Operation Manual

8
NEDERLANDS
NL
de gebruikelijke professionele standaarden
De kabelgoot is gemaakt van koperkabel met
een maximale geleidertemperatuur van ten-
minste 90 °C
De installatievereisten kunnen worden beïnvloed
door de omstandigheden op de locatie.
OPMERKING
Tijdens het kiezen van de installatielocatie dient u
rekening te houden met de volgende omstandighe-
den:
Nooit installeren in een potentieel explosieve
atmosfeer
Nooit installeren in gebieden die mogelijk kun-
nen overstromen
Voldoe volledig aan lokale technische vereisten
en veiligheidsregels
Het installatieoppervlak moet een vlakke en
stevige ondergrond hebben
Maximale luchtvochtigheid van 95% (niet-con-
denserend)
Omgevingstemperatuur van -25 °C tot 40 °C
Temperatuurverschil binnen 24 uur < 35 °C
De aanbevolen installatiehoogte is 50 tot 150
cm van de grond tot de onderkant van de be-
huizing
De laaduitgang op het voertuig moet eenvoudig
te bereiken zijn met de bevestigde laadkabel of
de kabel die voor het laden wordt gebruikt. De
laadkabel mag niet onder spanning staan als
deze aan het voertuig is bevestigd.
Het moet onmogelijk zijn om over de kabel
heen te rijden
3.3 Mechanische installatie
Gebruik de volgende gereedschappen en materia-
len om de ICU Eve Mini te installeren:
Waterpas
Klopboormachine
Schroevendraaier voor een klemblok
Potlood en het bijgesloten boorsjabloon
Torx schroevendraaier M5 (T25)
Draadstripstang
Inbussleutel
4 x M8 x 12mm schroeven
4 x type 8 nylon pluggen
4 x M5 x 50mm schroeven
4 x 6,4mm platte ring
1 x kabeldoorvoer M32
1 x kabeldoorvoer M25
1 x borgmoer M32
1 x afdichtingsring voor M25 kabeldoorvoer
1 x reduceerring M25
Wandmontage: Boor met het boorsjabloon all
mounting:
Controleer de aangegeven maten met een
meetlint of rolmaat.
De afstand tussen de boorgaten is 144 mm (ho-
rizontaal en 312 mm (verticaal)
OPMERKING
Bij installatie dient er rondom de Eve mini 50 cm
vrije ruimte te meten in verband met het plaatsen
en verwijderen van de kap.
OPMERKING
1. Knip het boorsjabloon uit de kartonnen verpak-
king
2. Plaats het boorsjabloon op de gewenste locatie
3. Controleer met een waterpas of het sjabloon
recht is aangebracht
4. Teken de boorgaten af met het sjabloon
5. Boor gaten op de afgetekende punten
6. Controleer de geboorde gaten
Het laadstation installeren