Gebruiksaanwijzing Rider 318 Rider 320 AWD Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
INHOUD Inhoud INHOUD Inhoud .......................................................................... Servicejournaal Service bij levering ....................................................... Na de eerste 8 uur ....................................................... INLEIDING Beste klant! .................................................................. Rijden en transport op de openbare weg ..................... Slepen ..........................................................................
Servicejournaal Service bij levering 13 Informeer de klant over: 1 Laad de accu 4 uur lang bij max. 3 A. De noodzaak en de voordelen om het onderhoudsschema te volgen. 2 Monteer het stuur, de zitting en indien nodig andere onderdelen. Effect van onderhoud en servicejournaal op de inruilwaarde van de machine. 3 Controleer en stel de luchtdruk van de banden af (60 kPa, 0,6 bar, 9 PSI). Gebruiksmogelijkheden voor BioClip. 4 Stel het maai-element af: Vul het verkoopbewijs enz. in.
INLEIDING Beste klant! Gefeliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders hebben een uniek ontwerp met een vooropgeplaatste maai-inrichting en gepatenteerde knikbesturing. De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken. De hendels die bij elkaar zijn geplaatst en een hydrostatische transmissie die met pedalen wordt geregeld, dragen ook bij tot de prestaties van de machine. Deze gebruiksaanwijzing is een waardevol document.
INLEIDING Goede service Husqvarna-producten worden wereldwijd verkocht, zodat u als klant altijd verzekerd bent van de beste ondersteuning en service. Voordat het product wordt geleverd, is de machine bijvoorbeeld door uw wederverkoper gecontroleerd en afgesteld. Zie het certificaat in het Servicejournaal in deze gebruiksaanwijzing. Als u reserveonderdelen of ondersteuning bij servicevragen, garantiekwesties etc.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Symbolen Handrem Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. WAARSCHUWING! Slordig of onjuist gebruik kan resulteren in ernstig letsel of overlijden van de gebruiker of anderen. Geluidsemissie naar de omgeving volgens de richtlijnen van de Europese Gemeenschap. De emissie van de machine wordt aangegeven in het hoofdstuk Technische gegevens en op plaatjes.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Rem Star tinstructie Zet de motor af en maak de ontstekingskabel los vóór reparatie of onderhoud Controleer het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil van de transmissie Breng de maaikast omhoog Schakel de parkeerrem in.
WAT IS WAT? 1 2 9 3 10 4 5 6 7 11 12 13 8 14 15 Plaatsing van de bedieningsorganen 1 Snelheidsregeling voor het vooruit rijden 9 2 Snelheidsregeling voor het achteruit rijden 10 Vergrendelknop voor handrem 3 Hefstang voor het maaielement 11 Instelling van zitting.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies • Stop de motor en voorkom een motorstart voordat u de uitloopgoot schoonmaakt. Deze instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze aandachtig door. • Pas op voor de uitworp en richt die niet op iemand. • Stop de motor om een motorstart te voorkomen, voordat u het maaielement schoonmaakt. • Denk eraan dat de bestuurder verantwoordelijk is voor gevaren of ongelukken. • Neem nooit passagiers mee.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • • Laat de machine nooit zonder toezicht achter wanneer de motor draait. Zet de messen altijd uit, trek de handrem aan, stop de motor en haal de sleutel eruit voordat u de machine achterlaat. Laat kinderen of andere personen die niet zijn opgeleid om met de machine om te gaan, deze nooit gebruiken of onderhouden. Lokale voorschriften kunnen de leeftijd van de gebruiker bepalen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Maai niet vlakbij randen, sloten of wallen. De machine kan plotseling omslaan wanneer één wiel over de rand van een diepte of een sloot komt, of wanneer een rand instort. • Maai geen nat gras. Dat is glad en de banden kunnen de grip verliezen zodat de machine gaat glijden. • Probeer de machine niet te stabiliseren door een voet op de grond te zetten. • Bij het schoonmaken van het onderstel mag de machine nooit vlak naast een rand of sloot gereden worden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Wees voorzichtig bij het onderhoud van de accu. In de accu wordt een explosief gas gevormd. Voer nooit onderhoud aan de accu uit terwijl u rookt of in de buurt van open vuur of vonken. De accu kan dan exploderen en zwaar letsel veroorzaken. • • Zorg ervoor dat bouten en moeren goed zijn vastgedraaid en dat de uitrusting in goede staat verkeert. Transport • Wijzig de veiligheidsmiddelen nooit. Controleer regelmatig of ze werken.
PRESENTATIE Presentatie 3 Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct waar u lang plezier van zult hebben. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft Rider 318 en Rider 320 AWD. De blokkering van de handrem wordt automatisch uitgeschakeld als het rempedaal wordt ingedrukt. De Rider 320 AWD is voorzien van vierwielaandrijving.
