Gebruiksaanwijzing Rider 15V2 Rider 15V2 AWD Rider 15V2s AWD Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
INHOUD Inhoud INHOUD Inhoud .......................................................................... Servicejournaal Service bij levering ....................................................... Na de eerste 8 uur ....................................................... INLEIDING Beste klant! .................................................................. Rijden en transport op de openbare weg ..................... Slepen ..........................................................................
Servicejournaal Service bij levering 1 1a. Droge accu (506788801) Vul de accu met accuzuur en laad hem 4 uur lang bij max. 6 A. 1b. Natte accu (510138501) Laad de accu 4 uur lang bij max. 3 A. 2 Monteer het stuur, de zitting en indien nodig andere onderdelen. 3 Controleer en stel de luchtdruk van de banden af (60 kPa, 0,6 bar, 9 PSI). 4 Stel het maai-element af: Stel de sluitveren af (het maai-element weegt tussen 12-15 kg / 26.5-33 lb).
INLEIDING Beste klant! Gefeliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn gemaakt volgens een uniek concept met een aan de voorzijde gemonteerd maaidek en een gepatenteerde besturing van de achterwielen. De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken. De hendels die bij elkaar zijn geplaatst en een hydrostatische transmissie die met pedalen wordt geregeld, dragen ook bij tot de prestaties van de machine. Deze gebruiksaanwijzing is een waardevol document.
INLEIDING Goede service De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht. Dit gebeurt alleen via de serviceverlenende vakhandel. Zodat we de klant de best mogelijke ondersteuning en service kunnen bieden. Voordat het product wordt geleverd, is de machine bijvoorbeeld door uw wederverkoper gecontroleerd en afgesteld. Zie het certificaat in het Servicejournaal in deze gebruiksaanwijzing. Als u reserveonderdelen of ondersteuning bij servicevragen, garantiekwesties etc.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Symbolen Handrem Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. WAARSCHUWING! Slordig of onjuist gebruik kan resulteren in ernstig letsel of overlijden van de gebruiker of anderen. Geluidsemissie naar de omgeving volgens de richtlijnen van de Europese Gemeenschap. De emissie van de machine wordt aangegeven in het hoofdstuk Technische gegevens en op plaatjes.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Zet de motor af en maak de ontstekingskabel los vóór reparatie of onderhoud Controleer het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil van de transmissie Breng de maaikast omhoog Schakel de parkeerrem in.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies • Stop de motor en voorkom een motorstart voordat u de uitloopgoot schoonmaakt. Deze instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze aandachtig door. • Pas op voor de uitworp en richt die niet op iemand. • Stop de motor om een motorstart te voorkomen, voordat u het maaielement schoonmaakt. • Denk eraan dat de bestuurder verantwoordelijk is voor gevaren of ongelukken. • Neem nooit passagiers mee.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • • Laat de machine nooit zonder toezicht achter wanneer de motor draait. Zet de messen altijd uit, trek de handrem aan, stop de motor en haal de sleutel eruit voordat u de machine achterlaat. Laat kinderen of andere personen die niet zijn opgeleid om met de machine om te gaan, deze nooit gebruiken of onderhouden. Lokale voorschriften kunnen de leeftijd van de gebruiker bepalen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Maai niet vlakbij randen, sloten of wallen. De machine kan plotseling omslaan wanneer één wiel over de rand van een diepte of een sloot komt, of wanneer een rand instort. • Maai geen nat gras. Dat is glad en de banden kunnen de grip verliezen zodat de machine gaat glijden. • Probeer de machine niet te stabiliseren door een voet op de grond te zetten. • Bij het schoonmaken van het onderstel mag de machine nooit vlak naast een rand of sloot gereden worden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ! • WAARSCHUWING! De accu bevat lood en loodverontreinigingen, chemicaliën waarvan men denkt dat ze kanker, schade aan de ongeboren vrucht of andere voortplantingsschade veroorzaken. Was uw handen nadat u de accu hebt aangeraakt. Wees zeer voorzichtig bij het hanteren van accuzuur. Zuur op de huid kan ernstige bijtwonden veroorzaken. Spoel onmiddellijk met water wanneer u op uw huid knoeit. • Zuur in uw ogen kan blindheid veroorzaken, neem onmiddellijk contact op met een arts.
