Gebruiksaanwijzing R 214TC Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Symbolen Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. WAARSCHUWING! Slordig of onjuist gebruik kan resulteren in ernstig letsel of overlijden van de gebruiker of anderen. Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen. Draag altijd: • Geluidsemissie naar de omgeving volgens de richtlijnen van de Europese Gemeenschap.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Kijk vóór en tijdens het achteruitrijden achterom. Toelichting op de waarschuwingsniveaus De waarschuwingen zijn onderverdeeld in drie niveaus. Startinstructie WAARSCHUWING! ! WAARSCHUWING! Wordt gebruikt indien er een risico bestaat op ernstig of fataal letsel voor de gebruiker of schade aan de omgeving wanneer de instructies in de handleiding niet worden gevolgd.
INHOUD Inhoud VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Symbolen ..................................................................... Toelichting op de waarschuwingsniveaus .................... INHOUD Inhoud .......................................................................... INLEIDING Beste klant! .................................................................. Rijden en transport op de openbare weg ..................... Slepen .......................................................................... Gebruik ..
INLEIDING Beste klant! Gefeliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders hebben een uniek ontwerp met een vooropgeplaatste maai-inrichting en gepatenteerde knikbesturing. De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken. De hendels die bij elkaar zijn geplaatst en een hydrostatische transmissie die met pedalen wordt geregeld, dragen ook bij tot de prestaties van de machine. Deze gebruiksaanwijzing is een waardevol document.
Servicejournaal Service bij levering 12 Informeer de klant over: 1 Laad de accu 4 uur lang bij max. 5 A. De noodzaak en de voordelen om het onderhoudsschema te volgen. 2 Monteer het stuur, de zitting en indien nodig andere onderdelen. Effect van onderhoud en servicejournaal op de inruilwaarde van de machine. 3 Controleer de luchtdruk in de banden (60 kPa, 0,6 bar, 9 psi) en pas deze aan. Gebruiksmogelijkheden voor BioClip. 4 Stel het maai-element af: Vul het verkoopbewijs enz. in.
WAT IS WAT? 1 2 9 3 10 5 67 4 8 12 11 13 14 Wat is wat op de zitmaaier? 1 Snelheidsregeling voor het vooruit rijden 8 Motorkapslot 2 Snelheidsregeling voor het achteruit rijden 9 Handrem 3 Hefstang voor het maaielement 10 Vergrendelknop voor handrem 4 Hendel voor instelling van maaihoogte 11 Instelling van zitting.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze aandachtig door. • Pas op voor de uitworp en richt die niet op iemand. • Stop de motor om een motorstart te voorkomen, voordat u het maaielement schoonmaakt. • Denk eraan dat de bestuurder verantwoordelijk is voor gevaren of ongelukken. • Neem nooit passagiers mee. De machine is alleen bedoeld om door één persoon te worden gebruikt.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Pas op voor verkeer wanneer u vlakbij een weg werkt of deze oversteekt. • Laat de machine nooit zonder toezicht achter wanneer de motor draait. Zet de messen altijd uit, trek de handrem aan, stop de motor en haal de sleutel eruit voordat u de machine achterlaat. • Laat kinderen of andere personen die niet zijn opgeleid om met de machine om te gaan, deze nooit gebruiken of onderhouden. Lokale voorschriften kunnen de leeftijd van de gebruiker bepalen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Maai niet vlakbij randen, sloten of wallen. De machine kan plotseling omslaan wanneer één wiel over de rand van een diepte of een sloot komt, of wanneer een rand instort. • Maai geen nat gras. Dat is glad en de banden kunnen de grip verliezen zodat de machine gaat glijden. • Probeer de machine niet te stabiliseren door een voet op de grond te zetten. • Bij het schoonmaken van het onderstel mag de machine nooit vlak naast een rand of sloot gereden worden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Wees voorzichtig bij het onderhoud van de accu. In de accu wordt een explosief gas gevormd. Voer nooit onderhoud aan de accu uit terwijl u rookt of in de buurt van open vuur of vonken. De accu kan dan exploderen en zwaar letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bouten en moeren goed zijn vastgedraaid en dat de uitrusting in goede staat verkeert. • Wijzig de veiligheidsmiddelen nooit. Controleer regelmatig of ze werken.
PRESENTATIE Presentatie Snelheidsregeling Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct waar u lang plezier van zult hebben. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft R 214TC. De snelheid van de machine wordt traploos geregeld met twee pedalen. Bij het vooruit rijden wordt pedaal (1) gebruikt en bij achteruit rijden pedaal (2). 1 2 WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat takken niet bij de pedalen kunnen bij het maaien onder struiken. Gevaar van ongewenste beweging.
