en de vleugelkap weer aan.
Controle van het oliepeil van de
transmissie
Verwijder de transmissiekap. Maak de twee bouten los
(een aan elke kant) en verwijder de transmissiekap.
Controleer of er olie in de olietank van de transmissie zit.
PR 17, PF 21. Vul indien nodig bij met motorolie SAE
10W/40 (klasse SF-CC).
PR 17 AWD, PF 21 AWD. Vul de olie zo nodig bij met
Synthetic 10W/50.
Breng het transmissiedeksel weer aan.
Olie verversen en filters vervangen moet worden gedaan
door een erkende servicewerkplaats en wordt in het
werkplaatshandboek beschreven. Maatregelen aan het
systeem stellen bijzondere eisen aan netheid en het systeem
moet worden ontlucht voor de machine in gebruik wordt
genomen.
B
A