Gebruiksaanwijzing Rider 213 C Rider 216 Rider 216 AWD Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Symbolen Hydrostatische free-wheell Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. WAARSCHUWING! Slordig of onjuist gebruik kan resulteren in ernstig letsel of overlijden van de gebruiker of anderen. Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen. Draag altijd: • Let goed op dat uw handen en andere lichaamsdelen niet bekneld raken tussen de riem en de poelie. Waarschuwing: draaiende delen.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Star tinstructie Toelichting op de waarschuwingsniveaus De waarschuwingen zijn onderverdeeld in drie niveaus. WAARSCHUWING! ! Controleer het oliepeil van de motor WAARSCHUWING! Wordt gebruikt indien er een risico bestaat op ernstig of fataal letsel voor de gebruiker of schade aan de omgeving wanneer de instructies in de handleiding niet worden gevolgd.
INHOUD Inhoud VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Symbolen ..................................................................... Toelichting op de waarschuwingsniveaus .................... INHOUD Inhoud .......................................................................... Servicejournaal Service bij levering ....................................................... Na de eerste 8 uur ....................................................... PRESENTATIE Beste klant! ..................................................
Servicejournaal Service bij levering 12 Informeer de klant over: 1 Laad de accu 4 uur lang bij max. 3 A. De noodzaak en de voordelen om het onderhoudsschema te volgen. 2 Monteer het stuur, de zitting en indien nodig andere onderdelen. Effect van onderhoud en servicejournaal op de inruilwaarde van de machine. 3 Controleer de luchtdruk in de banden (60 kPa, 0,6 bar, 9 psi) en pas deze aan. Gebruiksmogelijkheden voor BioClip-functie. 4 Stel het maai-element af: Vul het verkoopbewijs enz. in.
PRESENTATIE Beste klant! Gefeliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders hebben een uniek ontwerp met een vooropgeplaatste maai-inrichting en gepatenteerde knikbesturing. De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken. De hendels die bij elkaar zijn geplaatst en een hydrostatische transmissie die met pedalen wordt geregeld, dragen ook bij tot de prestaties van de machine. Deze gebruiksaanwijzing is een waardevol document.
PRESENTATIE Goede service Husqvarna-producten worden wereldwijd verkocht, zodat u als klant altijd verzekerd bent van de beste ondersteuning en service. Voordat het product wordt geleverd, is de machine bijvoorbeeld door uw wederverkoper gecontroleerd en afgesteld. Zie het certificaat in het Servicejournaal in deze gebruiksaanwijzing. BELANGRIJK! Alle onderhoudsintervallen worden beschreven in het onderhoudsrapport. Zorg ervoor dat het onderhoud op het juiste moment wordt uitgevoerd.
WAT IS WAT? 1 2 8 3 9 5 6 11 12 4 10 7 13 14 Plaatsing van de bedieningsorganen 1 Snelheidsregeling voor het vooruit rijden 9 2 Snelheidsregeling voor het achteruit rijden 10 Instelling van zitting.
VEILIGHEIDSUITRUSTING VOOR DE MACHINE Algemeen ! Veiligheidscircuit WAARSCHUWING! Gebruik nooit een machine als de veiligheidsonderdelen kapot zijn. Als uw machine niet door alle controles komt, moet u ermee naar uw servicewerkplaats voor reparatie. Contactsleutel Aandrijving van de bladen wordt gestopt wanneer het veiligheidscircuit is geactiveerd. Er is een korte vertraging om stops te vermijden wanneer de bestuurder op de stoel verschuift.
VEILIGHEIDSUITRUSTING VOOR DE MACHINE Handrem Beschermkappen De handrem wordt op de volgende wijze aangezet: WAARSCHUWING! Controleer altijd of de beschermkappen correct zijn gemonteerd voordat u de machine start. ! De beschermkappen op de machine beschermen de bediener tegen de koelventilator, aandrijfriemen en hete oppervlakken. De beschermkappen controleren • 1 Druk het parkeerrempedaal in. 2 Druk de vergrendelknop op de stuurkolom in.
