Inhoud Inleiding ........................3 Kenmerken van de projector ..........3 Inhoud van de verpakking ..............4 Buitenkant van de projector............5 Bedieningselementen en functies ..6 De projector positioneren .................9 Het kiezen van een plek .................9 De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen..............10 Aansluitingen .............13 Een computer of beeldscherm aansluiten .....................................13 Videoapparaten aansluiten...........
Inleiding Kenmerken van de projector De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert. De projector heeft de volgende kenmerken.
Inhoud van de verpakking Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier. Standaardaccessoires De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen. Projector Cd met Naslaggids Registratiekaart Netsnoer Snelgids VGA-kabel Garantiefolder Trek het kaartje weg voordat u de afstandsbediening gebruikt.
Buitenkant van de projector 1. Voorkant/bovenkant 1 2. 3. 4. 5. 6. 2 5 3 7. Extern besturingspaneel (Zie "Projector en afstandsbediening" op pagina 6 voor meer informatie.) Ventilatie (warme lucht uit) Snelverstellerknop Lensklep Focusring en zoomring IR-sensor afstandsbediening voorkant Projectielens 6 7 4 Achter/onderkant 8 9 10 11 12 13 14 15 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Bedieningselementen en functies Projector en afstandsbediening 8 5 1 2 3 9 4 5 10 6 12 11 11 14 10 15 12 16 13 7 11 7 8 13 17 11 1. 2. 3. 4. 6 Focusring 5. Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan. Zie "Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen" op pagina 27 voor details. Zoomring Hiermee past u de grootte van het 6. beeld aan. Zie "Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen" op pagina 27 voor details. TEMP (Waarschuwingslampje 7.
8. MENU/EXIT Schakelt het schermmenu (OSD) in. Keert terug naar het vorige OSDmenu, afsluiten en opslaan van menuinstellingen Zie "De menu's gebruiken" op pagina 21 voor details. 9. LAMP (waarschuwingslampje lamp) Geeft de lampstatus aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp. Zie "Indicatoren" op pagina 54 voor details. 10. AUTO Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het weergegeven beeld. Zie "Het beeld automatisch aanpassen" op pagina 26 voor details.
Bereik van de afstandsbediening De IR-sensor (infrarood) van de afstandsbediening bevindt zich op de voorkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 8 meter (~26 voet) bedragen. Ong evee r 15º Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensor op de projector blokkeert.
De projector positioneren Het kiezen van een plek Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur. De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd: 1. Tafel voor Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer en voor het scherm installeert.
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. 4:3 is the eigen beeldverhouding van de projector. Voor de projectie van beelden met een 16:9-verhouding (breedbeeld) dient de projector de grootte van de desbetreffende beelden aan te passen aan de native beeldbreedte van het apparaat.
De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen 1. 2. Selecteer de schermgrootte. Kijk in de tabellen en zoek de schermgrootte die de uwe het dichtst benadert in de linkerkolommen genaamd "4:3 schermdiagonaal". In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder "Gemiddeld". Dit is de projectieafstand. 3. In dezelfde rij kijkt u in de rechterkolom en zoek de waarde van "Verticale afstand in mm".
Projectieafmetingen Zie "Afmetingen" op pagina 57 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
Aansluitingen Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. 2. 3. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst. Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 4). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Een beeldscherm aansluiten Als u de presentatie van dichtbij wilt zien op zowel beeldscherm als het scherm, kunt u via een VGA-kabel op de D-SUB OUT-uitgang van de projector, deze aansluiten op een extern beeldscherm. Volg onderstaande instructies: De projector op een beeldscherm aansluiten: 1. 2. 3. Sluit de projector aan een computer. Zie "Een computer aansluiten" op pagina 13. Kies een geschikte VGA-kabel (slechts één meegeleverd) en sluit het ene uiteinde aan op de D-Sub-ingang van de videomonitor.
Videoapparaten aansluiten U kunt de projector aansluiten op diverse videoapparaten met een van de volgende uitgangen: • Componentvideo • S-Video • Video (composiet) U dient de projector slechts op een van deze uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Een component videoapparaat aansluiten Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. De projector aansluiten op een component videoapparaat aansluiten: 1. 2. 3. Sluit het uiteinde van de component video-naar-VGA-adapterkabel (D-Sub) met de 3 RCA-connectoren op de component video-uitgangen van het videoapparaat aan.
