Gebruiksaanwijzing R 422Ts R 422Ts AWD Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
INHOUD Inhoud INHOUD Inhoud .......................................................................... Servicejournaal Service bij levering ....................................................... Na de eerste 8 uur ....................................................... INLEIDING Beste klant! .................................................................. Rijden en transport op de openbare weg ..................... Slepen ..........................................................................
Servicejournaal Service bij levering 11 Informeer de klant over: 1 Laad de accu 4 uur lang bij max. 3 A. De noodzaak en de voordelen om het onderhoudsschema te volgen. 2 Monteer het stuur, de zitting en indien nodig andere onderdelen. Effect van onderhoud en servicejournaal op de inruilwaarde van de machine. 3 Controleer en stel de luchtdruk van de banden af (60 kPa, 0,6 bar, 9 PSI).
INLEIDING Beste klant! Gefeliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn gemaakt volgens een uniek concept met een aan de voorzijde gemonteerd maaidek en een gepatenteerde besturing van de achterwielen. De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken. De hendels die bij elkaar zijn geplaatst en een hydrostatische transmissie die met pedalen wordt geregeld, dragen ook bij tot de prestaties van de machine. Deze gebruiksaanwijzing is een waardevol document.
INLEIDING Goede service Husqvarna-producten worden wereldwijd verkocht, zodat u als klant altijd verzekerd bent van de beste ondersteuning en service. Voordat het product wordt geleverd, is de machine bijvoorbeeld door uw wederverkoper gecontroleerd en afgesteld. Zie het certificaat in het Servicejournaal in deze gebruiksaanwijzing. Als u reserveonderdelen of ondersteuning bij servicevragen, garantiekwesties etc.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Symbolen Handrem Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. WAARSCHUWING! Slordig of onjuist gebruik kan resulteren in ernstig letsel of overlijden van de gebruiker of anderen. Geluidsemissie naar de omgeving volgens de richtlijnen van de Europese Gemeenschap. De emissie van de machine wordt aangegeven in het hoofdstuk Technische gegevens en op plaatjes.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Het maaidek moet worden gemonteerd bij volle snelheid. Rem Startinstructie Zet de motor af en maak de ontstekingskabel los vóór reparatie of onderhoud Controleer het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil van de transmissie Breng de maaikast omhoog Schakel de parkeerrem in.
WAT IS WAT? 12 11 13 14 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 15 16 17 18 19 20 Plaatsing van de bedieningsorganen 1 Stopcontact 11 Snelheidsregeling voor het achteruit rijden 2 Schakelaar voor het stopcontact 12 Snelheidsregeling voor het vooruit rijden 3 Ontstekingsslot 13 Handrem 4 Gashendel 14 Vergrendelknop voor handrem 5 Schakelaar voor verlichting 15 Instelling van zitting.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies • Maak het terrein schoon van voorwerpen zoals stenen, speelgoed, draden enz. die door de messen opgenomen en weggeslingerd kunnen worden. • Stop de motor en voorkom een motorstart voordat u de uitloopgoot schoonmaakt. • Pas op voor de uitworp en richt die niet op iemand. • Stop de motor om een motorstart te voorkomen, voordat u het maaielement schoonmaakt. • Denk eraan dat de bestuurder verantwoordelijk is voor gevaren of ongelukken.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ! WAARSCHUWING! De motor stoot koolmonoxide uit, een kleurloos en giftig gas. Gebruik de machine niet in afgesloten ruimtes. • Gebruik de machine alleen bij daglicht of tijdens andere goed verlichte omstandigheden. Hou de machine op veilige afstand van gaten en andere ongelijkmatigheden in de grond. Wees opmerkzaam op andere mogelijke risico’s.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Voorkom onnodige bochten op hellingen, en als het nodig is, draai dan langzaam en stap voor stap naar beneden, indien mogelijk. Rij langzaam. Gebruik kleine stuurbewegingen. • Pas op voor greppels, kuilen en verhogingen en rij er niet overheen. Op ongelijk terrein kan de machine makkelijker omver vallen. Hoog gras kan hindernissen verbergen. • Laat kinderen de machine nooit bedienen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Bewaar de machine en de brandstof zodanig dat er geen risico bestaat dat lekkende brandstof of brandstofdampen schade kunnen veroorzaken. • Controleer voor ieder gebruik het brandstofpeil en laat ruimte over voor de brandstof om uit te zetten, omdat de warmte van de motor en de zon anders de brandstof zo uit kunnen laten zetten dat deze overloopt. • Voorkom overvulling.
