Gebruiksaanwijzing Rider 215TX Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
INHOUD Inhoud INHOUD Inhoud .......................................................................... Servicejournaal Service bij levering ....................................................... Na de eerste 8 uur ....................................................... INLEIDING Beste klant! .................................................................. Rijden en transport op de openbare weg ..................... Slepen ..........................................................................
Servicejournaal Service bij levering 12 Informeer de klant over: 1 Laad de accu 4 uur lang bij max. 3 A. De noodzaak en de voordelen om het onderhoudsschema te volgen. 2 Monteer het stuur, de zitting en indien nodig andere onderdelen. Effect van onderhoud en servicejournaal op de inruilwaarde van de machine. 3 Controleer de luchtdruk in de banden (60 kPa, 0,6 bar, 9 psi) en pas deze aan. Gebruiksmogelijkheden voor BioClip. 4 Stel het maai-element af: Vul het verkoopbewijs enz. in.
INLEIDING Beste klant! Gefeliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders hebben een uniek ontwerp met een vooropgeplaatste maai-inrichting en gepatenteerde knikbesturing. De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken. De hendels die bij elkaar zijn geplaatst en een hydrostatische transmissie die met pedalen wordt geregeld, dragen ook bij tot de prestaties van de machine. Deze gebruiksaanwijzing is een waardevol document.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Symbolen Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. WAARSCHUWING! Slordig of onjuist gebruik kan resulteren in ernstig letsel of overlijden van de gebruiker of anderen. Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen. Draag altijd: • Geluidsemissie naar de omgeving volgens de richtlijnen van de Europese Gemeenschap.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Star tinstructie Zet de motor af en maak de ontstekingskabel los vóór reparatie of onderhoud Controleer het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil van de transmissie Breng de maaikast omhoog Schakel de parkeerrem in.
WAT IS WAT? 1 2 9 3 10 5 67 4 8 12 11 13 14 Wat is wat op de zitmaaier? 1 Snelheidsregeling voor het vooruit rijden 8 Motorkapslot 2 Snelheidsregeling voor het achteruit rijden 9 Handrem 3 Hefstang voor het maaielement 10 Vergrendelknop voor handrem 4 Hendel voor instelling van maaihoogte 11 Instelling van zitting.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze aandachtig door. • Pas op voor de uitworp en richt die niet op iemand. • Stop de motor om een motorstart te voorkomen, voordat u het maaielement schoonmaakt. • Denk eraan dat de bestuurder verantwoordelijk is voor gevaren of ongelukken. • Neem nooit passagiers mee. De machine is alleen bedoeld om door één persoon te worden gebruikt.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • • Laat de machine nooit zonder toezicht achter wanneer de motor draait. Zet de messen altijd uit, trek de handrem aan, stop de motor en haal de sleutel eruit voordat u de machine achterlaat. Laat kinderen of andere personen die niet zijn opgeleid om met de machine om te gaan, deze nooit gebruiken of onderhouden. Lokale voorschriften kunnen de leeftijd van de gebruiker bepalen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Maai niet vlakbij randen, sloten of wallen. De machine kan plotseling omslaan wanneer één wiel over de rand van een diepte of een sloot komt, of wanneer een rand instort. • Maai geen nat gras. Dat is glad en de banden kunnen de grip verliezen zodat de machine gaat glijden. • Probeer de machine niet te stabiliseren door een voet op de grond te zetten. • Bij het schoonmaken van het onderstel mag de machine nooit vlak naast een rand of sloot gereden worden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Wees voorzichtig bij het onderhoud van de accu. In de accu wordt een explosief gas gevormd. Voer nooit onderhoud aan de accu uit terwijl u rookt of in de buurt van open vuur of vonken. De accu kan dan exploderen en zwaar letsel veroorzaken. • Zorg ervoor dat bouten en moeren goed zijn vastgedraaid en dat de uitrusting in goede staat verkeert. • Wijzig de veiligheidsmiddelen nooit. Controleer regelmatig of ze werken.
PRESENTATIE Presentatie Snelheidsregeling Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct waar u lang plezier van zult hebben. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft Rider 215TX De snelheid van de machine wordt traploos geregeld met twee pedalen. Bij het vooruit rijden wordt pedaal (1) gebruikt en bij achteruit rijden pedaal (2). 1 2 WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat takken niet bij de pedalen kunnen bij het maaien onder struiken. Gevaar van ongewenste beweging.
