User manual

Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer
als de compressor-
motor tijdens norma-
le werking stopt, au-
tomatisch van de
verdamper van het
koelvak verwijderd.
Het dooiwater loopt
via een gootje in een
speciale opvangbak
aan de achterkant van het apparaat, bo-
ven de compressormotor, waar het ver-
dampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het koel-
vak regelmatig schoon te maken, om te
voorkomen dat het water overloopt en op
het voedsel in de koelkast gaat druppelen.
Gebruik daarvoor de speciale reiniger, die
al in het afvoergaatje zit.
Ontdooien van de vriezer is niet nodig
Het vriesvak op dit model is echter van het
type "no frost". Dit betekent dat er geen rijp
gevormd wordt als het vriesvak werkt, noch
op de binnenwanden, noch op het voedsel.
Dit komt door de continue circulatie van
koude lucht binnen het vak door een auto-
matisch aangedreven ventilator.
Periodes dat het apparaat niet gebruikt
wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet
gebruikt wordt, neem dan de volgende
voorzorgsmaatregelen:
1. trek de stekker uit het stopcontact.
2. Haal al het voedsel eruit.
3. Ontdooi indien nodig
4. Maak het apparaat en alle toebehoren
schoon.
5. Laat alle deuren op een kier staan om
de vorming van onaangename geurtjes
te voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan
iemand om het zo nu en dan te controleren,
om te voorkomen dat het bewaarde voed-
sel bederft, als de stroom uitvalt.
Problemen oplossen
Let op! Voordat u storingen opspoort,
de stekker uit het stopcontact trekken.
Het opsporen van storingen die niet in deze
handleiding vermeld zijn, dient te worden
verricht door een gekwalificeerd technicus
of competent persoon.
Belangrijk! Er zijn tijdens de normale
werking geluiden te horen (compressor,
koelcircuit).
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt la-
waai.
Het apparaat wordt niet
goed ondersteund.
Controleer of het apparaat
stabiel staat (alle vier de voe-
tjes moeten op de vloer
staan).
Het apparaat werkt
niet. Het lampje brandt
niet.
Het apparaat is uitgescha-
keld.
Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
NEDERLANDS 61