ThinkCentre™ Handboek voor de gebruiker Types 8141, 8142, 8145 Types 8420, 8421, 8426 Th ink Ce ntr e
ThinkCentre™ Handboek voor de gebruiker Types 8141, 8142, 8145 Types 8420, 8421, 8426
Opmerking Lees eerst “Belangrijke veiligheidsinformatie” op pagina v en Bijlage D, “Kennisgevingen”, op pagina 43. Eerste uitgave (april 2004) © Copyright IBM Corp. 2004.
Inhoudsopgave Belangrijke veiligheidsinformatie . . . . v Situaties waarin onmiddellijk handelen vereist is . . v Algemene veiligheidsrichtlijnen . . . . . . . . vi Onderhoud . . . . . . . . . . . . . vi Netsnoeren en voedingsadapters . . . . . . vi Verlengsnoeren en aanverwante apparaten . . . vii Stekkers en aansluitingen . . . . . . . . vii Batterijen . . . . . . . . . . . . . . vii Warmte en ventilatie van het product . . . . viii Veiligheid van CD- en DVD-stations . . . . .
iv Handboek voor de gebruiker
Belangrijke veiligheidsinformatie Deze informatie helpt u uw IBM personal computer veilig te gebruiken. Volg alle bij uw computer geleverde instructies en bewaar alle documentatie. De informatie in dit document vormt op geen enkele manier een wijziging van de voorwaarden in de koopovereenkomst of de IBM Garantieverklaring. IBM hecht groot belang aan de veiligheid van de klant. Onze producten worden ontworpen met het oog op veiligheid en effectiviteit. Personal computers zijn echter elektronische apparaten.
gebruik van het product, haalt u de stekker uit het stopcontact en ontkoppelt u de telefoonkabels. Neem voor verdere instructies contact op met het IBM Support Center. v Gebarsten, gebroken of anderszins beschadigde netsnoeren, stekkers, voedingsadapters, verlengsnoeren, piekspanningsbeveiligingen of voedingseenheden. v Aanwijzingen voor oververhitting, rook, vonken, vuur. v Schade aan een batterij (zoals barsten of deuken), spontane ontlading of lekkage uit de batterij (herkenbaar aan vreemde stoffen).
Voorkom dat het snoer en de voedingsadapter in aanraking komen met vloeistof. Laat een snoer of een voedingsadapter nooit achter in de buurt van een gootsteen, een bad of douche, een toilet of vloeren die met vloeibare schoonmaakmiddelen worden gereinigd. Vloeistoffen kunnen kortsluiting veroorzaken, met name als het netsnoer of de voedingsadapter slijtage vertoont ten gevolge van verkeerd gebruik.
Probeer nooit de batterij open te maken of te repareren. Zorg dat de batterij niet gedeukt of doorboord wordt en niet in contact komt met open vuur. Voorkom kortsluiting van de metalen contactpunten. Stel de batterij niet bloot aan water of andere vloeistoffen. Laad de batterij uitsluitend op volgens de instructies in de productdocumentatie. Door misbruik of onoordeelkundig gebruik kan de batterij oververhit raken, waardoor er gassen of vonken uit de batterij of knoopcel kunnen komen.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: v Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet; voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer. v Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
v Lorsque vous installez, que vous déplacez, ou que vous manipulez le présent produit ou des périphériques qui lui sont raccordés, reportez-vous aux instructions ci-dessous pour connecter et déconnecter les différents cordons. Connexion : Déconnexion : 1. Mettez les unités hors tension. 1. Mettez les unités hors tension. 2. Commencez par brancher tous les cordons sur les unités. 2. Débranchez les cordons d’alimentation des prises. 3. Branchez les câbles d’interface sur des connecteurs. 3.
v Installeer geen telefoonaansluitingen in natte ruimtes tenzij de aansluiting speciaal ontworpen is voor gebruik in natte ruimtes. v Raak geen telefoonkabels of -stekkers aan die niet geïsoleerd zijn. v Wees voorzichtig bij het installeren of doortrekken van telefoonlijnen. v Gebruik de telefoon niet tijdens onweer, tenzij u een draadloos model hebt. Er bestaat een kleine kans op een elektrische schok als gevolg van blikseminslag. v Geef gaslekken in de buurt van de telefoon niet telefonisch door.
