Operation Manual

30
Bij het opladen mag de maximale laadstroomsterkte van 0,5 tot 1 ampère nooit
overschreden worden daar anders de accu onherstelbare schade oploopt.
Accu vervangen
Als de accu vervangen moet worden, monteer dan altijd een accu van de zelfde
capaciteit; 12V-4ah.
Bandenspanning
Een niet correcte bandenspanning kan oorzaak zijn van een slecht weggedrag.
Het wordt daarom aanbevolen de bandenspanning regelmatig te controleren en
wanneer nodig te corrigeren.
Opmerking
Het controleren van de bandenspanning dient altijd te gebeuren wanneer de
banden koud zijn. Indien de banden warm zijn, dan de spanning alleen
veranderen wanneer deze te gering is.
Een te lage bandenspanning bespoedigt niet alleen de slijtage van de banden,
maar doet ook ernstig afbreuk aan de stabiliteit van de scooter. Zorg er altijd
voor dat de bandenspanning volgens de volgende tabel aangehouden wordt.
Spanning
Solo
Met
passagier
Voorband
2,0 bar
2,0 bar
Achterband
2,0 bar
2,2 bar
Voorzichtig
Let er op, dat de banden altijd in correcte staat bevinden want bij het rijden met
overmatig afgesleten banden verminderd de rijstabiliteit waardoor het mogelijk is
dat u de controle over de scooter verliest. De banden dienen te vervangen
worden zodra de profieldiepte te gering is geworden. Minimaal 1mm
Om onnodige slijtage te voorkomen raden wij u aan:
Rij altijd met correcte bandenspanning.
Rustig rijden, niet bruusk optrekken of afremmen.
Zorg dat de banden niet langs de trottoirband schuren.
Bougie
Als bougie dient gebruikt te worden een NGK BP7HS
Een Champion L-82YC of een ander merk met dezelfde warmtegraad.
Demonteer de bougie van tijd tot tijd reinig de elektroden en controleer op
slijtage.
Controleer met een voelmaat of de afstand tussen de elektroden 0,6-0,7 mm
bedraagt.
Vervang de bougie iedere 6000 km.
Voorzichtig
Het gebruik van een verkeerde bougie kan tot ernstige motorschade leiden.
Koplamp