Operation Manual
GIDS VOOR HET OPSPOREN VAN FOUTEN
Nederlands-55
Probleem Oorzaak
De machine raakt oververhit. • Verstopte luchtinlaat of koelribben.
• Motor overbelast.
• Slechte ventialtie rond motor.
• Kapotte toerentalregelaar.
• Te weinig of geen olie in de motor.
• Kapotte bougies.
• Verontreinigingen en de carburateur of de
brandstofleidingen
Accu laadt niet. • Slecht contact met kabelaansluitingen
accuklem.
• Contactstop is losgekoppeld.
De machine beweegt langzaam, ongelijk, • Parkeerrem geactiveerd.
of helemaal niet. • Bypass-klep op pomp open.
• Aandrijfriem van de transmissie
hangt slap of is eraf.
• Lucht in het hydraulisch systeem.
Maaidek schakelt niet in. • Aandrijfriem van maaidek is losgekomen.
• Contact voor de elektromagnetische koppeling
is los.
• De mesknop is kapot of is losgeraakt
van het kabelcontact.
• De zekering is gesprongen.
Lekkage van transmissieolie. • Beschadigde afdichtingen, behuizing of pakkingen.
• Lucht in het hydraulisch systeem.
Ongelijke maairesultaten. • Verschillende bandenspanning in banden aan
linker- en rechterkant.
• Gebogen messen.
• De ophanging van het maaidek is ongelijk.
• De kettingbevestiging is losgekomen.
• De messen zijn bot.
• Rijsnelheid te hoog.
• Het gras is te lang.
• Er zit gras onder het maaidek.