PRESENTATIE Presentatie Snelheidsregeling Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct waar u lang plezier van zult hebben. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de R 422 Ts en R 422 Ts AWD. De machines zijn uitgerust met een viertakt V-Twin motor van Briggs & Stratton. De snelheid van de machine wordt traploos geregeld met twee pedalen. Bij het vooruit rijden wordt pedaal (1) gebruikt en bij achteruit rijden pedaal (2).
PRESENTATIE Maaielement R 422Ts en R 422Ts AWD kunnen worden voorzien van twee verschillende maaidekken. Combi 112 en Combi 122 Het combi-element verdeelt het maaisel tot meststoffen, wanneer de BioClip-plug is gemonteerd. Zonder BioClip-plug werkt het element op dezelfde manier als een achteruitworpelement. De achteruitwerper werpt het gras van achteren uit het maaidek zonder dat het fijn wordt gehakt.
PRESENTATIE Hendel voor instelling van maaihoogte Vul de tank niet helemaal, laat ten minste 2,5 cm (1“) expansieruimte over. Met de hendel kan de maaihoogte worden geregeld in 7 verschillende standen. ! Om een gelijkmatige maaihoogte te krijgen is het belangrijk dat de luchtdruk in beide voorwielen gelijk is, 60 kPA/8,5 PSI. Zitting WAARSCHUWING! Benzine is zeer brandgevaarlijk. Neem voorzichtigheid in acht en tank buitenshuis (zie de veiligheidsinstructies).
PRESENTATIE Ontkoppelingsregeling Om de zitmaaier te kunnen verplaatsen met een motor die uit staat moet u de ontkoppelingshendel uittrekken. Als u probeert de machine te rijden met uitgetrokken ontkoppelingshendels zal hij zich niet verplaatsen. Als de ene hendel is uitgetrokken, verliest u de aandrijving op die as. Trek de hendels naar de eindstand, gebruik geen tussenstanden. Koppelingsbediening R 422 Ts AWD R 422 Ts AWD hebben afzonderlijke schakelaars voor de voor- en de achteras.
Rijden Maaitips Voor de start • Lees de veiligheidsinstructies en de informatie over de plaats van de hendels en functies door voordat u start. • Voer dagelijks onderhoud uit voor de start volgens het Onderhoudsschema. BELANGRIJKE INFORMATIE ! WAARSCHUWING! Reinig de grasmat van stenen en andere voorwerpen die door de messen kunnen worden weggeslingerd. • Lokaliseer en markeer stenen en andere vaste voorwerpen om te vermijden dat u hier tegenaan rijdt.
Rijden 4 Als de motor koud is, moet de chokebediening achteruit naar zijn eindstand worden gebracht. 9 Stel het gewenste motortoerental in met de gasbediening. ! WAARSCHUWING! Laat de motor nooit binnenshuis lopen, in een gesloten of slecht geventileerde ruimte. De uitlaatgassen van de motor bevatten giftig koolmonoxyde. Starten van een motor met een zwakke accu 5 Draai de contactsleutel naar de startstand. ! WAARSCHUWING! Lood-zuur-accu’s geven explosieve gassen af.
Rijden Verwijder de kabels in omgekeerde volgorde. • De ZWARTE kabel haalt u eerst los van het chassis en dan van de volle accu. • De RODE kabel haalt u als laatste van beide accu’s. 4 Kies de gewenste maaihoogte (1-7) met de hendel voor het instellen van de maaihoogte. Rijden met de zitmaaier 1 Zet de parkeerrem los door eerst het parkeerrempedaal in te drukken en daarna op te laten komen.
Rijden Afzetten van de motor Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken. Voorkom lange tijd stationair draaien, het risico bestaat dat een afzetting op de bougie optreedt. 1 Hef het maaidek met de hydraulische hefhendel. Het maaidek kan vervolgens zo nodig in de omhoogstand worden vastgezet door de mechanische hefhendel naar achteren te zetten tot in de vergrendelingsstand.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hier volgt een lijst met het onderhoud dat aan de zitgrasmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken.