MONTAGE EN AFSTELLINGEN Veiligheid tijdens de montage en instellingen ! Laat de machine nooit zonder toezicht met draaiende motor achter. • Laat kinderen of andere personen die niet zijn opgeleid om met de machine om te gaan, deze nooit gebruiken of onderhouden. Lokale voorschriften kunnen de leeftijd van de gebruiker bepalen. • Elektrische schokken kunnen verwondingen veroorzaken. Raak geen kabels aan wanneer de motor loopt. Probeer het ontstekingssysteem niet met uw vingers.
MONTAGE EN AFSTELLINGEN 7 Om te voorkomen dat het maaidek terugveert, plaatst u een houten blok tussen het werktuigframe en het chassis. Stoelverstelling ! ! WAARSCHUWING! Let er bij het terugklappen van de stoel goed op dat uw handen niet bekneld of gewond raken door de vergrendelhaken. WAARSCHUWING! Stel de stoel niet af terwijl u rijdt. Risico voor onveilig rijden. De zitting heeft een gelede bevestiging aan de voorkant en kan voorover worden geklapt.
BRANDSTOFHANTERING Algemeen ! WAARSCHUWING! Een motor laten lopen in een afgesloten of slecht geventileerde ruimte kan dodelijke ongelukken veroorzaken door verstikking of koolmonoxidevergiftiging. Gebruik de machine niet in afgesloten ruimtes. Brandstof en brandstofdampen zijn brandgevaarlijk en kunnen leiden tot ernstig letsel bij inademing en contact met de huid. Wees daarom voorzichtig wanneer u met brandstof werkt en zorg voor goede luchtventilatie bij de brandstofhantering.
BEDIENING Algemene veiligheidsinstructies Persoonlijke veiligheidsuitrusting Lees alle instructies uit deze gebruiksaanwijzing en op de machine voordat u hem start. Vergewis u ervan dat u ze begrijpt en volg ze daarna op. ! ! • • • WAARSCHUWING! Deze machine produceert tijdens bedrijf een elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden de werking van actieve of passieve medische implantaten verstoren.
BEDIENING • • • Gebruik de machine nooit als u moe bent, alcohol heeft gedronken of andere drugs heeft ingenomen of wanneer u medicijnen gebruikt die uw gezichtsvermogen, beoordelingsvermogen of coördinatievermogen negatief beïnvloeden. Gebruik de machine nooit bij slecht weer, zoals mist, regen, op vochtige of natte plekken, bij krachtige wind, strenge kou, kans op blikseminslag enz. Pas op voor verkeer wanneer u vlakbij een weg werkt of deze oversteekt.
BEDIENING Ontkoppelingsregeling Rijden met de zitmaaier Rider 213 C, Rider 216 Om de zitmaaier te kunnen verplaatsen met een motor die uit staat moet u de ontkoppelingshendel uittrekken. ! WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat takken niet bij de pedalen kunnen bij het maaien onder struiken. Lokaliseer en markeer stenen en andere vaste voorwerpen om te vermijden dat u hier tegenaan rijdt. • 1 Zet de parkeerrem los door eerst het parkeerrempedaal in te drukken en daarna op te laten komen.
BEDIENING Rijden op hellingen • Pas op voor greppels, kuilen en verhogingen en rij er niet overheen. Op ongelijk terrein kan de machine makkelijker omver vallen. Hoog gras kan hindernissen verbergen. • Maai niet vlakbij randen, sloten of wallen. De machine kan plotseling omslaan wanneer één wiel over de rand van een diepte of een sloot komt, of wanneer een rand instort. • Maai geen nat gras. Dat is glad en de banden kunnen de grip verliezen zodat de machine gaat glijden.
BEDIENING Transport en opbergen BELANGRIJK! De handrem is niet voldoende om de machine vast te zetten tijdens transport. Zorg ervoor de machine goed op het transportvoertuig vast te zetten. • • De machine is zwaar en kan ernstige beknellingswonden veroorzaken. Wees extra voorzichtig wanneer hij op of van een auto of een aanhanger wordt geladen. • Gebruik een goedgekeurde aanhanger om de machine te transporteren.