Een S-Video-apparaat aansluiten Controleer of er op het videoapparaat een ongebruikte S-Video-uitgang beschikbaar is: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Een S-Video-apparaat aansluiten: 1. 2. 3. Sluit het ene uiteinde van de S-Video-kabel aan op de S-video-uitgang van het videoapparaat. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op S-VIDEO-aansluiting van de projector.
Een composiet videoapparaat aansluiten Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. De projector aansluiten op een composiet videoapparaat: 1. 2. 3. Sluit het ene uiteinde van de videokabel aan op de composiet video-uitgang van het videoapparaat. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de VIDEO-aansluiting van de projector.
Bediening De projector opstarten 1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld. 2. Verwijder de lensdop. Als deze gesloten blijft, wordt de dop mogelijk vervormd door de hitte van de lamp. 3. Druk op II POWER op de projector of afstandsbediening om de projector te starten.
4. 5. 6. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 22 voor details. Schakel alle aangesloten apparatuur in. De projector gaat zoeken naar ingangssignalen. Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven.
De menu's gebruiken De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen. Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu. Pictogram hoofdmenu WEERGAVE Hoofdmenu Wandkleur Uit Beeldverhouding Auto Keystone Selecteren Submenu Status ENTER Positie Fase 16 Horizontale afmeting 0 Digital Zoom Huidige ingangssignaal Analog RGB MENU Afsluiten Druk op MENU/EXIT om naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector voorzien van een optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via het schermmenu (OSD). Voor meer informatie over het gebruik van de OSD, zie "De menu's gebruiken" op pagina 21. Het is buitengewoon vervelend als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt en vervolgens het wachtwoord vergeet. Druk deze naslaggids zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in.
Als u het wachtwoord bent vergeten Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u gevraagd het wachtwoord van zes cijfers in te Wachtwoordfout voeren als u de projector inschakelt. Als u het Probeer het opnieuw. verkeerde wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven. Dit blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna volgt het bericht 'WACHTWOORD INVOEREN'. U kunt een nieuwe poging doen door een ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren.
Het wachtwoord wijzigen 1. 2. 3. 4. Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen > Wachtwoord wijzigen. Druk op MODE/ENTER. Het bericht 'HUIDIG WACHTWOORD INVOEREN' verschijnt. Voer het oude wachtwoord in. • Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht 'NIEUW WACHTWOORD INVOEREN'. • Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord drie seconden op het scherm.
Schakelen tussen ingangssignalen De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Zorg dat de functie Snel automatisch zoeken in het menu INGANG op Aan staat (dit is de standaardinstelling op deze projector) als de projector automatisch ingangssignalen moet zoeken. U kunt ook handmatig door de beschikbare ingangssignalen cirkelen. 45.0 m m 35.0 m m 2.
Het geprojecteerde beeld aanpassen De projectiehoek aanpassen De projector heeft vooraan een handige snelversteller en achteraan een verstelvoetje. Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De projectorhoogte aanpassen: 1. Druk op de verstellerknop en til de projector aan de voorkant op. Wanneer het beeld de gewenste positie heeft, laat u de verstellerknop los om het verstelvoetje in deze positie te vergrendelen. 2.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen 1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring. 2. Stel vervolgens het beeld scherp door aan de focusring te draaien. Keystone corrigeren Keystone verwijst naar het effect waarbij het geprojecteerde beeld merkbaar groter is aan bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht op het scherm staat.
Vergroten en details zoeken Als u details in het geprojecteerde beeld zoekt, kunt u het beeld vergroten. Gebruik de pijltoetsen om het beeld te verschuiven. • Met de afstandsbediening 1. Druk op Digital Zoom +/- om de Zoombalk te openen. 2. Druk op Digital Zoom + om het midden van het beeld te vergroten. Druk herhaaldelijk op de toets totdat de beeldgrootte aan uw wensen voldoet. 3. Gebruik de richtingstoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening om het beeld te verschuiven. 4.