ONDERHOUD Dagelijks Wekelijks onderhoud onderhoud3) voor de start Onderhoud Minstens jaarlijks Onderhoudsinterva l in uren 25 Controle en afstellen van chokekabel 50 100 250 X Draai bouten en moeren vast O Controleren en afstellen van de gaskabel X Maak het luchtfilter schoon. X X Controleer/ stel de maaihoogte af X X Controleer/ stel de handrem af X X Maak de koelflenzen van de motor en de hydrostaat schoon 2) O Vervang het luchtfilter.
ONDERHOUD Schoonmaken Frontkap Maak de machine direct na gebruik schoon. Het is veel makkelijker maairesten weg te spoelen als ze nog niet vast gedroogd zijn. Maak de snelsluiting los en verwijder de frontkap. Olieresten kunnen worden opgelost met een koud ontvettingsmiddel. Breng een dunne laag aan. Het voordeksel wordt met twee haken vastgezet aan het frame van het maaidek. Afspoelen met gewoon water (waterleidingdruk). Richt de straal niet op elektrische componenten of lagers.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de besturingskabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen zich nadat de zitmaaier een tijd in gebruik is geweest, uitrekken, hetgeen betekent dat de afstelling van de besturing gewijzigd kan zijn. De besturing wordt gecontroleerd en afgesteld op de volgende manier: 1 Verwijder de frameplaat door de bouten los te draaien (2 st) en til de frameplaat aan de achterkant op.
ONDERHOUD Afstellen van handrem R 422 Ts AWD Controleer of de parkeerrem goed is afgesteld door de machine op een helling te zetten met ontkoppelde voor- en achterassen. Schakel de parkeerrem in en vergrendel deze. Indien de machine niet stil staat, moet u de parkeerrem als volgt afstellen. 1 Zet de machine op een vlakke ondergrond. 2 Controleer of de handrem niet is aangetrokken. 3 Verwijder de linker vleugelkap. 4 Maak de borgmoeren los.
ONDERHOUD Vervangen van brandstoffilter Vervangen van luchtfilter Vervang het op de leiding gemonteerde brandstoffilter iedere 100 uur (een keer per seizoen) of vaker als het verstopt is. ! WAARSCHUWING! Het uitlaatsysteem is warm. Laat het afkoelen voordat u begint aan het vervangen van het luchtfilter. Als de motor zwak lijkt of onregelmatig loopt kan de oorzaak zijn dat het luchtfilter is verstopt.
ONDERHOUD 5 Zet de luchtfiltercartridge weer terug. Zorg dat u de filtercartridge goed in het filterhuis plaatst. Schoonmaken van motor en geluiddemper Hou de motor en geluiddemper schoon van maairesten en vuil. Maairesten op de motor, die in benzine of olie zijn gedrenkt, betekenen een verhoogd brandrisico. Laat de motor afkoelen voor het schoonmaken. Is het vuil vermengd met olie, moet het worden opgelost met een ontvettingsmiddel, anders alleen met water en een borstel.
ONDERHOUD 5 Trek de kabels van de lampen los. Controle van de spanning van de banden De spanning van de banden moet 60 kPa (0,6 bar / 9 PSI) voor alle wielen bedragen. Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de spanning voor de achterbanden worden verminderd tot 40 kPa (0,4 bar/5,6 PSI). Hoogste toegestane spanning is 100 kPa (1,0 bar/14 PSI). 6 Til de lampen uit de inzet. 7 Plaats de nieuwe lampen. Let goed op dat u de voorkant met uw duim tegenhoudt.
ONDERHOUD Bij een verstopt luchtinlaatrooster, luchtleiding of koelluchtinlaat verslechtert het koelen van de motor, hetgeen kan leiden tot beschadiging aan de motor. 6 Verwijder de koelventilator, die met een moer is bevestigd. De achterste aandrijfriem van de R 422 Ts vervangen 7 Neem de riem van de poelie van de hydrostatische transmissie. Verwijderen 8 Trek de riem van de motorpoelie af en haal hem onder de motorriempoelies door.
