Operation Manual

11
Multiplex-naam:
toont het zendgebied, alsook een verzameling/Bouquet van radiozenders op deze
frequentie, bijv. BBC National DAB, Digital 1 Network.
Signaalsterkte:
Een lege aanduiding verschijnt op de tweede regel van het display en laat de
minimale signaalsterkte zien die voor een acceptabele luistergenot benodigd wordt.
De regel gekleurde rechthoeken geven de daadwerkelijke sterkte van het inkomende
signaal aan. Hoe sterker het signaal is, des te meer rechthoeken worden getoond.
Tijd:
door de zender ter beschikking gesteld.
Kanaal en frequentie:
bijv.: 12B 225,64 MHz
Signaalinformatie:
Stereo of Mono en de datarate, met welke het signaal gestuurd wordt.
8. Instellingen FM
Controleer of zich de radio in de FM-modus bevind. Helemaal rechts op de eerste
regel van het display kunt u “FM“ en de radiofrequentie bijv. 89,60 MHz zien.
In de FM-modus kan uw radio informatie van het Radio Data Systems of ‘RDS’
ontvangen, als deze wordt uitgezonden. Deze RDS informatie bevat vaak de naam
van de zender, de actuele tijd en meer gegevens over de programma’s.
Wanneer u na het laatste keer uitschakelen van de radio een FM-zender beluistert
heeft, zal deze zender automatisch ingesteld worden als u de radio weer inschakelt.
8.1 Automatische scanfunctie FM
1. Als de radio zich nog niet in de FM-modus bevindt, drukt u op de toets
DAB/FM om naar de FM-modus te schakelen.
2. Druk op de toets Scan”. De radio zoekt naar een zender. Bij de volgende
zender die gevonden wordt stopt het scannen en de frequentie of RDS-
informatie, indien aanwezig, wordt weergegeven.
LET OP! Bij FM zenders kan het nodig zijn om met behulp van de draaiknop
“Tune” de frequentie beter af te stemmen. Als de ontvangst niet beter wordt,
verandert u de richting van de antenne of u plaatst de radio op een andere plek.