Operation Manual

40
INSTELLING menu
Onderdeel Beschrijving
ENERGIEBESPARINGSMODUS
Met de ▲/▼ knoppen kan de Energiebesparingsmodus toestand
heen en weer worden geschakeld tussen
INSCHAKELEN en
UITGESCHAKELD.
INSCHAKELEN
ó
UITGESCHAKELD
Wanneer INSCHAKELEN is geselecteerd, wordt het
stroomverbruik wanneer het toestel Energiebesparingsmodus
staat verlaagd, maar gelden er wel bepaalde functionele
restricties:
• Wanneer
INSCHAKELEN is geselecteerd, wordt de bediening
via de RS-232C aansluiting uitgeschakeld behalve om de
projector aan te zetten en kan de netwerkfunctie niet worden
gebruikt wanneer de projector Energiebesparingsmodus staat.
Als het COMMUNICATIETYPE in het COMMUNICATIE menu
is ingesteld op NETWERKBRUG, zijn alle RS-232C instructies
uitgeschakeld (
53).
• Wanneer
INSCHAKELEN is geselecteerd, is de STANDBY
instelling voor AUDIOBRON (
41) ongeldig en zal er geen
signaal worden geproduceerd via de AUDIO OUT-aansluiting
wanneer het toestel Energiebesparingsmodus staat.
Wanneer
INSCHAKELEN
is geselecteerd, is de STANDBY instelling
voor
STANDAARD MONITOR-OUTPUT ongeldig en zal er geen signaal
worden geproduceerd via de
MONITOR OUT
-aansluiting wanneer het
toestel Energiebesparingsmodus staat.
STANDAARD
MONITOR-OUTPUT
Terwijl het beeldsignaal van de in stap (1) gekozen inputpoort
wordt geprojecteerd, is het beeldsignaal van de in stap (2)
geselecteerde inputpoort output naar poort MONITOR OUT.
(1)
Kies de ingangsaansluiting voor beeldsignalen met de ▲/▼
knoppen.
Kies STANDBY om de foto-output in de
Energiebesparingsmodus te selecteren.
(2) Selecteer één van de
COMPUTER
IN aansluitingen met de ◄/►
knoppen.
Selecteer SCHAKEL UIT om de poort
MONITOR OUT voor de inputpoort
of de in stap (1) geselecteerde
Energiebesparingsmodus uit te
schakelen.
• U kunt niet COMPUTER IN1 in stap (1) en COMPUTER IN2 in
stap (2) selecteren en omgekeerd.