STARTEN EN STOPPEN Voor de start • Lees de veiligheidsinstructies en de informatie over de plaats van de hendels en functies door voordat u start. • Voer dagelijks onderhoud uit voor de start volgens het Onderhoudsschema. • Stel de zitting af in de gewenste stand. BELANGRIJK! Het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting mag niet geblokkeerd zijn door bijv. kledingstukken, bladeren, gras of viezigheid.
STARTEN EN STOPPEN N.B.! Als de motor niet start wacht dan ca. 15 seconden voordat de volgende startpoging wordt gedaan. Wanneer de motor niet start, moet u ca. 1 minuut wachten voor u de volgende poging doet. 7 ! Als de motor start, laat dan de contactsleutel meteen terug springen naar de neutrale stand. • STOP Sluit ieder eind van de rode kabel aan op de POSITIEVE pool (+) van iedere accu, en let goed op dat u geen einde tegen het chassis kortsluit.
ONDERHOUD EN SERVICE Onderhoudsschema ! WAARSCHUWING! Werk niet aan de motor of het maai-element vooraleer: De motor afgezet is. De contactsleutel verwijderd is. De ontstekingskabel van de bougie is gehaald. De handrem geactiveerd is. Het maai-element losgekoppeld is. Hier volgt een lijst met het onderhoud dat aan de zitgrasmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken.
ONDERHOUD EN SERVICE Algemeen Service Het laagseizoen is de meest geschikte tijd om service uit te voeren of de machine na te kijken om een grote functiebetrouwbaarheid tijdens het hoogseizoen te waarborgen. Bij het bestellen van reserve-onderdelen moet het jaar van aankoop van de zitmaaier en het model-, type- en serienummer worden vermeld. Demontage van de kappen van de zitmaaier De motorkap Wanneer de motorkap omhooggeklapt is, kunt u overal goed bij om de service aan de motor uit te voeren.
ONDERHOUD EN SERVICE Controleren en afstellen van de besturingskabels 6 Controleer de spanning van de draden nadat de afstelling is uitgevoerd volgens punt 2. 7 Schroef de riemafschermingen en de zijbeschermingen vast. Gebruik de juiste schroeven voor elke bevestiging. De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen zich nadat de zitmaaier een tijd in gebruik is geweest, uitrekken, hetgeen betekent dat de afstelling van de besturing gewijzigd kan zijn.
ONDERHOUD EN SERVICE 1 Maak de borgmoeren (1) los. Vervangen van luchtfilter Als de motor zwak lijkt of onregelmatig loopt kan de oorzaak zijn dat het luchtfilter is verstopt. Het is daarom van belang het luchtfilter regelmatig te vervangen (zie onder Onderhoud/ Onderhoudsschema voor het juiste service-interval). Vervangen van luchtfilter gaat als volgt: 2 Span de kabel met de stelschroef (2) tot alle speling in de kabel verdwijnt. 3 Draai de borgmoeren (1) vast.
ONDERHOUD EN SERVICE Vervangen van brandstoffilter Vervang het op de leiding gemonteerde brandstoffilter iedere 100 uur (een keer per seizoen) of vaker als het verstopt is. Ontstekingssysteem De motor is voorzien van een elektronische ontsteking. Alleen de bougie heeft onderhoud nodig. Aanbevolen bougie, zie Technische Gegevens. N.B.! Een verkeerd type bougie kan de motor beschadigen.
ONDERHOUD EN SERVICE Controle van de koelluchtinlaat van de motor Maak het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting schoon. Instelling van maaihoogte Met de hendel kan de maaihoogte worden geregeld in 10 verschillende standen. • Zet de hendel naar achteren voor een hogere maaihoogte en naar voren voor een lagere maaihoogte. De hoogte-intervallen liggen tussen 25-75 mm.