DANGER: Certains modèles d’ordinateurs personnels sont équipés d’origine d’une unité de CD-ROM ou de DVD-ROM. Mais ces unités sont également vendues séparément en tant qu’options. L’unité de CD-ROM/DVD-ROM est un appareil à laser. Aux État-Unis, l’unité de CD-ROM/DVD-ROM est certifiée conforme aux normes indiquées dans le sous-chapitre J du DHHS 21 CFR relatif aux produits à laser de classe 1.
Overzicht Hartelijk gefeliciteerd met uw aanschaf van een IBM-computer. In deze computer zijn de nieuwste ontwikkelingen verwerkt op het gebied van PC-technologie. De computer kan bovendien worden uitgebreid. Door hardwareopties te installeren, kunt u de mogelijkheden van de computer eenvoudig uitbreiden. In deze publicatie vindt u instructies voor het installeren van externe en interne opties.
xiv Handboek voor de gebruiker
Hoofdstuk 1. Opties installeren e ntr Ce ink Th Dit hoofdstuk bevat een inleiding over de voorzieningen en opties die voor de computer beschikbaar zijn. De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheugen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd. Belangrijk Lees voordat u een optie installeert of verwijdert eerst “Belangrijke veiligheidsinformatie” op pagina v.
v Ondersteuning voor voor DDR (double data rate) DIMM’s (dual inline memory modules) v 512 kB flashgeheugen voor systeemprogramma’s Interne stations v 3,5-inch, 1,44 MB diskettestation v SATA (Serial Advanced Technology Attachment) intern vaste-schijfstation v EIDE CD-station of DVD-station (bepaalde modellen) Videosubsysteem v Geïntegreerde grafische controller voor een VGA-beeldscherm v PCI Express (x16) grafische aansluiting op de systeemplaat Audiosubsysteem v AC’97 met ADI 1981B Audio Codec v Lijningan
v Twee 32-bits PCI-adaptersleuven (peripheral component interconnect) v Eén PCI Express (x1) adaptersleuf v Eén PCI Express (x16) sleuf voor een grafische kaart Voeding v 310 W voedingseenheid met handmatige voltageschakelaar v Automatische instelling invoerfrequentie (50/60 Hz) v Advanced Power Management v Ondersteuning voor ACPI (Advanced Configuration and Power Interface) Beveiligingsvoorzieningen v Gebruikerswachtwoord en configuratiewachtwoord v Gebruikers- en beheerderswachtwoord voor het vaste-schij
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer.
Beschikbare opties Enkele beschikbare opties: v Externe opties – Parallelle apparaten, zoals printers en externe stations – Seriële apparaten, zoals externe modems en digitale camera’s – Audioapparatuur, zoals externe luidsprekers voor het geluidssysteem – USB-apparaten, zoals printers, joysticks en scanners – Beveiligingsopties, zoals een hangslot of een kabelslot – Beeldschermen v Interne opties – Systeem geheugen, ook DIMM’s (dual in-line memory modules) genoemd – PCI-adapters (Peripheral Component Inter
v Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken. v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam. v Installeer zo mogelijk de optie direct in de computer zonder deze neer te leggen.
Externe opties installeren In dit gedeelte worden de externe aansluitingen van de computer beschreven. Hierop kunt u externe opties aansluiten, zoals externe luidsprekers, een printer of een scanner. Voor sommige externe opties moet u aanvullende software installeren. Als u een externe optie installeert, kunt u in dit gedeelte zien welke aansluiting u moet gebruiken.
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de computer In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden.