PRESENTATIE Maaielement De R 214TC heeft een Combi 94 maai-inrichting. Bij afstelling wordt de hendel onder de voorkant van de zitting naar links gebracht, daarna kan de zitting naar voren of naar achteren worden geschoven tot de gewenste stand. Het combi-element verdeelt het maaisel tot meststoffen, wanneer de BioClip-plug is gemonteerd. Zonder BioClip-plug werkt het element op dezelfde manier als een achteruitworpelement.
Rijden Voor de start Starten van de motor • Lees de veiligheidsinstructies en de informatie over de plaats van de hendels en functies door voordat u start. 1 Zorg ervoor dat de ontkoppelingshendel ingedrukt is. • Voer dagelijks onderhoud uit voor de start volgens het Onderhoudsschema. 2 Breng de maaikast omhoog door de hendel naar achter te trekken naar de blokkeerstand (transportstand) en zet de handrem aan. De motor kan niet opnieuw worden gestart, als de parkeerrem niet wordt ingedrukt.
Rijden 6 Als de motor start, laat dan de contactsleutel meteen terug springen naar de neutrale stand. Starten van een motor met een zwakke accu START ! START STOP STOP WAARSCHUWING! Lood-zuur-accu’s geven explosieve gassen af. Voorkom vonken, open vuur en roken vlakbij accu’s. Draag altijd een veiligheidsbril in de buurt van accu’s. Als de accu te zwak is om de motor te starten, dient deze opgeladen te worden. Bij het gebruik van startkabels voor een noodstart, volgt u onderstaande procedure: N.B.
Rijden Rijden met de zitmaaier Afzetten van de motor 1 Plaats de machine altijd op een vlakke ondergrond met de motor UIT. Zet de parkeerrem los door eerst het parkeerrempedaal in te drukken en daarna op te laten komen. 2 1 Til het maaielement op door de hendel naar achteren te trekken naar de vergrendelstand. 2 Zet de gashendel in de stationairstand. Draai de contactsleutel naar de stand ”STOP”. 1 2 Druk voorzichtig een van de pedalen in tot de gewenste snelheid wordt bereikt.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hier volgt een lijst met het onderhoud dat aan de zitgrasmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken.
ONDERHOUD Schoonmaken Rechter vleugelkap Maak de machine direct na gebruik schoon. Het is veel makkelijker maairesten weg te spoelen als ze nog niet vast gedroogd zijn. Verwijder de knop op de snelheidshendel (1), de bouten (2 en 3) en til de kap eraf. 2 2 1 2 BELANGRIJK! Plaats de machine altijd op een vlakke ondergrond met de motor UIT voordat u enig onderhoud pleegt. Olieresten kunnen worden opgelost met een koud ontvettingsmiddel. Breng een dunne laag aan.
ONDERHOUD 3 Indien nodig kunnen de kabels gespannen worden door de stelmoeren aan iedere kant van de stuurkrans aan te draaien. Span de kabels niet te strak, ze moeten alleen tegen de stuurkrans getrokken worden. 4 Schroef de riemafschermingen en de zijbeschermingen los. De beschermingen zijn aan beide zijden van de machine aangebracht. Controleren en afstellen van de gaskabel Controleer of de motor reageert bij gas geven en of het juiste toerental wordt bereikt bij volgas geven.
ONDERHOUD Vervangen van brandstoffilter 3 Vervang het op de leiding gemonteerde brandstoffilter iedere 100 uur (een keer per seizoen) of vaker als het verstopt is. Reinig het filter door er voorzichtig mee op een hard oppervlak te kloppen. Gebruik geen perslucht om het filter te reinigen. Vervang het luchtfilter als dit nog steeds vuil is. Vervang het papierfilter altijd om de 200 uur. BELANGRIJK! Laat de motor nooit draaien wanneer het luchtfilter is verwijderd.
ONDERHOUD 7 bougie moet 1/8 slag aangedraaid worden vanaf het aanligpunt. Een nieuwe bougie moet 1/4 slag aangedraaid worden vanaf het aanligpunt. Controle van de spanning van de banden Zet de bougiedop terug. De spanning van de banden moet 60 kPa (0,6 bar / 9 PSI) voor alle wielen bedragen. Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de spanning voor de achterbanden worden verminderd tot 40 kPa (0,4 bar/5,6 PSI). Hoogste toegestane spanning is 100 kPa (1,0 bar/14 PSI). N.B.
ONDERHOUD Controle en afstellen van gronddruk van het maai-element Afstellen van de parallelliteit van het maai-element Om het beste maairesultaat te krijgen moet het maai-element de ondergrond volgen zonder te stevig aan te liggen. 1 Verwijder de frontkap. 2 Schroef de riemafscherming los. 3 Maak de moeren van de parallelliteitsstang los. 4 Schroef de stang uit (verlengen) om de achterkant van de kap te verhogen. De druk wordt afgesteld met een bout en veer aan beide kanten van de zitmaaier.