WAT IS WAT? Plaatsing van de bedieningsorganen 1 Chokehendel 10 Handrem 2 Schakelaar voor verlichting 11 Vergrendelknop voor handrem 3 Gashendel 12 Instelling van zitting.
PRESENTATIE Presentatie Snelheidsregeling Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct waar u lang plezier van zult hebben. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft Rider 15V2, Rider 15V2s AWD en Rider 15V2 AWD. De snelheid van de machine wordt traploos geregeld met twee pedalen. Bij het vooruit rijden wordt pedaal (1) gebruikt en bij achteruit rijden pedaal (2). 2 Deze machines zijn uitgerust met een motor van Kawasaki van 15 paardenkrachten.
PRESENTATIE Hefstang voor het maaielement Verlichting De hendel wordt gebruikt om de maaikast in de transport- of maaistand te zetten. De verlichting wordt aan- en uitgezet met de schakelaar op het regelpaneel. Wanneer de stang naar achteren wordt getrokken zal het element omhoog gaan en stoppen de messen automatisch met draaien (transportstand).
PRESENTATIE Tanken • Ontkoppelingshendel vooras De hendel zit aan de binnenkant van het linker voorwiel. De motor moet op loodvrije benzine van ten minste 87-octaan (niet met olie gemengd) lopen. Milieuvriendelijke alkylbenzine kan heel goed gebruikt worden. (Max. methanol 5%, max. ethanol 10%, max. MTBE 15%) Vul de tank niet helemaal, laat ten minste 2,5 cm (1“) expansieruimte over. - De hendel naar achteren (uitgetrokken), het aandrijfsysteem is uitgeschakeld.
Rijden Voor de start • Lees de veiligheidsinstructies en de informatie over de plaats van de hendels en functies door voordat u start. • Voer dagelijks onderhoud uit voor de start volgens het Onderhoudsschema. 4 Als de motor koud is, moet de chokebediening achteruit naar zijn eindstand worden gebracht. 5 Draai de contactsleutel naar de startstand. 6 Als de motor start, laat dan de contactsleutel meteen terug springen naar de neutrale stand.
Rijden 9 Stel het gewenste motortoerental in met de gasbediening. ! WAARSCHUWING! Laat de motor nooit binnenshuis lopen, in een gesloten of slecht geventileerde ruimte. De uitlaatgassen van de motor bevatten giftig koolmonoxyde. Starten van een motor met een zwakke accu ! Verwijder de kabels in omgekeerde volgorde. • De ZWARTE kabel haalt u eerst los van het chassis en dan van de volle accu. • De RODE kabel haalt u als laatste van beide accu’s.
Rijden BELANGRIJKE INFORMATIE De levensduur van de aandrijfriemen wordt aanzienlijk verlengd wanneer de motor op laag toerental loopt wanneer de messen worden ingeschakeld. Geef daarom pas vol gas wanneer het maai-element neergeklapt is naar maaistand. Maaitips ! Lokaliseer en markeer stenen en andere vaste voorwerpen om te vermijden dat u hier tegenaan rijdt. • Begin met een hoge maaihoogte en verminder tot het gewenste maairesultaat wordt verkregen.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hier volgt een lijst met het onderhoud dat aan de zitgrasmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken.
ONDERHOUD Schoonmaken Frontkap Maak de machine direct na gebruik schoon. Het is veel makkelijker maairesten weg te spoelen als ze nog niet vast gedroogd zijn. Maak de snelsluiting los en verwijder de frontkap. Rechter vleugelkap Olieresten kunnen worden opgelost met een koud ontvettingsmiddel. Breng een dunne laag aan. Verwijder de knop op de snelheidshendel (1), de bouten (2 en 3) en til de kap eraf. Afspoelen met gewoon water (waterleidingdruk).
