SOLO & BUDDY GEBRUIKERSHANDLEIDING VERSIE: 01-2015
INCA BUDDY & SOLO 4 takt Buddy SOLO INCA Techniek wil u bedanken Dat u voor 1 van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kunt waarderen. Wij raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden.
Veiligheidsvoorschriften U bent als bestuurder van de INCA BUDDY of SOLO altijd zelf verantwoordelijk voor het naleven van de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften en richtlijnen. INCA Techniek adviseert om eerst rijervaring op te doen onder begeleiding van een ervaren instructeur. Uw dealer kan u daarbij behulpzaam zijn.
Veiligheid algemeen • Verzeker uzelf van voldoende training en rijdt defensief in het verkeer. • Laat anderen in uw nabije leefomgeving deze gebruikers handleiding lezen om uzelf te laten attenderen op mogelijke veiligheidsinstructies of verbeteringen in uw rijvaardigheid. • De INCA SOLO of Buddy is een krachtige en snelle scootmobiel (max. 45km/h).
De instructies in deze handleiding zijn vooral opgesteld met het doel een eenvoudige en duidelijke leidraad voor het gebruik , hierin vindt men eveneens de handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die uitgevoerd moeten worden op het voertuig, bij een dealer of INCA Techniek. De handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen.
INDEX Hoofdstuk 01………………………………………………Voertuig Hoofdstuk 02……………………………………………… Gebruik Hoofdstuk 03……………………………………………… Onderhoud Hoofdstuk 04……………………………………………… Technische gegevens Hoofdstuk 05……………………………………………… Milieu en disclaimer
Hoofdstuk 01 Voertuig Cockpit A= snelheidsmeter B= Controlelamp van de brandstofreserve C= Controlelamp van de knipperlichten D= Voorziene controlelamp F= Startknop G= Kilometerteller H= Controlelamp van de grote lichten I= Drukknop claxon L= Schakelaar van de knipperlichten M= Omleider van de lichten Contactslot Lock= Onsteking van de massa, de sleutel is uitneembaar, het stuurslot is geactiveerd. OFF= Onsteking van de massa, de sleutel is uitneembaar, het stuurslot is gedeactiveerd.
Draai de sleutel tijdens het rijden niet in de stand –LOCK- of –OF- Schakelaar richtingaanwijzers 0= Richtingaanwijzers uit D= Richtingaanwijzers aan (rechterkant) S= Richtingaanwijzers aan ( linkerkant) Posities –D- en –S- zijn instabiel. De hendel van schakelaar –B- keert steeds terug naar positie –O-. Om de knipperlichten uit te schakelen, drukt men op de hendel.
Sleutels Bij het voertuig wordt een sleutel en een duolicaat erven bijgeleverd, die dienen voor de aktivatie van de sleutelschakelaar en voor de opening van het zadel. De sleutels worden geleverd met een plaaje waarop het indentificatienummer is gedrukt, dat moet worden gegeven wanneer een duplicaat wordt aangevraagd WAARSCHUWING Men raadt aan om het duplicaat van de sleutel, samen met de bijbehorende code, niet in het voertuig te bewaren.
Hoofdstuk 02 Gebruik Vooraleer men het voertuig start, controleert men: • • • • • • Of de benzinetank is bijgevuld. Het peil van de motorolie (raadpleeg het deel – Peil van de motorolie) Of de banden correct zijn opgeblazen. Achter: 2,4bar / voor: 2,3bar De werking van de lichten van de koplamp, van het achterlicht en van de richtingaanwijzers. De werking van de voor- en achteremmen. Het vloeistofpeil in de tank van de pomp van de voorrem.
Inrijden Tijdens de eerste 1000km mag men niet harder rijden dan 80% van de toegelaten maximum snelheid vermijdt om de gashendel volledig te openen en om een constante snelheid aan te houden. Na de eerste 1000 km voert men de snelheid geleidelijk op, tot men de maximale snelheid bereikt. Starten van de motor Het voertuig is uitgerust met een automatische transmissie met directe aandrijving, en de start wordt uitgevoerd met het handvat van het gascommando lichtjes open; geef geleidelijk gas om weg te rijden.
Automatische transmissie Om het rijden zo eenvoudig en aangenaam mogelijk te maken, is het voertuig uitgerust met automatische transmissie met regelaar en centrifugekoppeling. Het systeem is ontworpen om de beste prestaties te leveren, wat zowel het accellaratievermogen als het verbruik betreft, of men nu op vlakke wegen of op hellingen rijdt, dankzij een regeling die afhankelijk is van het toerental van de motor en van het overbrachte koppel. Wanneer men stilstaat op een helling (verkeerslicht, file etc.
