Operation Manual

Dutch – 37
Storingsschema
Probleem Oorzaak
De motor start niet
Geen brandstof in de brandstoftank
De bougie verkeerd.
Defecte ontstekingskabel.
Vuil in carburateur of brandstofleiding
De startmotor krijgt de motor niet rond
Defecte veiligheidsschakelaar
De startmotor krijgt de motor niet rond
Accu leeg
Slecht contact tussen kabel en accupool
Hendel voor de maaikast in verkeerde stand
Hoofdzekering kapot.
Contactslot kapot
Rem niet geactiveerd.
Defecte startmotor
De motor loopt onregelmatig
De bougie verkeerd.
Vergasser verkeerd afgesteld
Het luchtfilter verstopt
Ventilatie van de brandstoftank verstopt
Ontstekingsafstelling verkeerd
Vuil in carburateur of brandstofleiding
Choken of verkeerd afgestelde gaskabel
De motor lijkt zwak
Het luchtfilter verstopt
De bougie verkeerd.
Vuil in carburateur of brandstofleiding
Vergasser verkeerd afgesteld
Choken of verkeerd afgestelde gaskabel
De motor raakt oververhit
De motor overbelast
De bougie verkeerd.
Luchtinlaat of koelflenzen verstopt
Ventilator beschadigd
Te weinig of geen olie in de motor
Voorontsteking niet goed
De accu wordt niet opgeladen
Een of meer cellen kapot
Slecht contact bij de kabelaansluitingen van de accupolen
De zitmaaier trilt
De messen zitten los
De motor zit los
Onbalans tussen een of meer messen, veroorzaakt door schade of slechte
balancering na het slijpen
Ongelijkmatig maairesultaat
Messen bot
Lang of nat gras
Maaikast scheef afgesteld
Grasopeenhoping onder de kap
Verschillende spanning in de banden aan de rechter en linker kant
Te hoge rijsnelheid
Te laag motortoerental
De aandrijfriem slipt