ONDERHOUD 2 3 Controleer hoe strak de stuurkabels zijn door ze bij de pijlen samen te drukken, zoals op de afbeelding te zien is. De kabels moeten zo samen kunnen worden geklemd dat de afstand tussen hen half zo groot wordt, zonder al te veel kracht te gebruiken. 1 Verwijder de linker vleugelkap. 2 Maak de borgmoeren (1) los. Hou de kabel tegen met bijv. een bahco, zodat hij niet ineen draait. 3 Wanneer de afstelling aan de ene kant gedaan wordt, zal de middenstand van het stuur beïnvloed worden.
ONDERHOUD Bezoek bij twijfel een servicewerkplaats. Indien afstelling nodig is, kan dit als volgt uitgevoerd worden: BELANGRIJKE INFORMATIE Laat de motor nooit draaien wanneer het luchtfilter is verwijderd. 1 Maak de klemschroef voor de buitenhuls van de kabel los en schuif de chokehendel naar volledige chokestand. 2 Controleer of de chokekabel op de bovenste hefarm gemonteerd is, zie afbeelding. 3 De filters mogen niet geolied worden. Ze moeten droog worden gemonteerd.
ONDERHOUD Controleren van het luchtfilter van de brandstofpomp Vervangen van bougie 1 Trek de bougiedop los en maak het rond de bougie schoon. Controleer regelmatig of het luchtfilter van de brandstofpomp vrij is van vuil. 2 Verwijder de bougie met een 3/4' (19 mm) bougiedop. Het filter kan indien nodig worden gereinigd met een penseel. 3 Controleer de bougie. Vervang de bougie wanneer de elektroden rondom verbrand zijn of wanneer de isolator gescheurd of beschadigd is.
ONDERHOUD Controle van veiligheidssysteem Startmotor De zitmaaier is uitgerust met een veiligheidssysteem dat starten of rijden onder de volgende condities verhindert. De motor moet alleen gestart kunnen worden wanneer het maai-element omhoog getild is en de hydrostaatpedalen in neutraalstand staan. Rider 15V2 AWD, de motor kan niet opnieuw worden gestart, als de parkeerrem niet wordt ingedrukt. Ontstekingssysteem Functioneert De bestuurder hoeft niet op de bestuurderszitting te zitten.
ONDERHOUD Lampen vervangen Voor informatie over het type lamp, zie Technische Gegevens. 1 Draai de borgmoer los en verwijder de inbusbout. Verwijder het stuurwiel. 8 Monteer de kabels, lampinzet en kap weer op het stuurbekrachtiginghuis. 9 Plaats het stuurwiel terug. Hoofdzekering De hoofdzekering zit in een losse houder onder het deksel van de accubak, voor de accu. 2 Schroef de twee bouten los waarmee de kap vastzit op het stuurbekrachtiginghuis. Eén schroef aan elke zijde.
ONDERHOUD Controle van de koelluchtinlaat van de motor 2 Verzeker u ervan dat de hendel voor het instellen van de maaihoogte in de laagste stand staat en dat de hefboom voor het maaidek in de maaistand staat. Maak het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting schoon. Zorg ervoor dat er steunwielen op het maai-element (1) gemonteerd zijn. Klap de motorkap omhoog. 3 Pak de handgreep aan de voorkant of het frame van het maai-element (2) beet en breng het element onder de zitmaaier.
ONDERHOUD Let goed op of de tong van het element (3) goed terecht komt. Verwijderen van maai-element ! 8 Plaats de aandrijfriem rond de poelies van het element. 9 Haak de stang voor de hoogteinstelling vast. WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaielement demonteert. De veer waarmee de riem wordt gespannen kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken. 1 Volg Servicestand voor maai-element, punt 1-9 om het maai-element in servicestand te zetten.
ONDERHOUD Controle van de parallelliteit van het maai-element Vervangen van de riemen van het maai-element Controleer de parallelliteit van het maaidek als volgt: 1 Controleer de luchtdruk van de banden 60 kPa/0,6 kp/ cm2/8,5 PSI. 2 Plaats de zitmaaier op een vlakke ondergrond. 3 Zet de hefstang in maaistand. 4 Meet de afstand tussen de grond en de rand van het element, aan de voor- en de achterkant van de kap.
