Operation Manual
Table Of Contents
- Introductie
- De projector positioneren
- De voeding aansluiten
- Een computer aansluiten
- Beelden weergeven
- Een videoapparaat aansluiten
- Videoapparaten aansluiten
- De projector uitschakelen
- Problemen oplossen
- De afstandsbediening gebruiken
- Het geluid gebruiken
- De projectortoetsen gebruiken
- Computerbeelden optimaliseren
- Presentatiefuncties
- Videobeelden optimaliseren
- De projector aanpassen
- Dynamic Messaging
- De menu’s gebruiken
- Netwerkfuncties gebruiken
- LitePort gebruiken
- Onderhoud
- Bijlage
- INDEX

10
Optionele computerverbindingen
Sluit om geluid uit de projector te verkrijgen een audiokabel (optioneel,
wordt apart verkocht) aan op uw computer en op de aansluiting Audio 1
(gebruikt met VGA 1) of Audio 2 (gebruikt met VGA 2) op de projector. U
kunt de bron ook aan een andere audio-ingang toewijzen, zie pagina 24 en
pagina 31. Wellicht heeft u ook nog een adapter nodig.
Als u een desktop-computer gebruikt en zowel
op computerscherm als
projectiescherm beeld wilt zien, sluit dan de monitorkabel van de pc aan op
de Monitor-uit connector op de projector.
LET OP:
alleen VGA-video wordt naar de aansluiting Monitor uit gezonden.
Zie voor het geven van een presentatie vanaf een USB-flashstation de sectie
Li
tePort gebruiken op pagina 38. Deze optie converteert presentaties naar
JPEG-afbeeldingen en eliminee
rt de noodzaak voor een computer als bron.
Dit is ook te combineren met standaard muuraansluitingen en invoer/
uitvoerpanelen voor vergaderruimten.
Verbind de DisplayLink-aansluiting van de projector via de USB-kabel met
u
w computer om dia's in een PowerPoint-presentatie met de
afstandbediening te vervangen. Gebruik vervolgens de pijltjesknoppen
omhoog en omlaag op de afstandbediening om door de dia's te bladeren.
Monitorkabel aansluiten
Audiokabel aansluiten