PRESENTATIE Hendel voor instelling van maaihoogte Met de hendel kan de maaihoogte worden geregeld in 10 verschillende standen. Combi-element 40-90 mm (1 9/16” - 3 9/16”) Ontkoppelingsregeling Om de zitmaaier te kunnen verplaatsen met een motor die uit staat moet u de ontkoppelingshendel uittrekken. Als u probeert de machine te rijden met uitgetrokken ontkoppelingshendels zal hij zich niet verplaatsen. Als de ene hendel is uitgetrokken, verliest u de aandrijving op die as.
Rijden Voor de start Zet de gashendel midden tussen stand 1 en 2. • Lees de veiligheidsinstructies en de informatie over de plaats van de hendels en functies door voordat u start. • Voer dagelijks onderhoud uit voor de start volgens het Onderhoudsschema. 1 5 BELANGRIJKE INFORMATIE 2 3 Draai de contactsleutel naar de startstand. Het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting mag niet geblokkeerd zijn door bijv. kledingstukken, bladeren, gras of viezigheid.
Rijden Aansluiten van startkabels Om een gelijkmatige maaihoogte te krijgen, is het belangrijk dat de luchtdruk in beide voorwielen gelijk is 60 kPa/0,6 bar/8,5 PSI. 4 • Sluit ieder eind van de rode kabel aan op de POSITIEVE pool (+) van iedere accu, en let goed op dat u geen einde tegen het chassis kortsluit. • Sluit het ene uiteinde van de zwarte kabel aan op de NEGATIEVE pool (-) op de accu die vol is.
Rijden • Wanneer u de BioClip-functie gebruikt, komt het extra nauw dat het maai-interval niet te lang is. ! WAARSCHUWING! Gebruik de zitmaaier nooit op terrein dat meer dan 10°° helt. Maai hellingen recht naar boven en recht naar beneden, nooit dwars. Vermijd plotselinge richtingsveranderingen. Afzetten van de motor Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hier volgt een lijst met het onderhoud dat aan de zitgrasmaaier moet worden uitgevoerd. Voor de punten die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken.
ONDERHOUD Schoonmaken Frontkap Maak de machine direct na gebruik schoon. Het is veel makkelijker maairesten weg te spoelen als ze nog niet vast gedroogd zijn. Maak de snelsluiting los en verwijder de frontkap. Rechter vleugelkap Verwijder de knop op de snelheidshendel (1), de bouten (2 en 3) en til de kap eraf. Olieresten kunnen worden opgelost met een koud ontvettingsmiddel. Breng een dunne laag aan. 2 Afspoelen met gewoon water (waterleidingdruk).
ONDERHOUD • Controleer hoe strak de stuurkabels zijn door ze bij de pijlen samen te drukken, zoals op de afbeelding te zien is. De kabels moeten zo samen kunnen worden geklemd dat de afstand tussen hen half zo groot wordt, zonder al te veel kracht te gebruiken. Afstellen van handrem Rider 320 AWD Controleer of de parkeerrem goed is afgesteld door de machine op een helling te zetten met ontkoppelde voor- en achterassen. Schakel de parkeerrem in en vergrendel deze.
ONDERHOUD 2 Trek de buitenhuls van de chokekabel zo ver mogelijk naar rechts en zet de klemschroef vast. Vervangen van luchtfilter ! WAARSCHUWING! Het uitlaatsysteem is warm. Laat het afkoelen voordat u begint aan het vervangen van het luchtfilter. Als de motor zwak lijkt of onregelmatig loopt kan de oorzaak zijn dat het luchtfilter is verstopt. Het is daarom van belang het luchtfilter regelmatig te vervangen (zie onder Onderhoud/ Onderhoudsschema voor het juiste service-interval).
ONDERHOUD 8 Druk de luchtfiltercartridge weer op zijn plaats. 7 Zet de bougiedop terug. BELANGRIJKE INFORMATIE Een bougie, die niet goed is aangedraaid, kan oververhitting veroorzaken en de motor beschadigen. Een bougie, die te hard is aangedraaid, kan de schroefdraad in de cilinderkop beschadigen. 9 Laat de motor niet rond met een verwijderde bougie of losgemaakte ontstekingskabel. Monteer het luchtfilterdeksel.
ONDERHOUD Controle van de spanning van de banden Montage van knipaggregaat De spanning van de banden moet 60 kPa (0,6 bar / 9 PSI) voor alle wielen bedragen. Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de spanning voor de achterbanden worden verminderd tot 40 kPa (0,4 bar/5,6 PSI). Hoogste toegestane spanning is 100 kPa (1,0 bar/14 PSI). ! WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaielement monteert. De veer waarmee de riem wordt gespannen kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken.
ONDERHOUD 6 Breng de maaikast omhoog Verwijderen van maai-element ! 7 8 9 Druk het maaidek omlaag zodat de inwendige pluggen de bodem van de inkepingen in het werktuigframe raken. WAARSCHUWING! Draag een beschermingsbril wanneer u het maaielement demonteert. De veer waarmee de riem wordt gespannen kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken. 1 Volg Servicestand voor maai-element, punt 1-6 om het maai-element in servicestand te zetten. 2 Laat het maaidek zakken. 3 Open de maaidekpal.