Aansluiting Beschrijving Ethernet-poort Hierop kunt u een Ethernet-kabel voor een LAN aansluiten. Opmerking: Om de computer te laten voldoen aan de FCCrichtlijnen dient u een Ethernet-kabel van categorie 5 te gebruiken. USB-poorten Hierop kunt u apparaten aansluiten waarvoor een USB-poort (Universal Serial Bus) vereist is, bijvoorbeeld een USB-scanner of een USB-printer. Als u meer dan zes USB-apparaten hebt, kunt u een USB-hub aanschaffen om extra USB-apparaten aan te sluiten.
De kap verwijderen Belangrijk: Lees eerst “Belangrijke veiligheidsinformatie” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 5 voordat u de kap verwijdert. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD’s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit. 2. Haal alle stekkers uit het stopcontact. 3. Ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Voedingseenheid 2 DIMM’s 3 PCI Express (x1) sleuf 4 PCI-sleuf * X X X X X X X X X * * X X X X X X X X X * 5 PCI Express (x16) sleuf voor grafische kaart 6 Batterij 7 Microprocessor en koelelement Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel het moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de computer.
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeemplaat.
De computer werkt met ofwel DDR- (double data rate), ofwel DDR2-geheugen (double data rate 2). Welk geheugen er nodig is, hangt af van de systeemplaat die in uw computer is geïnstalleerd. 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 10. 2. Kijk waar de DIMM-aansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 11. v Als de twee DIMM-aansluitingen die zich het dichtst bij de rand van de systeemplaat bevinden GEEL zijn, werkt de systeemplaat met DDR-geheugen.
5. Open de klemmetjes. 6. Zorg dat de uitsparingen in de DIMM op één lijn liggen met de nokjes op de aansluiting. Duw de DIMM voorzichtig naar beneden tot de klemmetjes vastklikken. Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten” op pagina 26. Adapters installeren In dit gedeelte leest u hoe u adapters kunt installeren of verwijderen.
2. Draai de stationhouder omhoog om bij de systeemplaat te kunnen. * X X X X X X X X X * * X X X X X X X X X * 3. Open de klem voor de afdekplaatjes en verwijder het afdekplaatje van de gewenste kaartsleuf. * X X X X X X X X X * * X X X X X X X X X * 4. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 5. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. Hoofdstuk 1.
6. Sluit de klem voor de afdekplaatjes. * X X X X X X X X X * * X X X X X X X X X * Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten” op pagina 26. Interne stations installeren In deze paragraaf leest u hoe u interne stations kunt installeren of verwijderen. Interne stations zijn apparaten waarmee de computer gegevens leest en opslaat.
Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een 3,5-inch diskettestation in vak 1. v Een CD- of DVD-station in vak 2 (bepaalde modellen) v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 4 Alle vakken waarin geen station is geïnstalleerd, zijn bedekt met een metalen plaatje en een kunststof afdekplaatje. In onderstaande afbeelding ziet u waar de stationsvakken zich bevinden.
3. Als het station dat u installeert, is bedoeld voor een verwisselbaar medium, verwijdert u het afdekplaatje van het vak in de frontplaat. 4. Verwijder vervolgens het metalen plaatje van het stationsvak door het met een schroevendraaier voorzichtig los te wrikken. 5. Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slaveapparaat. Opmerking: Een serieel ATA vaste-schijfstation hoeft niet als master- of slavestation worden ingesteld.
7. Schuif het station in het vak totdat het op zijn plaats vastklikt. * X X X X X X X X X * * X X X X X X X X X * 8. Voor een vaste-schijfstation zijn twee kabels nodig; een voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat. v Voor een parallel ATA vaste-schijfstation is een voedingskabel met vier aders nodig. v Voor een serieel ATA vaste-schijfstation is een voedingskabel met vijf aders nodig.