ONDERHOUD 5 Controleer of de middelste riem goed om de voorste poelie ligt en leg de middelste riem om de motorpoelie. 4 Trek de middelste riem van de motorpoelie af en trek het achtergedeelte eruit. 6 Monteer de slangklem in het midden en de riemgeleider voor de middelste riem. 5 Verwijder de koelventilator, die met een moer is bevestigd. 6 Trek de riem van de pomppoelie af. 7 Trek de riem van de motorpoelie af en haal hem onder de motorriempoelies door.
ONDERHOUD 4 Monteer de koelventilator. 5 Controleer of de middelste riem goed om de voorste poelie ligt en leg de middelste riem om de motorpoelie. 6 Monteer de riemgeleider voor de middelste riem. Controleer de riemspanner en stel hem af. Dit is in het bijzonder van belang bij montage van een nieuwe riem. De voorste riem vervangen De hele riem wordt verwijderd volgens de onderstaande aanwijzingen wanneer een sneeuwblad wordt aangebracht op de machine.
ONDERHOUD Montage van knipaggregaat ! 1 2 7 Plaats de aandrijfriem rond de poelies van het element. Haak de stang voor de hoogteinstelling vast. 8 Zet de veer van het spanwiel vast. WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaielement monteert. De veer waarmee de riem wordt gespannen kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken. Plaats de machine op een vlakke ondergrond en schakel de parkeerrem in.
ONDERHOUD Controle en afstellen van gronddruk van het maai-element Afstellen van de parallelliteit van het maai-element Om het beste maairesultaat te krijgen moet het maai-element de ondergrond volgen zonder te stevig aan te liggen. 1 Verwijder de frontkap en de rechter vleugelkap. 2 Maak de moeren van de parallelliteitsstang los. Schroef de stang uit (verlengen) om de achterkant van de kap te verhogen. De druk wordt afgesteld met een bout en veer aan beide kanten van de zitmaaier.
ONDERHOUD Verwijder de bout zodat de geleidingsstang aan één uiteinde loskomt. Servicestand voor maai-element Om ervoor te zorgen dat u bij schoonmaken, reparatie en service overal goed bij kunt, kan het maai-element in servicestand gezet worden. Servicestand betekent dat het element opgeklapt en vergrendeld is in verticale stand. In servicestand zetten 3 Schroef de bout los waarmee de maaidekframebeugel is bevestigd. 4 Verwijder de vergrendeling en haal het maaidekframe naar buiten.
ONDERHOUD Maak de stang voor de maaihoogte los en plaats deze in de houder. 3 Span de riem met de riemspanner op. 4 Plaats de frontkap. Controle van messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen onbeschadigd en scherp zijn. Controleer of de bevestigingsbouten van de messen goed zijn aangedraaid. ! 5 WAARSCHUWING! Neem voorzichtigheid in acht zodat uw hand niet bekneld raakt. Verwijder de aandrijfriem en plaats hem in de riemhouder.
Smeren Algemeen Pedaalsysteem in de frametunnel Verwijder de contactsleutel om te voorkomen dat de machine tijdens het smeren onverhoeds gaat draaien. Smeer het pedaalsysteem in de frametunnel. • Verwijder het deksel van de frametunnel door de schroeven los te draaien (twee in het stuurservohuis). • Druk de pedalen in en laat ze los terwijl u de bewegende onderdelen smeert met olie. Smeer de kabels van de remen rijpedalen met olie. Als u met een oliekan smeert, moet die zijn gevuld met motorolie.
Smeren Bestuurdersstoel Klap de zitting omhoog. Smeer de rails voor overlangsverstelling met een oliekan. Controle van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de machine horizontaal staat en de motor uit is. Klap de motorkap omhoog. Maak de peilstok daarna los en trek hem weer omhoog. Gas- en chokekabel, hendellagers Doe de peilstok vervolgens weer in het gat, zonder hem in te schroeven.
Smeren Bij rijden met zware belasting of hoge omgevingstemperaturen, vervangt u de olie om de 50 uur. Druk het pedaal enkele malen in, smeer nogmaals en breng het rubberen omhulsel weer aan. Breng het transmissiedeksel weer aan. ! 1 WAARSCHUWING! De motorolie kan zeer warm zijn als deze direct na het stoppen afgetapt wordt. Laat de motor daarom eerst wat afkoelen. Vervangen van oliefilter ! Plaats een vat onder de linker aftapklep van de motor.
