Operation Manual

8
5. Maak de Knop van de Buis van de Zitting (9)
los en verwijder.
P
laats de Buis van de Zitting (5) in het
Onderstel (1) en stel de Buis van de Zitting af
o
p de juiste hoogte.
Stel de Bijstelknop van de Zitting (9) in het
aangegeven gat in het Onderstel (1) in een van
de afstelgaten in de Buis van de Zitting (5).
Maak de Knop van de Buis van de Zitting (9)
vast. Zorg ervoor dat de Knop van de Buis
van de Zitting stevig vastzit in één van de
afstelgaten in de Buis van de Zitting (5).
5
5
1
9
Gat
Bijstelgaten
6
6. Terwijl een tweede persoon de Staander (13)
vasthoudt bij het Onderstel (1), dient u het
Verlengstuk van de Draad (23) te verbinden met
de Snelheidssensordraad (39).
Sluit vervolgens de Weerstandskabel (19) op de
volgende manier op de Lage Kabel (29) aan:
Zie tekening A. Trek de metalen beugel op de
Lage Kabel (29) omhoog, en voeg de
bovenkant van de Weerstandkabel (19) in de
draadclip in de metalen beugel zoals is
aangegeven.
Bekijk tekening B. Trek stevig op de
Weerstandskabel (19) en plaats deze in de
metalen houder zoals aangegeven.
Bekijk tekening C. Met gebruik van een knijp-
tang, buig de uiteinden aan de bovenste kant
van de metalen houder samen.
Plaats de Draden (23, 29) en de Kabels (19,
29) door het Onderstel (1).
Tip: vermijd het afklemmen van de draden
en kabels. Plaats de Staander in (13) in het
Onderstel (1).
Maak vervolgens de Staander (13) vast met
drie M8 x 15mm Schroeven met Ronde Kop
(34) en drie M8 Gespleten Tussenringen (42).
A
B
C
29
19
19
Metalen
Beugel
Metalen
Beugel
29
Vermijd het afklem-
men van de draden
en kabels
34
39
19
29
42
34
23
13
1
42