Hoofdstuk 03 Onderhoud Peil motorolie Bij 4 takt motoren wordt de olie van de motor gebruikt om de distributieorganen, de banksteunen en de thermische groep te smeren. Een onvoldoende hoeveelheid olie kan ernstige schade veroorzaken aan de motor zelf. Bij alle 4-takt motoren is de verslechtering van de kenmerken van de olie en een zeker verbruik normaal. Vooral het verbruik kan door de gebruikscondities worden beïnvloed (bijv: door steeds volgas te rijden, verhoogt het oliegebruik).
Banden Controleer regelmatig de spanning van elke band. De banden zijn voorzien van een slijtage-indicator, dus moet de vervanging worden uitgevoerd, zodra deze indicators zichtbaar zijn op het rijvlak, in dit geval wendt zich men tot dealers Of INCA Techniek , die alleszins zijn uitgerust voor de demontage en hermontage. De bandenspanning moet worden gemeten wanneer de banden koud zijn. Een foute spanning heeft een abnormale slijtage van de banden tot gevolg, en maakt het rijden gevaarlijk.
Controle van het oliepeil van de remmen De tank van de remvloeistof is voorzien van een kijkglas –A- vantransparant materiaal, de hoeveelheid vloeistof in deze tank duidt het peil aan van de hierin aanwezige vloeistof. Wanneer kijkglas –A- volledig vol is, is het peil binnenin de tank hoger dan het minimum, wanneer het gedeeltelijk vol is, is het peil gedaald tot het minmum, en wanneer het volledig leeg is bevindt zich het peil onder het minimum.
Accu Wanneer het voertuig voor lange tijd niet wordt gebruikt, zal de accu mindere prestaties leveren. Dit gebeurt omdat de accu zelf natuurlijk ontlaadt en door mogelijke residu absorberingen van het voertuig, te wijten aan de componenten met constante voeding. De vermindering van de prestaties van de accu is bovendien afhankelijk van de omgevingscondities en van het reinigen van de polen.
Reinigen van het voertuig Week het vuil en de modder op de gelakte delen met een waterstraal onder lage druk. Zodra het vuil en de modder zijn geweekt, kan men met een zachte autospons met veel water en “shampoo”worden verwijderd.. Vervolgens goed afspoelen en met een zeem afdrogen. Gebruik voor de buitenkant van de motor petroleum, een kwast en schone lappen. Petroleum beschadigd de lak.
Moeilijkheden bij het starten Mogelijke oorzaak Geen brandstof in de tank Filters, sproeiers, carburateurromp verstopt of vuil Onvoldoende lading van de accu Ingreep Tanken Zich wenden tot Inca techniek Starten met pedaal, Accu opladen Hoog verbruik en slechte prestaties Mogelijke oorzaak Luchtfilter verstopt of vuil Ingreep Vervangen door een nieuw filter (raadpleeg uw dealer) Onvoldoende remwerking Mogelijke oorzaak Vettigheid van de trommel of de schijf .
Hoofdstuk 04 Technische gegevens SOLO Motor: Merk: Type: Boring per slag: Cilinderinhoud: Compressie: Ontsteking: Monocilindrisch 4-takt Piaggio ZIP 39 x 41,8 mm 49,93cm3 (cc) 11,5 : 1 electronisch ontsteking
Technische gegevens BUDDY Motor: Merk: Type: Boring per slag: Cilinderinhoud: Compressie: Ontsteking: Monocilindrisch 4-takt Piaggio ZIP 39 x 41,8 mm 49,93cm3 (cc) 11,5 : 1 electronisch ontsteking
Milieu Alle onderdelen van uw INCA BUDDY of SOLO zijn recyclebaar. De dealer is bekend met de NVMP inzamelpunten (ROS) voor het afdanken van de INCA BUDDY of SOLO. Vanuit milieuoogpunt adviseren wij om de verpakking en de scootmobiel zoveel mogelijk gescheiden af te voeren, zodat de gebruikte materialen efficiënt gerecycled kunnen worden Disclaimer Deze handleiding is met de grootst mogelijke zorg samengesteld en is gebaseerd op de informatie zoals bij INCA Techniek bekend is op het moment van verschijnen.