ONDERHOUD EN SERVICE 6 Nadat het afstellen gereed is, moet de parallelliteit van het element opnieuw gecontroleerd worden. 7 Schroef de riemafscherming vast. 8 Plaats de frontkap. 5 Haal de aandrijfriem eraf en hang deze op de ontlastingshaak. 6 Maak de stang voor de maaihoogte los en plaats deze in de houder. 7 Pak de voorkant van het element beet en trek het naar voren tot het niet verder gaat. 8 Til het element op tot het niet meer gaat en u een klikgeluid hoort.
ONDERHOUD EN SERVICE Terugkeer uit servicestand 1 Pak de voorkant van het element beet en maak de vergrendeling los, klap het element naar beneden en duw het terug. Controle van messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen onbeschadigd en scherp zijn. Controleer of de bevestigingsbouten van de messen goed zijn aangedraaid. 2 Plaats de maaihoogtestang en de riem terug. Span de riem met de riemspanner op.
ONDERHOUD EN SERVICE Vervangen van motorolie BELANGRIJK! Wees altijd voorzichtig en gebruik uw gezond verstand. Vermijd situaties die uw capaciteiten te boven gaan. Als u na het lezen van deze instructies nog vragen hebt over de bedieningsprocedures dient u een expert te raadplegen voordat u verder gaat. Neem contact op met een erkende servicedealer. De motorolie moet de eerste keer vervangen worden na 5 uur bedrijfstijd. Daarna moet het verversen om de 50 bedrijfsuren plaatsvinden.
ONDERHOUD EN SERVICE Vervangen van oliefilter Smeren van de riemspanner Het oliefilter moet om de 200 bedrijfsuren worden vervangen. Draai het oude oliefilter tegen de klok in om het te verwijderen. Gebruik indien nodig een filtertang. De riemspanner moet regelmatig worden ingevet met molybdeendisulfidevet van goede kwaliteit*. Smeer de rubberen pakking van het nieuwe oliefilter lichtjes met nieuwe olie in. Monteer het oliefilter door het met de klok mee te draaien.
Storingsschema Probleem Oorzaak Geen brandstof in de brandstoftank De bougie verkeerd. De motor start niet Defecte ontstekingskabel. Vuil in carburateur of brandstofleiding De startmotor krijgt de motor niet rond Defecte veiligheidsschakelaar Accu leeg Slecht contact tussen kabel en accupool Hendel voor de maaikast in verkeerde stand De startmotor krijgt de motor niet rond Hoofdzekering kapot. Contactslot kapot Rem niet geactiveerd. Defecte startmotor De bougie verkeerd.
TECHNISCHE GEGEVENS Rider 213 C Rider 216 Rider 216 AWD Lengte met maaidek, mm/ft 223 / 7,32 223 / 7,32 223 / 7,32 Lengte zonder element, mm/ft 190 / 6,23 190 / 6,23 190 / 6,23 Breedte met maaidek, mm/ft 100 / 3,29 100-108 / 32,8-35.4 100-108 / 32,8-35.
TECHNISCHE GEGEVENS Opm. 1: Het aangegeven nominale vermogen van de motor heeft betrekking op het gemiddelde nettovermogen (bij het opgegeven toerental) van een typische productiemotor voor het betreffende motormodel, gemeten volgens de SAE-norm J1349/ISO 1585. In massa geproduceerde motoren kunnen een afwijkende waarde geven. Het werkelijk geleverde vermogen van de geïnstalleerde motor op de uiteindelijke machine hangt af van de bedrijfssnelheid, de omgevingscondities en andere waarden. Opm.
TECHNISCHE GEGEVENS EG-verklaring van overeenstemming (Alleen geldig voor Europa) Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaier Husqvarna Rider 213 C, Rider 216 en Rider 216 AWD met een serienummer uit het jaar 2014 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJN VAN DE RAAD: van 17 mei 2006 "betreffende machines" 2006/42/EG.
Originele instructies ´®z+X§A¶6M¨ ´®z+X§A¶6M¨ 1156983-36 2015-03-13