Operation Manual
Om gerechten in de oven te kunnen be
-
reiden, moet u altijd een ovenfunctie
kiezen en een geschikte temperatuur
instellen.
Dankzij voorgeprogrammeerde tempe
-
raturen is het instellen van de juiste
temperatuur zeer eenvoudig.
Ovenfunctie kiezen
^
Draai de functiekeuzeschakelaar
naar links of rechts op de gewenste
ovenfunctie.
Tegelijk verschijnen de symbolen van
alle relevante functies waarover u in
deze stand kunt beschikken.
Met de functiekeuzeschakelaar kunt u
de volgende ovenfuncties kiezen:
–
"Hetelucht D"
Voor bakken en koken op meerdere
niveaus.
–
"Intensief bakken o"
Voor het bakken van taart met een
vochtige vulling, bijvoorbeeld kwark
-
taart, pruimentaart of quiche en ook
voor taart met couverture en
niet-voorgebakken bodem. Niet ge
-
schikt voor het bakken van plat ge
-
bak en niet voor braden (de fond zou
hierbij te donker worden).
–
"Boven- en onderwarmte A"
Voor het bakken en braden van tradi
-
tionele gerechten, bijvoorbeeld
soufflés.
–
"Bovenwarmte C"
Voor het gratineren van ovenschotels
en groente of om gerechten extra
bruin te laten worden.
– "Kleine grill m"
Voor het grilleren van kleine hoeveel-
heden plat vlees en voor het gratine-
ren van gerechten in kleine oven-
schalen. Sluit de ovendeur tijdens
het grilleren.
–
"Grote grill n"
Voor het grilleren van grote hoeveel
-
heden plat vlees en voor het gratine
-
ren van gerechten in grote oven
-
schalen. Sluit de ovendeur tijdens
het grilleren.
–
"Grilleren met luchtcirculatie p"
Voor het grilleren van gerechten met
een relatief grote doorsnede, zoals
een rollade of gevogelte. Sluit de
ovendeur tijdens het grilleren.
–
"Ontdooien G"
Om diepvriesproducten behoed
-
zaam te ontdooien.
Bediening van de oven
27