User manual

Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha-
keld.
Zet het apparaat aan.
Het apparaat werkt niet. De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Het apparaat werkt niet. Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap-
paraat op het stopcontact
aan. Neem contact op met
een gekwalificeerd elektricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de
stand-by-stand.
Sluit en open de deur.
Het lampje werkt niet. Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De compressor werkt conti-
nu.
De temperatuur is niet
goed ingesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
diening'.
De compressor werkt conti-
nu.
Er werden veel producten
tegelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en con-
troleer dan nogmaals de tem-
peratuur.
De compressor werkt conti-
nu.
De omgevingstemperatuur
is te hoog.
Zie het typeplaatje voor de
klimaatklasse.
De compressor werkt conti-
nu.
Het voedsel dat in het ap-
paraat werd geplaatst,
was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
opslaat.
De compressor werkt conti-
nu.
De deur is niet goed geslo-
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet correct ge-
sloten of de deurpakking is
vervormd/vies.
Zie 'De deur sluiten'.
Er is te veel rijp en ijs. De dop van de wateraf-
voer bevindt zich niet op
de juiste plaats.
Plaats de dop voor de water-
afvoer op de juiste manier.
Er is te veel rijp en ijs. De producten zijn niet op
de juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
NEDERLANDS 41