PRESENTATIE Wanneer de vergrendelknop wordt ingedrukt en de stang wordt naar voren gebracht zal het maaielement zakken en beginnen de messen automatisch te draaien (maaistand). Tanken De motor moet op loodvrije benzine van ten minste 87-octaan (niet met olie gemengd) lopen. Milieuvriendelijke alkylbenzine kan heel goed gebruikt worden. (Max. methanol 5%, max. ethanol 10%, max. MTBE 15%) Vul de tank niet helemaal, laat ten minste 2,5 cm (1“) expansieruimte over.
Rijden Voor de start • Lees de veiligheidsinstructies en de informatie over de plaats van de hendels en functies door voordat u start. • Voer dagelijks onderhoud uit voor de start volgens het Onderhoudsschema. 4 Breng de gasbediening naar de middelste stand. 5 Draai de contactsleutel naar de startstand. BELANGRIJKE INFORMATIE Het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting mag niet geblokkeerd zijn door bijv. kledingstukken, bladeren, gras of viezigheid.
Rijden Starten van een motor met een zwakke accu Rijden met de zitmaaier 1 Zet de parkeerrem los door eerst het parkeerrempedaal in te drukken en daarna op te laten komen. 2 1 ! WAARSCHUWING! Lood-zuur-accu’s geven explosieve gassen af. Voorkom vonken, open vuur en roken vlakbij accu’s. Draag altijd een veiligheidsbril in de buurt van accu’s. Als de accu te zwak is om de motor te starten, dient deze opgeladen te worden.
Rijden Maaitips Afzetten van de motor Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken. Voorkom lange tijd stationair draaien, het risico bestaat dat een afzetting op de bougie optreedt. ! Lokaliseer en markeer stenen en andere vaste voorwerpen om te vermijden dat u hier tegenaan rijdt. • Begin met een hoge maaihoogte en verminder tot het gewenste maairesultaat wordt verkregen.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hier volgt een lijst met het onderhoud dat aan de zitgrasmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken.
ONDERHOUD Schoonmaken Frontkap Maak de machine direct na gebruik schoon. Het is veel makkelijker maairesten weg te spoelen als ze nog niet vast gedroogd zijn. Maak de snelsluiting los en verwijder de frontkap. Rechter vleugelkap Olieresten kunnen worden opgelost met een koud ontvettingsmiddel. Breng een dunne laag aan. Verwijder de knop op de snelheidshendel (1), de bouten (2 en 3) en til de kap eraf. 2 Afspoelen met gewoon water (waterleidingdruk).
ONDERHOUD 2 3 Controleer hoe strak de stuurkabels zijn door ze bij de pijlen samen te drukken, zoals op de afbeelding te zien is. De kabels moeten zo samen kunnen worden geklemd dat de afstand tussen hen half zo groot wordt, zonder al te veel kracht te gebruiken. Indien nodig kunnen de kabels gespannen worden door de stelmoeren aan iedere kant van de stuurkrans aan te draaien. Span de kabels niet te strak, ze moeten alleen tegen de stuurkrans getrokken worden. Hou de kabel tegen met bijv.
ONDERHOUD 3 Trek het filter los van de slanguiteinden. 4 Druk het nieuwe filter in de uiteinden van de leiding. Indien nodig kan een zeepoplosssing op de filteruiteinden aangebracht worden om de montage te vergemakkelijken. 5 Zet de slangklemmen weer terug bij het filter. 4 Controleer het schuimplastic filter, maak het schoon of vervang het. Maak het voorfilter schoon door het met water en schoonmaakmiddel te wassen. 5 Droog het voorfilter goed af.
ONDERHOUD 7 Zet de bougiedop terug. BELANGRIJKE INFORMATIE Een bougie, die niet goed is aangedraaid, kan oververhitting veroorzaken en de motor beschadigen. Een bougie, die te hard is aangedraaid, kan de schroefdraad in de cilinderkop beschadigen. Controle van de spanning van de banden De spanning van de banden moet 60 kPa (0,6 bar / 9 PSI) voor alle wielen bedragen. Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de spanning voor de achterbanden worden verminderd tot 40 kPa (0,4 bar/5,6 PSI).
