Operation Manual

Controlelampje bij voorverwarmen
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de
balkjes op het display
een voor een
branden. De balkjes geven aan dat de
oventemperatuur toeneemt of afneemt.
Magnetronstand
De magnetronfunctie instellen
Het hangt van het model of uw
apparaat knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes
heeft:
Het indicatielampje gaat aan
wanneer de oven opwarmt.
Het lampje gaat aan als het
apparaat in werking is.
Het symbool geeft aan of de
knop de kookzones, de
ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
1. Draai aan de functieknop van de oven
om een magnetronfunctie te selecteren
.
Het display toont een standaard
magnetronvermogen en een
standaardwaarde voor de duurtijd-functie.
Het apparaat begint zonder dat u iets doet
na enkele seconden automatisch te werken.
2. Draai de knop voor de temperatuur /
het magnetronvermogen om de
magnetroninstellingen te wijzigen. Het
vermogen kan worden gewijzigd in
stappen van 100 W.
3. Druk op
en draai daarna de knop
voor de temperatuur / het
magnetronvermogen naar links of rechts
om de bereidingsduur te wijzigen.
Het apparaat gaat automatisch werken na
een paar seconden of nadat u
indrukt.Als de ingestelde tijd ten einde
komt, klinkt er een geluidssignaal en wordt
de magnetronfunctie automatisch
gedeactiveerd.
4. Draai de knop voor de ovenfuncties
naar de uit-stand.
Als de magnetronfunctie geactiveerd is,
kunt u:
het vermogen wijzigen.
het vermogen controleren. Druk op .
Als u de deur van de oven opent,
stopt de functie. Raak
aan om
de functie weer te starten.
Magnetron + grill instellen
1. Verdraai de functieknop om de
ovenfunctie te selecteren .
In het display verschijnt een
standaardtemperatuur.
2. Verander de temperatuur.
3. Druk op . Zie "Magnetronfunctie
instellen" en begin bij punt 2.
De magnetronfunctie begint
zodra de ingestelde temperatuur
wordt bereikt.
Als de ingestelde tijd is afgelopen klinkt er
een geluidsignaal en gaan de ovenfunctie
en de magnetronfunctie automatisch uit.
4. Draai de functieknop naar de uit-stand.
Magnetron
Algemeen:
Stel het apparaat nooit in werking als er
zich geen voedsel in bevindt.
Laat het voedsel na het uitschakelen van
het apparaat enkele minuten rusten. Zie
de magnetronbereidingstabellen:
rusttijd.
NEDERLANDS
41