Smeren • Monteer het filter met de hand zo’n + 3/4 slagen tot het aanligt. Verwijder de transmissiekap en vul de olietank van de transmissietank bij met ca. 0,3 l olie. Let bij het hierna genoemde laten lopen van de motor goed op en vul bij zodat de tank niet leeg raakt. Laat de motor draaien, bedien de stuurbekrachtiging, controleer vervolgens of er geen lekkage is rond de afdichting van het oliefilter. • Controleer het oliepeil in de transmissie, vul bij indien nodig.
Storingsschema Probleem Oorzaak De motor start niet Geen brandstof in de brandstoftank De bougie defect Verkeerde bougieaansluitingen of verwisselde kabels Vuil in carburateur of brandstofleiding De startmotor krijgt de motor niet rond De startmotor krijgt de motor niet rond Accu leeg Slecht contact tussen kabel en accupool Hendel voor de maaikast in verkeerde stand Hoofdzekering kapot. Contactslot kapot Rem niet geactiveerd. Defecte startmotor De motor loopt onregelmatig De bougie verkeerd.
ELEKTRISCH EN HYDRAULISCH SYSTEEM Nummers verwijzen naar: 7 Motoraansluitingen 1 Microschakelaar, hydrostaat 8 Hoofdzekering 15 A 2 Microcontact, maaikast 9 Zekering 7,5 A 3 Microcontact, zitting 10 Schakelaar voor het stopcontact 4 Ontstekingsslot 11 Stopcontact 5 Urenteller 12 Schakelaar voor verlichting 6 Startrelais 13 Verlichting 42 – Dutch
ELEKTRISCH EN HYDRAULISCH SYSTEEM Hydraulisch systeem R 422 Ts AWD R 422 Ts Houd het hydraulische systeem schoon. Denk erom dat: • Reinig de omgeving grondig voordat u de bijvuldop opent of een van de aansluitingen losmaakt. • Gebruik schone containers voor het bijvullen van de olie. • Gebruik alleen zuivere olie die in een goed afgedichte container is bewaard. • Gebruik afgetapte olie niet opnieuw.
Stallen Winterstalling Beschermkap Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat worden. Brandstof die lange perioden in de tank blijft (30 dagen of meer) kan kleverige afzettingen produceren, die de vergasser kunnen verstoppen en de werking van de motor kunnen verstoren. Om uw machine te beschermen tijdens stalling of transport is een hoes verkrijgbaar.
Technische gegevens R 422 Ts R 422 Ts AWD 2070/6.79 2070/6.79 Afmetingen Lengte zonder element, mm/ft Breedte zonder element, mm/ft 900/2,89 900/2,89 Hoogte, mm/ft 1160/3,80 1160/3,80 Rijklaar gewicht zonder maaielement, kg/lb 305/672 327/721 Asafstand, mm/ft 1000/3,29 1000/3,29 Spoorbreedte voor, mm/ft 713 / 2,3 713 / 2,3 Spoorbreedte achter, mm/ft 710 / 2,3 710 / 2,3 Bandenmaat 18 x 7.5 x 8 18 x 7.
Technische gegevens Technische gegevens voor het maaidek Maaielement Combi 112 Combi 122 Maaibreedte, mm/inch 1120 / 44.1 1220 / 48 Maaihoogtes, 7 standen, mm/inch 25-80/0.98-3.15 25-80/0.98-3.15 Mesdiameter, mm/inch 420 / 16,5 454 / 17.9 Breedte, mm 1220 / 48 1330 / 52,4 Gewicht, kg/lb 56 / 123.
Technische gegevens EG-verklaring van overeenstemming (Alleen geldig voor Europa) Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaier Husqvarna R 422 Ts en R 422 Ts AWD met een serienummer uit het jaar 2011 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJN VAN DE RAAD: van 17 mei 2006 "betreffende machines" 2006/42/EG van 15 december 2004 ”betre
Originele instructies 1153983-36 ´®z+U§A¶6A¨ ´®z+U§A¶6A¨ 2011-02-25