ONDERHOUD Verwijderen van maai-element ! 7 Om te voorkomen dat het maaidek terugveert, plaatst u een houten blok tussen het werktuigframe en het chassis. WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaielement demonteert. De veer waarmee de riem wordt gespannen kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken. Ga als volgt te werk om het maaidek te verwijderen: 1 Zet de machine op een vlakke ondergrond. Schakel de parkeerrem in en vergrendel deze.
ONDERHOUD Servicestand voor maai-element 7 Maak de stang voor de maaihoogte los en plaats deze in de houder. 8 Pak de voorkant van het element beet en trek het naar voren tot het niet verder gaat. 9 Til het element op tot het niet meer gaat en u een klikgeluid hoort. Om ervoor te zorgen dat u bij schoonmaken, reparatie en service overal goed bij kunt, kan het maai-element in servicestand gezet worden. Servicestand betekent dat het element opgeklapt en vergrendeld is in verticale stand.
ONDERHOUD Controle van messen Montage gebeurt in omgekeerde volgorde. Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen onbeschadigd en scherp zijn. • Het blad moet zodanig worden gemonteerd dat de schuine uiteinden omhoog wijzen in de richting van de kap. • Aanhaalmoment 45-50 Nm (4,5-5 kpm/32-36 lbft). Controleer of de bevestigingsbouten van de messen goed zijn aangedraaid. 15mm N.B.
Smeren Controle van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de machine horizontaal staat en de motor uit is. Klap de motorkap omhoog. Vervangen van motorolie De motorolie moet de eerste keer vervangen worden na 8 uur bedrijfstijd. Daarna moet het verversen om de 100 bedrijfsuren plaatsvinden. Bij rijden met zware belasting of hoge omgevingstemperaturen, vervangt u de olie om de 50 uur. Maak de peilstok daarna los en trek hem weer omhoog.
Storingsschema Vervangen van oliefilter Smeren van de riemspanner Het oliefilter moet om de 200 bedrijfsuren worden vervangen. Draai het oude oliefilter tegen de klok in om het te verwijderen. Gebruik indien nodig een filtertang. De riemspanner moet regelmatig worden ingevet met molybdeendisulfidevet van goede kwaliteit*. Smeer de rubberen pakking van het nieuwe oliefilter lichtjes met nieuwe olie in. Monteer het oliefilter door het met de klok mee te draaien.
Storingsschema Probleem Oorzaak Geen brandstof in de brandstoftank De bougie verkeerd. De motor start niet Defecte ontstekingskabel. Vuil in carburateur of brandstofleiding De startmotor krijgt de motor niet rond Defecte veiligheidsschakelaar Accu leeg Slecht contact tussen kabel en accupool Hendel voor de maaikast in verkeerde stand De startmotor krijgt de motor niet rond Hoofdzekering kapot. Contactslot kapot Rem niet geactiveerd. Defecte startmotor De bougie verkeerd.
Stallen Winterstalling Beschermkap Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat worden. Brandstof die lange perioden in de tank blijft (30 dagen of meer) kan kleverige afzettingen produceren, die de vergasser kunnen verstoppen en de werking van de motor kunnen verstoren. Om uw machine te beschermen tijdens stalling of transport is een hoes verkrijgbaar.
Technische gegevens Afmetingen R 214TC Lengte met maaidek, mm/ft 223 / 7,32 Lengte zonder element, mm/ft 194 / 6,36 Breedte met maaidek, mm/ft 100-108 / 3,28-3,54 Breedte zonder element, mm/ft 89 / 2,92 Hoogte, mm/ft 1070/3,52 Machine zonder maai-eenheid, met lege tank, kg/lb 211 / 467,4 Asafstand, mm/ft 887/2,91 Spoorbreedte voor, mm/ft 712/2,34 Spoorbreedte achter, mm/ft 627/2,06 Bandenmaat 16 x 6,50 x 8 Bandenspanning achter en voor, kPa / bar / PSI 60 (0,6/8,5) Motor Fabrikaat/Mo
Technische gegevens BELANGRIJK! Wanneer dit product versleten is en niet langer wordt gebruikt, moet het voor hergebruik bij de dealer of een andere instantie ingeleverd worden. BELANGRIJK! Om verbeteringen te kunnen doorvoeren kunnen de specificaties en de vormgeving veranderd worden zonder speciale mededeling. Denk eraan, dat geen enkele gerechtelijke eis, van welke aard dan ook, kan worden gesteld op grond van de informatie in deze gebruiksaanwijzing. Gebruik alleen originele onderdelen bij reparaties.
Originele instructies 1157317-36 ´®z+Y?i¶6Y¨ ´®z+Y?i¶6Y¨ 2015-02-25