De beeldverhouding selecteren De beeldverhouding is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld. De meeste analoge tv's en computers hebben de beeldverhouding 4:3. Dit is de standaardbeeldverhouding voor deze projector. Digitale tv en dvd's hebben meestal een beeldverhouding van 16:9.
4. 16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9. Dit is vooral geschikt voor beelden met een 16:9-beeld beeldverhouding van 16:9, zoals HDTV, omdat dit beeld met dezelfde beeldverhouding wordt weergegeven. Het beeld optimaliseren Een beeldmodus selecteren De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Video-ingangssignalen: S-Video, Video, D-Sub / Comp. (YPbPr) 1. Helderst modus: Is geschikt voor het spelen van videospellen via een spelconsole in een normaal verlichte kamer. 2. Standaard mode (standaard): Is geschikt voor de kleurrijke films, videoclips van digitale camera’s of dv’s. 3. Bioscoop modus: Is geschikt voor het afspelen van donkere (dvd-)films in een thuisbioscoop of in een donkere kamer. 4.
De beeldkwaliteit verfijnen in de gebruikersmodi Afhankelijk van het waargenomen signaaltype zijn er enkele door de gebruiker te definiëren functies beschikbaar als u Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 selecteert. U kunt wijzigingen aanbrengen in deze functies op basis van uw behoeften. Aanpassen van Helderheid Selecteer Helderheid in het menu BEELD en pas de waardes aan door op te drukken op projector of afstandsbediening. Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding.
Aanpassen van Heldere kleur Selecteer Heldere kleur in het menu BEELD en pas de waardes aan door op / te drukken op projector of afstandsbediening. Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren getrouwer en pakkender in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de middentonen met meer dan 50%.
De instellingen aanpassen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Ga naar het menu BEELD en selecteer 3D-kleurbeheer. Druk op MODE/ENTER en de pagina 3D-kleurbeheer verschijnt. Selecteer Primaire kleur en druk op / om een kleur te kiezen uit Rood, Geel, Groen, Cyaan, Blauw of Magenta. Druk op om Tint te markeren en druk op / om het bereik te selecteren. Het verhogen van het bereik betekent dat meer delen van de twee omliggende kleuren erbij horen. Zie de afbeelding rechts om te zien hoe de kleuren samenhangen.
De presentatietimer instellen De presentatietimer kan de presentatietijd op het scherm weergeven zodat u uw presentatie beter kunt indelen. Volg onderstaande stappen om deze functie te gebruiken: 1. 2. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Presentatietimer Basis > Presentatietimer en druk op Timerinterval 15 Timerweergave Altijd MODE/ENTER om de pagina Timerpositie Linksboven Aftelrichting Aftellen Presentatietimer te openen.
Volg onderstaande stappen om de timer te stoppen. 1. 2. Open het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en selecteer Uit. Druk op MODE/ENTER. Er wordt een bevestiging weergegeven. Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER ter bevestiging. U ziet het bericht “Timer is uitgeschakeld” op het scherm. Het beeld verbergen Als u wilt dat de aandacht van het publiek volledig op de presentator is gevestigd, kiest u BLANK op de projector of de afstandbediening om het beeld op het scherm te verbergen.
Het beeld stilzetten Druk op op de afstandsbediening om de het beeld stil te zetten. Het woord 'FREEZE' wordt linksboven in de hoek weergegeven. Druk op een willekeurige toets op de projector of afstandsbediening om verder te gaan met afspelen. Hoewel het beeld op het scherm wordt gepauzeerd, blijven de beelden op de video of een ander apparaat doorlopen. Als de aangesloten apparaten geluid weergeven, blijft u het geluid horen hoewel het beeld niet meer beweegt.
Het geluid aanpassen De geluidsaanpassingen, zoals hieronder beschreven, hebben invloed op de luidspreker van de projector. Zorg dat u de aansluitingen op de audio-ingang van de projector kloppen. Zie "Aansluitingen" op pagina 13 voor informatie over het aansluiten van de audio-ingang. Het geluid dempen Schakel het geluid tijdelijk uit, 1. 2. 3. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd is geselecteerd. Druk op om Geluidsinstellingen te kiezen en druk op MODE/ENTER.
