Operation Manual
Table Of Contents
- Introductie
- De projector positioneren
- De voeding aansluiten
- Een computer aansluiten
- Beelden weergeven
- Een videoapparaat aansluiten
- Videoapparaten aansluiten
- De projector uitschakelen
- Problemen oplossen
- De afstandsbediening gebruiken
- Het geluid gebruiken
- De projectortoetsen gebruiken
- Computerbeelden optimaliseren
- Presentatiefuncties
- Videobeelden optimaliseren
- De projector aanpassen
- Dynamic Messaging
- De menu’s gebruiken
- Netwerkfuncties gebruiken
- LitePort gebruiken
- Onderhoud
- Bijlage
- INDEX

12
Het beeld aanpassen
Plaats de projector op de gewenste afstand tot het scherm in een hoek van
90 graden tot het scherm. Zie de bijlage voor schermafmetingen en
afstanden in combinatie met de verschillende lensopties.
Als het beeld vierkant is m
aar niet gecentreerd op het scherm of in het
weergavegebied, pas dan in het menu Basis afbeelding Zoom of
Scherpstelling aan. (U kunt ook de knop Select 10 seconden ingedrukt
houden om de scherpteinstelling in te schakelen.) Pas vervolgens Digitaal
hor. verschuiven en Digitaal vert versch. aan tot het beeld gecentreerd is.
Zie pagina 28 voor hulp met deze menu-aanpassingen.
Draai de voet voor een nauwkeurige in
stelling van de hoogte van de
projector. Let op dat u uw handen niet bij de hete ventilatieopeningen aan
de achterkant van de projector houdt.
Contrast of Helderheid aanpassen in het menu Basis Afbeelding. Zie
pagina 28 voor hulp met deze menu-aanpassingen.
De afstand aanpassen
Zoom, scherpstelling en
lensverschuiving aanpassen.
De hoogte aanpassen
Loslaatknop
Hoogtevoet