ONDERHOUD 2 3 4 Verwijder de frontkap door de spie los te maken. (Aan de binnenkant van de frontkap staat een complete instructie voor service-stand). Rider 15V2 AWD 6 Zet een voet aan de voorkant van het element vlakbij het wiel en til de voorkant van het element op om de stang voor de hoogteinstelling makkelijker los te maken. 7 Zet de stang in de houder vast. Maak de twee steunwielen los die onder de frontkap zitten. Monteer de twee steunwielen aan elke kant van het achterdeel van het element.
ONDERHOUD 9 Trek het frame naar voren en plaats de splitpen terug. BELANGRIJKE INFORMATIE Vervangen of slijpen van de messen moet door een erkende servicewerkplaats gedaan worden. Nadat de messen geslepen zijn, moeten ze uitgebalanceerd worden. Bij een aanrijding met een hindernis waarbij schade is ontstaan, moeten beschadigde messen vervangen worden. Laat de servicewerkplaats beoordelen of het mes gerepareerd/geslepen kan worden of weggegooid moet worden.
Smeren Controle van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de machine horizontaal staat en de motor uit is. Klap de motorkap omhoog. Vervangen van motorolie De motorolie moet de eerste keer vervangen worden na 5 uur bedrijfstijd. Daarna moet het verversen om de 100 bedrijfsuren plaatsvinden. Bij rijden met zware belasting of hoge omgevingstemperaturen, vervangt u de olie om de 50 uur. Maak de peilstok daarna los en trek hem weer omhoog.
Smeren Smeer de rubberen pakking van het nieuwe oliefilter lichtjes met nieuwe olie in. Monteer het oliefilter door het met de klok mee te draaien. Doe dit handmatig tot de rubberen pakking aanligt. Draai het nog een halve slag verder. Bijvullen met nieuwe motorolie volgens Controle van het oliepeil van de motor. Start de motor en laat deze ongeveer 3 minuten lopen. Stop hem vervolgens en kijk naar eventuele lekkage. Vul olie bij om de olie te compenseren die in het nieuwe oliefilter gaat.
Storingsschema Probleem Oorzaak De motor start niet Geen brandstof in de brandstoftank De bougie defect Verkeerde bougieaansluitingen of verwisselde kabels Vuil in carburateur of brandstofleiding De startmotor krijgt de motor niet rond De startmotor krijgt de motor niet rond Accu leeg Slecht contact tussen kabel en accupool Hendel voor de maaikast in verkeerde stand Hoofdzekering kapot. De zekering is geplaatst voor de accu, onder de accukap.
Stallen Winterstalling Beschermkap Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat worden. Brandstof die lange perioden in de tank blijft (30 dagen of meer) kan kleverige afzettingen produceren, die de vergasser kunnen verstoppen en de werking van de motor kunnen verstoren. Om uw machine te beschermen tijdens stalling of transport is een hoes verkrijgbaar.
Technische gegevens Afmetingen Rider 15V2 Rider 15V2 AWD Rider 15V2s AWD Lengte zonder element, mm/ft 2020/6,61 2020/6,61 2020/6,61 Breedte zonder element, mm/ft 880/2,89 880/2,89 880/2,89 Hoogte, mm/ft 1070/3,52 1070/3,52 1070/3,52 Bedrijfsgewicht met maaidek, kg/lb 268-274/591-604 302-308/666-679 312-315 / 688-694 Asafstand, mm/ft 855/2,8 855/2,8 855/2,8 Spoorbreedte voor, mm/ft 715/2,37 715/2,37 715/2,37 Spoorbreedte achter, mm/ft 625/2,05 625/2,05 625/2,05 Bandenmaat 16
Technische gegevens BELANGRIJKE INFORMATIE Wanneer dit product versleten is en niet langer wordt gebruikt, moet het voor hergebruik bij de dealer of een andere instantie ingeleverd worden. BELANGRIJKE INFORMATIE Om verbeteringen te kunnen doorvoeren kunnen de specificaties en de vormgeving veranderd worden zonder speciale mededeling. Denk eraan, dat geen enkele gerechtelijke eis, van welke aard dan ook, kan worden gesteld op grond van de informatie in deze gebruiksaanwijzing.
´®z+S!s¶6N¨ ´®z+S!s¶6N¨
1151018-36 ´®z+S!s¶6N¨ ´®z+S!s¶6N¨ 2009-05-11