ONDERHOUD 4 5 Plaats een personenweegschaal onder het frame van het maai-element (aan de voorkant) zo dat het maai-element op de weegschaal rust. Indien nodig kan er een klos gelegd worden tussen het frame en de weegschaal zodat de steunwielen geen gewicht dragen. 2 Maak de moeren van de parallelliteitsstang los. 3 Schroef de stang uit (verlengen) om de achterkant van de kap te verhogen. Schroef de stang in (verkorten) om de achterkant van de kap te verlagen.
ONDERHOUD 4 Schroef de bout los waarmee de maaidekframebeugel is bevestigd. 5 Verwijder de vergrendeling en haal het maaidekframe naar buiten. 6 Verwijder de twee bouten uit het maaidekframe. 3 Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand en til het maaielement op. 4 Maak de snelsluiting los en verwijder de frontkap. ! 7 Verwijder de schroeven uit het maaideksel. Licht het maaidekframe op en verwijder het maaidekdeksel. 8 Maak de veer los waarmee de V-snaar opgespannen is en wrik de riem eraf.
ONDERHOUD 8 Pak de voorkant van het element beet en trek het naar voren tot het niet verder gaat. Controleer of de bevestigingsbouten van de messen goed zijn aangedraaid. 9 Til het element op tot het niet meer gaat en u een klikgeluid hoort. Het maaielement wordt automatisch in verticale stand vastgezet. BELANGRIJKE INFORMATIE Vervangen of slijpen van de messen moet door een erkende servicewerkplaats gedaan worden. Nadat de messen geslepen zijn, moeten ze uitgebalanceerd worden.
Smeren Controle van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de machine horizontaal staat en de motor uit is. Vervangen van motorolie De motorolie moet de eerste keer vervangen worden na 8 uur bedrijfstijd. Daarna moet het verversen om de 50 bedrijfsuren plaatsvinden. Bij rijden met zware belasting of hoge omgevingstemperaturen, vervangt u de olie om de 25 uur. Klap de motorkap omhoog. Maak de peilstok daarna los en trek hem weer omhoog.
Smeren Smeer de rubberen pakking van het nieuwe oliefilter lichtjes met nieuwe olie in. Monteer het oliefilter door het met de klok mee te draaien. Doe dit handmatig tot de rubberen pakking aanligt. Draai het nog een halve slag verder. Smeren van de riemspanner • De riemspanner moet regelmatig worden ingevet met molybdeendisulfidevet van goede kwaliteit*. Bijvullen met nieuwe motorolie volgens Controle van het oliepeil van de motor. Start de motor en laat deze ongeveer 3 minuten lopen.
Storingsschema Probleem Oorzaak De motor start niet Geen brandstof in de brandstoftank De bougie defect Verkeerde bougieaansluitingen of verwisselde kabels Vuil in carburateur of brandstofleiding De startmotor krijgt de motor niet rond De startmotor krijgt de motor niet rond Accu leeg Slecht contact tussen kabel en accupool Hendel voor de maaikast in verkeerde stand Hoofdzekering kapot. Contactslot kapot Rem niet geactiveerd. Defecte startmotor De motor loopt onregelmatig De bougie verkeerd.
Stallen Winterstalling Beschermkap Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat worden. Brandstof die lange perioden in de tank blijft (30 dagen of meer) kan kleverige afzettingen produceren, die de vergasser kunnen verstoppen en de werking van de motor kunnen verstoren. Om uw machine te beschermen tijdens stalling of transport is een hoes verkrijgbaar.
TECHNISCHE GEGEVENS Rider 318 Afmetingen Lengte zonder element, mm/ft 2020/6,61 Breedte zonder element, mm/ft 890/2,92 Hoogte, mm/ft 1150/3,77 Bedrijfsgewicht met maaidek, kg/lb 278-283-286 / 613-624-631 Asafstand, mm/ft 887/2,91 Spoorbreedte voor, mm/ft 712/2,34 Spoorbreedte achter, mm/ft 627/2,06 Bandenmaat 16 x 6,50 x 8 Bandenspanning achter en voor, kPa / bar / PSI 60 (0,6/8,5) Max.
TECHNISCHE GEGEVENS Maaielement Combi 94 Combi 103 Combi 112 Maaibreedte, mm/inch 940/37 1030 / 41 1120 / 44.1 Maaihoogtes, 7 standen, mm/inch 25-75/0.98-2.95 25-75/0.98-2.95 25-75/0.98-2.95 Mesdiameter, mm/inch 358/14.09 388/15.28 420 / 16,5 BELANGRIJKE INFORMATIE Wanneer dit product versleten is en niet langer wordt gebruikt, moet het voor hergebruik bij de dealer of een andere instantie ingeleverd worden.
TECHNISCHE GEGEVENS EG-verklaring van overeenstemming (Alleen geldig voor Europa) Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaier Husqvarna Rider 318 en Rider 320 AWD met een serienummer uit het jaar 2010 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJN VAN DE RAAD: van 17 mei 2006 "betreffende machines" 2006/42/EG van 15 december 2004 ”bet
Originele instructies 1154548-36 ´®z+VVs¶6.¨ ´®z+VVs¶6.