ONDERHOUD Controle en afstellen van gronddruk van het maai-element Afstellen van de parallelliteit van het maai-element Om het beste maairesultaat te krijgen moet het maai-element de ondergrond volgen zonder te stevig aan te liggen. 1 Verwijder de frontkap. 2 Maak de moeren van de parallelliteitsstang los. 3 Schroef de stang uit (verlengen) om de achterkant van de kap te verhogen. De druk wordt afgesteld met een bout en veer aan beide kanten van de zitmaaier.
ONDERHOUD ! 4 WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaielement demonteert. De veer waarmee de riem wordt gespannen kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken. 9 Til het element op tot het niet meer gaat en u een klikgeluid hoort. Maak de veer van de spanpoelie van de aandrijfriem los. Het maaielement wordt automatisch in verticale stand vastgezet. 5 Plaats het oog van de veer in de houder. 6 Verwijder de aandrijfriem en plaats hem in de riemhouder.
ONDERHOUD Controle van messen Combi 94 Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen onbeschadigd en scherp zijn. 1 Zet het maai-element in servicestand, zie Servicestand voor maai-element. Controleer of de bevestigingsbouten van de messen goed zijn aangedraaid. 2 Maak de knop en de bouten los waarmee de BioClip-plug is bevestigd en verwijder de plug. 3 Zet het maai-element weer in normale stand terug.
Smeren Controle van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de machine horizontaal staat en de motor uit is. Klap de motorkap omhoog. Vervangen van motorolie De motorolie moet de eerste keer vervangen worden na 8 uur bedrijfstijd. Daarna moet het verversen om de 100 bedrijfsuren plaatsvinden. Bij rijden met zware belasting of hoge omgevingstemperaturen, vervangt u de olie om de 50 uur. Maak de peilstok daarna los en trek hem weer omhoog.
Smeren Smeer de rubberen pakking van het nieuwe oliefilter lichtjes met nieuwe olie in. Monteer het oliefilter door het met de klok mee te draaien. Doe dit handmatig tot de rubberen pakking aanligt. Draai het nog een halve slag verder. Bijvullen met nieuwe motorolie volgens Controle van het oliepeil van de motor. Start de motor en laat deze ongeveer 3 minuten lopen. Stop hem vervolgens en kijk naar eventuele lekkage. Vul olie bij om de olie te compenseren die in het nieuwe oliefilter gaat.
Storingsschema Probleem Oorzaak De motor start niet Geen brandstof in de brandstoftank De bougie defect Verkeerde bougieaansluitingen of verwisselde kabels Vuil in carburateur of brandstofleiding De startmotor krijgt de motor niet rond De startmotor krijgt de motor niet rond Accu leeg Slecht contact tussen kabel en accupool Hendel voor de maaikast in verkeerde stand Hoofdzekering kapot. Contactslot kapot Rem niet geactiveerd. Defecte startmotor De motor loopt onregelmatig De bougie verkeerd.
Stallen Winterstalling Beschermkap Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat worden. Brandstof die lange perioden in de tank blijft (30 dagen of meer) kan kleverige afzettingen produceren, die de vergasser kunnen verstoppen en de werking van de motor kunnen verstoren. Om uw machine te beschermen tijdens stalling of transport is een hoes verkrijgbaar.
Technische gegevens Afmetingen Lengte met maaidek, mm/ft Lengte zonder element, mm/ft Breedte met maaidek, mm/ft Breedte zonder element, mm/ft Hoogte, mm/ft Bedrijfsgewicht met maaidek, kg/lb Asafstand, mm/ft Spoorbreedte voor, mm/ft Spoorbreedte achter, mm/ft Bandenmaat Bandenspanning achter en voor, kPa / bar / PSI Motor Fabrikaat/Model Nominaal uitgangsvermogen motor, kW (zie opmerking 1) Cilinderinhoud, cm3/cu.
Technische gegevens Maaielement Combi 94 Combi 103 Maaibreedte, mm/inch 940/37 1030 / 41 Maaihoogtes, 10 standen, mm/inch 25-75/0.98-2.95 25-75/0.98-2.95 Mesdiameter, mm/inch 358/14.09 388/15.28 BELANGRIJKE INFORMATIE Wanneer dit product versleten is en niet langer wordt gebruikt, moet het voor hergebruik bij de dealer of een andere instantie ingeleverd worden.
Technische gegevens EG-verklaring van overeenstemming (Alleen geldig voor Europa) Husqvarna AB, S-561 82 Huskvarna, Zweden, tel.
Originele instructies 1154550-36 ´®z+VW#¶6V¨ ´®z+VW#¶6V¨ 2012-02-07