Operation Manual

6
De projector positioneren
Bij het bepalen van de plaats van de projector moet u rekening houden met het
formaat en de vorm van het scherm, de plaats van stopcontacten en de afstand
tussen de projector en andere apparatuur. Hier zijn enkele algemene richtlijnen:
Plaats de projector op een vlak oppervlak in een rechte hoek t.o.v. het scherm. De
projector moet minstens 1,5 m van het projectiescherm staan.
Plaats de projector binnen 3 m van een stroombron en binnen 1,8 m van een
videoapparaat (tenzij u gebruik maakt van verlengsnoeren). Plaats de projector
niet dichter dan 15 cm in de buurt van een muur of ander object, zodat u altijd
goed toegang heeft tot de kabels.
Plaats de projector op de gewenste afstand tot het scherm. De afstand van de
projectorlens tot het scherm, de zoominsteling en het videoformaat bepalen de
grootte van het geprojecteerde beeld.
Als het beeld vierkant is maar niet op
het scherm of in het kijkgebied is
gecentreerd, stelt u dit bij met de wijzers voor de lensverplaatsing. Gebruik de
horizontale wijzer om de lens naar links of rechts te verplaatsen. Gebruik de
verticale wijzer om de lens omhoog of omlaag te verplaatsen.
LET OP:
Naarmate de lens verder van de middellijn van de lens wordt
verschoven, neemt het horizontale verplaatsingsbereik af. We adviseren om als
volgt te werk te gaan om de lens zo efficiënt mogelijk te verplaatsen:
1 gebruik de verticale lensverplaatsing om het beeld dichter bij de middenlijn van
de lens te brengen dan de uiteindelijke verticale positie.
2 Gebruik de horizontale lensverplaatsing om de horizontale middenpositie te
bepalen en verplaats het beeld vervolgens naar de horizontale middenpositie.
3 Gebruik de verticale lensverplaatsing om het beeld verder bij de middenlijn van
de lens vandaan te brengen naar de uiteindelijke verticale positie.
4 Gebruik de horizontale lensverplaatsing om het beeld naar de uiteindelijke
horizontale positie te brengen.
5 Als het niet lukt om het beeld ver genoeg te verplaatsen met de
lensverschuiving, moet u de projector verplaatsen (bij voorkeur) of de projector
schuin plaatsen en het beeld herpositioneren met de verticale en horizontale
trapeziumaanpassing.
Het verticale verplaatsingsbereik voor het
beeld is 105%~130% voor de
IN5302 en 105%~125% voor de IN5304 (standaard voor beide is 105%). De
standaard horizontale beeldverschuiving is +/-15 %, maar bij de maximale
verticale beeldverschuiving is een horizontale lensverschuiving niet meer
mogelijk.
5%
25%
25%
100% (H)
100% (H)
Schermhoogte
Afstand (L)
Scherm
Maximale verschuiving
5%
20%
20%
100% (H)
100% (H)
Schermhoogte
Afstand (L)
Scherm
Maximale verschuiving
(IN5304)
(IN5302)
Horizontale beeldverplaatsing +/- 15 %