4. De computer heeft extra voedingsaansluitingen voor aanvullende stations. Verbind een voedingsaansluiting met het station. Een extra CD-station, DVD-station of parallel vaste-schijfstation aansluiten 1. Zoek de PATA IDE-aansluiting op de systeemplaat en de signaalkabel met drie stekkers. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 11. 2. Sluit de extra stekker van de signaalkabel aan op het nieuwe station. 3. De computer heeft extra voedingsaansluitingen voor aanvullende stations.
Beveiligingssloten In onderstaande afbeelding ziet u waar de beveiligingssloten aan de achterkant van de computer zich precies bevinden. 1 Oog voor hangslot 2 Geïntegreerd kabelslot Hoofdstuk 1.
Oog voor hangslot De computer is uitgerust met een oog voor een hangslot. Met een dergelijk slot kan worden voorkomen dat de kap wordt verwijderd.
Geïntegreerd kabelslot Met een geïntegreerd kabelslot (ook wel Kensington-slot genoemd) kunt u de computer aan een bureau, tafel of ander vast voorwerp vastleggen. Het kabelslot wordt bevestigd in een uitsparing aan de achterkant van de computer en wordt met een sleutel geopend en gesloten. Dit is hetzelfde type kabelslot dat ook voor veel notebook-computers wordt gebruikt. Kabelsloten kunnen rechtstreeks bij IBM worden besteld. Ga naar http://www.pc.ibm.com/support en zoek op Kensington.
De batterij vervangen De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor de ingebouwde voorzieningen, zoals configuratie van de parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet. Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook niet op te laden. Een batterij gaat echter niet eeuwig mee.
Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen) Dit gedeelte heeft betrekking op vergeten of verloren wachtwoorden. Meer informatie over vergeten wachtwoorden vindt u in Access IBM op het bureaublad. Een 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. vergeten wachtwoord wissen: Zet de computer en alle randapparatuur uit. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 10. Zoek de jumper voor het wissen van CMOS/BIOS op de systeemplaat. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 11.
De kap terugplaatsen en de kabels aansluiten Nadat u met de opties van de computer hebt gewerkt, installeert u eventueel verwijderde onderdelen weer, plaatst u de kap terug en sluit u alle losgekoppelde kabels weer aan, inclusief netsnoeren en telefoonlijnen. Daarnaast kan het, afhankelijk van de optie die is geïnstalleerd, nodig zijn om te bevestigen dat de bijgewerkte informatie in het programma IBM BIOS Setup correct is. Voer de volgende stappen uit: 1.
Hoofdstuk 2. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken Het programma IBM BIOS Setup (of IBM Setup Utility) is opgeslagen in het EEPROM (Electrically Erasable Programmable Read-Only Memory) van uw computer. U kunt het programma IBM BIOS Setup gebruiken om de configuratie van de computer te bekijken en te wijzigen, ongeacht het besturingssysteem dat u gebruikt. De instellingen die u kiest in uw besturingssysteem kunnen eventuele vergelijkbare instellingen in het programma IBM BIOS Setup echter overschrijven.
v Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een foutmelding. Als u drie maal achter elkaar een onjuist wachtwoord opgeeft, moet u de computer uitzetten en opnieuw opstarten. v Als u hetzelfde wachtwoord opgeeft als gebruikerswachtwoord en als gebruikerswachtwoord voor een IDE-station, hoeft u het wachtwoord maar één keer op te geven als u de computer inschakelt.
Attentie Berg het master-wachtwoord voor IDE-station veilig op. Als zowel het master-wachtwoord voor IDE-station als het gebruikerswachtwoord voor IDE-station verloren gaan, moet het IDE-vaste-schijfstation worden vervangen. Als u zowel het master-wachtwoord voor IDE-station als het gebruikerswachtwoord voor IDE-station wilt instellen, moet u eerst het master-wachtwoord voor IDE station instellen en pas daarna het gebruikerswachtwoord voor IDE-station.
