Operation Manual

Dutch – 29
ONDERHOUD
5 Trek de kabels van de lampen los.
6 Til de lampen uit de inzet.
7 Plaats de nieuwe lampen. Let goed op dat u de voorkant
met uw duim tegenhoudt.
8 Monteer de kabels, lampinzet en kap weer op het
stuurbekrachtiginghuis.
Hoofdzekering
De hoofdzekering zit in een losse houder onder het deksel
van de accubak, voor de accu. Type: Platte stiftbeugel, 15 A.
De zekering van het stopcontact bevindt zich onder het
contactslot, achter de zijplaat op het bedieningspaneel. Type:
Platte stiftbeugel, 7,5 A.
Vervang de zekering nooit door een ander type zekering.
Een gesprongen zekering geeft aan dat de stift verbrand is.
Trek de zekering uit de houder om te vervangen.
De zekering dient ter bescherming van het elektrisch
systeem. Wanneer hij in korte tijd weer springt, komt dit door
een kortsluiting die moet worden verholpen voordat de
machine weer in gebruik wordt genomen.
Controle van de spanning van de
banden
De spanning van de banden moet 60 kPa (0,6 bar / 9 PSI)
voor alle wielen bedragen. Om het aandrijfvermogen te
verbeteren, kan de spanning voor de achterbanden worden
verminderd tot 40 kPa (0,4 bar/5,6 PSI). Hoogste toegestane
spanning is 100 kPa (1,0 bar/14 PSI).
Controle van de koelluchtinlaat van
de motor
Maak het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de
bestuurderszitting schoon.
Klap de motorkap omhoog.
Controleer of de koelluchtinlaat van de motor vrij is van
bladeren, gras en vuil.
Controleer of de luchtleiding, die aan de onderkant van de
motorkap zit, schoon is en niet tegen de koelluchtinlaat
schuurt.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een verschillende spanning in de voorbanden brengt met
zich mee dat de messen het gras maaien op een
verschillende hoogte.