Operation Manual
21
Afstandsbediening gebruiken
De afstandsbediening werkt op twee (2) meegeleverde AA-batterijen.
Installeer de batterijen eenvoudig als volgt: schuif het deksel van de
achterzijde van de afstandsbediening af, zorg dat de polariteit (+ en -)
van
de batterijen klopt, schuif de batterijen op hun plaats en plaats het
deksel terug.
Voorzichtig: houd er bij het vervangen van de batterijen rekening mee dat
het gebruik van batterijen van een ander type dan is meegeleverd met de
projector tot ernstige schade aan de afstandsbediening kan leiden. Werp
verbruikte batterijen op milieuvriendelijke wijze weg.
Richt de afstandsbediening op de voorkant van de projector (niet op de
computer). Het maximale bereik voor optimale prestaties is ongeveer 4,5
m.
Druk op de toets Power van de afstandsbediening om de projector aan en
uit te zetten (zie
pagina 12 voor info over het uitschakelen van het
apparaat).
Druk op de toets Menu op de afstandsbediening om de schermmenu’s van
de projector te openen. Gebruik de pijltoetsen om te navigeren en druk
vervolgens op de toets Select om functies te selecteren en waarden in de
menu’s aan te passen. Zie
pagina 24 voor meer informatie over de menu’s.
De afstandsbediening bevat tevens een toets Source waarmee u kunt
overschakelen tussen verschillende bronnen.
Als u het USB-gedeelte van de M1-D/A-computerkabel (pagina 5) aansluit,
kunt u de navigatietoetsen Pijl-omhoog en Pijl-omlaag gebruiken om door
de dia’s in een PowerPoint-presentatie te bladeren.
Problemen met afstandsbediening oplossen
• Zorg dat de batterijen zijn geïnstalleerd, de polariteit ervan correct is en
ze niet leeg zijn.
• Zorg dat u de afstandsbediening naar de projector of het scherm richt
(niet naar de computer) binnen een bereik van 4,5
m. De beste
resultaten krijgt u als u de afstandsbediening op de projector richt.
navigatietoetsen