Een tijdelijk opstartapparaat kiezen Gebruik deze procedure om op te starten vanaf een willekeurig apparaat. Opmerking: Niet alle CD’s, vaste schijven en diskettes zijn opstartbaar. 1. Zet de computer uit. 2. Houd de toets F12 ingedrukt terwijl u de computer aanzet. Zodra het menu Opstartapparaten (Startup Devices) wordt afgebeeld, laat u de F12-toets weer los. 3. Selecteer het gewenste opstartapparaat in het menu en druk op Enter om van start te gaan.
Bijlage A. Systeemprogramma’s bijwerken In deze bijlage vindt u informatie over het bijwerken van systeemprogramma’s en het herstellen van de fouten die hierbij kunnen optreden. Systeemprogramma’s De basislaag van de software die in elke computer is ingebouwd, wordt gevormd door systeemprogramma’s. Tot de systeemprogramma’s behoren de zelftestroutines (POST), de BIOS-instructies (basic input/output system) en het programma IBM BIOS Setup.
Blader omlaag naar een txt-bestand met instructies voor het bijwerken van het BIOS vanuit het besturingssysteem. Klik op het txt-bestand. 7. Druk deze instructies af. Dit is belangrijk, omdat deze instructies niet worden afgebeeld nadat het downloaden is gestart. 8. Klik in uw browser op Vorige om terug te gaan naar de lijst van bestanden. Volg de afgedrukte instructies om het bewerkbestand te downloaden, uit te pakken en te installeren. 6.
Bijlage B. De muis schoonmaken In deze bijlage vindt u aanwijzingen voor het schoonmaken van de muis. De procedure is afhankelijk van het type muis dat u hebt. Optische muis Bij problemen met een optische muis controleert u het volgende: 1. Keer de muis om en inspecteer het lensgebied. a. Als de lens vuil is, maakt u die voorzichtig schoon met een wattenstaafje. b. Als de lens stoffig is, blaast u het stof voorzichtig weg. 2. Controleer het oppervlak waarop de muis wordt gebruikt.
4. Was de bal in een warm sopje en droog hem weer af. Blaas zachtjes in de balhouder 4 om stof en vuil los te maken. 5. Kijk of zich vuil heeft opgehoopt op de plastic rollers 3 in de balhouder. Gewoonlijk ziet u een streep van vuil midden op de rollers. 6. Als de rollers vuil zijn, kunt u deze reinigen met een wattenstaafje dat gedrenkt is in alcohol. Draai de rollers met uw vinger en maak ze rondom schoon. Zorg ervoor dat de rollers nog middenin de groeven liggen nadat u ze hebt gereinigd. 7.
Bijlage C. Handmatige modemopdrachten In het volgende gedeelte vindt u opdrachten voor het handmatig programmeren van de modem. Opdrachten worden door de modem geaccepteerd terwijl de modem in de opdrachtmodus staat. De modem staat automatisch is de opdrachtmodus totdat u een nummer kiest en een verbinding tot stand brengt. Opdrachten kunnen naar de modem worden gestuurd vanaf actieve communicatiesoftware op een PC of vanaf een ander werkstation.
Opdracht E_ Functie E0 Opdrachten worden niet afgebeeld E1 Opdrachten worden afgebeeld +++ H_ Escapetekens - Schakelen van gegevensmodus naar opdrachtmodus (T.I.E.S.