De projector uitschakelen 1. Druk op II POWER en er verschijnt een melding die u om een bevestiging vraagt. Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht. 2. Druk nogmaals op II POWER. De POWER (Power-lampje) knippert oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien zodat de projector kan afkoelen. De POWER (Power-lampje) blijft oranje branden en de ventilatoren stoppen.
Menubewerkingen Menusysteem De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype. Let op dat de menuopties beschikbaar zijn als de projector minstens één goed signaal ontvangt. Wanneer er geen apparatuur op de projector is aangesloten of er geen signaal wordt waargenomen, zijn er beperkte menuopties beschikbaar. Hoofdmenu Submenu Wandkleur Beeldverhouding Opties Uit/Lichtgeel/Roze/Lichtgroen/ Blauw/Schoolbord Auto/Werkelijk/4:3/16:9 Keystone 1. WEERGAVE Positie 2.
Taal 4. Tafel voor/Tafel achter/ Plafond achter/Plafond voor Projectorpositie SYSTEEMIN Automatisch uitschakelen STLL: Basis Inactief-timer Uitschakelen/5 min./10 min./ 15 min./20 min./25 min./30 min. Uitschakelen/5 min./10 min./15 min./20 min./25 min./30 min. Paneeltoetsblokkering Aan/Uit Timerbesturing Uitschakelen/30 min.
Beschrijving van elk menu FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) Corrigeer de kleur van het geprojecteerde beeld als het projectieoppervlak niet wit is. Zie "Wandkleur gebruiken" op (Uit) pagina 31 voor details. Er zijn vier opties voor instelling van de beeldverhouding, Beeldverhouding afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 29 voor (Auto) details. Wandkleur 1.
FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) Tint (0) 2. BEELD menu Scherpte (15) BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan. Zie "Aanpassen van Tint" op pagina 32 voor details. De functie is alleen beschikbaar als Video of S-Video met NTSC-systeem is geselecteerd. Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie "Aanpassen van Scherpte" op pagina 32 voor details. (Aan) Past de witpieken aan bij gelijkblijvende kleurrepresentatie.
FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) Inactief-timer 4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu (Uitschakelen) Paneeltoetsblokkering (Uit) Timerbesturing (Uitschakelen) Opstartscherm (InFocus-logo) Snelle afkoeling 5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu (Aan) Hoogtemodus (Uit) BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) Bepaalt hoe lang een schermafbeelding wordt verborgen wanneer de functie Onderdrukken is geactiveerd. Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt het beeld hersteld.
FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) Ondertitels aan (Uit) Activeer de functie door Aan te kiezen als het geselecteerde ingangssignaal ondertitels bevat. • Ondertitels 5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu VGA-Uit (Uit) Ondertitels: Tekst op het scherm met de dialoog, verhaal en geluidseffecten van tv-programma’s en video’s met ondertiteling (meestal gemarkeerd met “CC” of “OT” in de tv-gids). Ondertitelversie (OT1) Selecteert een gewenste ondertitelmodus.
FUNCTIE (standaardinstelling/ BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) waarde) 6. INFORMATIE menu 46 Ingang Geeft de huidige signaalbron weer. Preset Mode Geeft de geselecteerde modus in het menu BEELD weer. Huidige systeemstatus Resolutie Geeft de native resolutie van het ingangssignaal weer. Kleursysteem Geeft de indeling van het video-ingangssysteem weer: NTSC, PAL, SECAM of RGB. Equivalent lampuren Geeft het aantal uur weer dat de lamp is gebruikt.
Onderhoud Onderhoud van de projector De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen, is de lens schoonhouden. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden. De lens reinigen Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. • • Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
Informatie over de lamp Het aantal lampuren onderzoeken De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend: Totale (equivalente) gebruiksduur lamp = 1 uur (gebruiksduur in de modus Economisch) + 4/3 uur (gebruiksduur in de modus Normaal) Zie "Instellen van Lampmodus als Economisch" hieronder voor meer informatie over de modus Economisch.
