Operation Manual

NEDERLANDS 9
Dagelijks gebruik
Ovenfuncties Beschrijving functie
OVENLAMPJE Inschakeling van het ovenlampje.
BOVEN- +
ONDERWARMTE
Voor het bereiden van gerechten op één steunhoogte.
Gebruik de tweede steunhoogte. Verwarm de oven voor
op de gewenste temperatuur. Het gerecht kan in de oven
worden gezet als het thermostaatlampje uitgaat.
MEDIUM GRILL Voor het grillen van kleinere stukken vlees, onder de
kleinere grill. Geadviseerd wordt om het voedsel op de
vierde steunhoogte te plaatsen op de max. temperatuur.
Verwarm de oven 3-5 minuten voor. Tijdens de bereiding
moet de ovendeur dicht blijven.
GRILL Voor het grillen van karbonades, spiezen en worstjes
onder de hele grill; voor het gratineren van groenten
of het roosteren van brood. Geadviseerd wordt om het
voedsel op de vierde steunhoogte te plaatsen. Gebruik
bij het grillen van vlees de opvangbak om het braadvet
op te vangen. Zet deze op de derde steunhoogte en giet
er ongeveer een halve liter water in. Verwarm de oven
3-5 minuten voor. Tijdens de bereiding moet de ovendeur
dicht blijven.
TURBO GRILL Voor het grillen van grote stukken vlees (lamsbouten,
rosbief, hele kip). Zet het vlees op de middelste
steunhoogtes. Gebruik de opvangbak om het braadvet
op te vangen. Zet deze op de eerste/tweede steunhoogte
en giet er ongeveer een halve liter water in. De oven
hoeft niet voorverwarmd te worden. Aanbevolen wordt
om het vlees tijdens de bereiding om te keren om een
gelijkmatige bruining aan beide kanten te verkrijgen.
Tijdens de bereiding moet de deur van de oven dicht
blijven.
Met deze functie kunt u het draaispit gebruiken, indien
aanwezig.