Opdracht Z_ Functie X3 Gelijk aan X1 plus bezetdetectie/blind kiezen X4 Alle responsen en kiestoon en bezet signaaldetectie Z0 Actief profiel 0 opnieuw instellen en ophalen Z1 Actief profiel 1 opnieuw instellen en ophalen Extended AT-opdrachten Opdracht Functie &C0 Force Carrier Detect Signal High (ON) &C1 CD inschakelen als carrier op afstand niet aanwezig is &D0 Modem negeert het DTR-signaal &D1 Modem gaat terug naar opdrachtmodus na DTR-toggle &D2 Modemverbinding verbreken en modem ga
Opdracht Functie &T_ &V &W_ %E_ &S1 DSR uit in opdrachtmodus en aan in on-line modus &T0 Test in uitvoering beëindigen &T1 Lokale analoge loopbacktest uitvoeren &T3 Lokale digitale loopbacktest uitvoeren &T4 Digitale loopbacktest op afstand toestaan door modem op afstand &T5 Digitale loopbacktest op afstand niet toestaan &T6 Digitale loopbacktest op afstand uitvoeren &T7 Digitale loopbacktest op afstand en zelftest uitvoeren &T8 Lokale analoge loopbacktest en zelftest uitvoeren &V0
Opdracht &Q_ Functie %C1 Alleen MNP Class 5 gegevenscompressie inschakelen %C2 Alleen V.42bis gegevenscompressie inschakelen %C3 MNP Class 5 en V.42bis gegevenscompressie inschakelen &Q0 Alle direct datalink (gelijk aan \N1) &Q5 V.42 datalink met uitwijkopties &Q6 Alle normale datalink (gelijk aan \N0) +DS44=0, 0 V.44 uitschakelen +DS44=3, 0 V.
+FDIS: Functies op afstand aangeven. +FDIS= Parameters huidige sessie. +FDR Ontvangst fase C gegevens beginnen of voortzetten. +FDT= Datatransmissie. +FDTC: Polled station functies aangeven. +FET: Post page bericht respons. +FET=N Pagina-interpunctie verzenden. +FHNG Beëindiging met status. +FK Sessie beëindigen. +FLID= String lokaal ID. +FLPL Document voor polling. +FMDL? Model aangeven. +FMFR? Fabrikant aangeven. +FPHCTO Time-out fase C. +FPOLL Geeft de pollingaanvraag aan.
#VSS Silence deletion tuner #VTD Functies voor rapportage DTMF-toon #VTM Plating timingmark inschakelen #VTS Toonsignalen genereren #VTX Spraakverzendmodus Opmerking voor gebruikers in Zwitserland: Als Taxsignal op uw Swisscom-telefoonlijn uitgeschakeld is, kan dit de modemfunctie nadelig beïnvloeden. Dit kan worden verholpen door een filter met de volgende specificaties: Telekom PTT SCR-BE Taximpulssperrfilter-12kHz PTT Art. 444.112.7 Bakom 93.0291.Z.N Bijlage C.
42 Handboek voor de gebruiker
Bijlage D. Kennisgevingen Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is. Uw IBM-vertegenwoordiger kan u vertellen welke producten en diensten op dit moment worden aangeboden. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van IBM houdt niet in dat uitsluitend IBMproducten of -diensten gebruikt kunnen worden.
Verwijzingen in deze publicatie naar andere dan IBM-websites zijn uitsluitend opgenomen ter volledigheid en gelden op geen enkele wijze als aanbeveling voor deze websites. Het materiaal op dergelijke websites maakt geen deel uit van het materiaal voor dit IBM-product. Gebruik van dergelijke websites is geheel voor eigen risico. Kennisgeving televisie-uitvoer De volgende kennisgeving is van toepassing op modellen waarin in de fabriek een functie voor televisie-uitvoer is geïnstalleerd.
Trefwoordenregister A M aansluitingen, beschrijving adapters installeren 14 PCI 5 sleuven 14 audiolijningang 9 audiolijnuitgang 9 audiosubsysteem 2 9 modem Basic AT-opdrachten 35 Extended AT-opdrachten 37 Fax Class 1-opdrachten 39 Fax Class 2-opdrachten 39 MNP/V.42/V.42bis/V.
systeemplaat aansluitingen 12 Geheugen 5, 12 locatie 12 onderdelen herkennen systeemprogramma’s 31 11 T terugplaatsen van kap 26 toetsenbordaansluiting 9 U USB-poorten 9 V verwijderen, kap 10 videosubsysteem 2 W wachtwoord instellen, wijzigen, wissen vergeten 25 wissen 25 46 29 Handboek voor de gebruiker
Onderdeelnummer: 19R0465 Gedrukt in Nederland (1P) P/N: 19R0465