De timing van de lampvervanging Als het waarschuwingslampje van de lamp rood oplicht of wanneer er een bericht in het scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, dient u een nieuwe lamp te installeren of met het apparaat naar uw leverancier te gaan. Een oude lamp kan storing in de projector veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen. OPGEPAST De waarschuwingslampjes van de lamp en de temperatuur gaan branden als de lamp te heet wordt.
De lamp vervangen WAARSCHUWING Hg- lamp bevat kwik. Houd u aan de plaatselijke reguleringen m.b.t. afvalverwerking. Zie www.lamprecycle.org • Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de lamp gaat vervangen. • Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
5. Trek de lampconnector uit de sleuf in het lampcompartiment. Koppel deze los van de projector zoals is geïllustreerd. 2 1 2 6. Trek aan de handgreep zodat deze rechtop staat. Trek met de handgreep de lamp langzaam uit de projector. OPGEPAST • Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen. • Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen.
9. Draai de schroeven van de lamp weer vast. OPGEPAST • Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg. • Draai de schroef niet te vast. 10. Zorg dat de handgreep volledig vlak ligt en stevig op zijn plaats zit. 11. Plaats het lampdeksel terug. 12. Draai de schroeven van de lampklep weer vast. OPGEPAST • Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg. • Draai de schroeven niet te vast. 13. Start de projector opnieuw op.
Stelt de lamptimer in op nul 14. Open nadat het startlogo is verschenen, het Melding schermmenu. Ga naar het menu Lamptimer herstellen? SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen. Druk op MODE/ENTER. Reset Annuleren De pagina Lampinstellingen wordt geopend. Druk op om Lamptimer herstellen te selecteren en druk op MODE/ENTER. Er verschijnt een waarschuwingsbericht waarin u wordt gevraagd de lamptimer te herstellen. Selecteer Reset en druk op MODE/ENTER. De lamptijd wordt op '0' gezet'.
Indicatoren Lampje Status & beschrijving Aan/uit Temp Lamp Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer Oranje Oranje Oranje Uit Oranje De projector is zojuist aangesloten op een stopcontact. Uit Stand-bymodus Groen Knippert Uit Uit Opstarten Groen Uit Uit Oranje Knippert Uit Uit Oranje Knippert Uit Uit Normale werking 1. De projector dient 90 seconden af te koelen omdat deze niet op de normale manier is afgesloten, zonder het normale afkoelproces. Of 2.
Problemen oplossen U kunt de projector niet inschakelen. Oorzaak Oplossing Het netsnoer levert geen stroom. Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing). De projector werd aangezet tijdens het afkoelen. Wacht tot de projector volledig is afgekoeld. Geen beeld Oorzaak Oplossing De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
Specificaties Projectorspecificaties Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Afmetingen 264 mm (B) x 113 mm (H) x 225 mm (D) 264 225 113 60 66 Timing-diagram Ondersteunde timing voor PC-signaal Resolutie 640 x 480 720 x 400 800 x 600 1024 x 768 1280 x 800 1280 x 1024 1280 x 960 640 x 480@67Hz 832 x 624@75 1024 x 768@75Hz 1152 x 870@75Hz Horizontale frequentie (kHz) Verticale frequentie (Hz) Pixelfrequentie (MHz) Modus 31,469 37,861 37,500 43,269 31,469 37,879 48,077 46,875 53,674 48,363 56,476 60,023 68,667 49,65 63,981 60,000 35,000 49,722 60,241 68,68 59,940 72,809 75,
Ondersteunde timing timing voor Component-YPbPr signaal Signaalformaat Horizontale frequentie (kHz) Verticale frequentie (Hz) 480i(525i)@60Hz 480p(525p)@60Hz 576i(625i)@50Hz 576p(625p)@50Hz 720p(750p)@60Hz 720p(750p)@50Hz 1080i(1125i)@60Hz 1080i(1125i)@50Hz 15,73 31,47 15,63 31,25 45,00 37,50 33,75 28,13 59,94 59,94 50,00 50,00 60,00 50,00 60,00 50,00 Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
Copyright-informatie Copyright Copyright 2008 InFocus Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van InFocus Corporation.