Yes, you can.
Hoe bereikt u Invacare®? Wanneer u vragen heeft of wij u op een andere manier van dienst kunnen zijn, verzoeken wij u contact op te nemen met uw Invacare®-leverancier. Daar beschikt men over de noodzakelijke vakkennis en voorzieningen, maar ook over de kennis die speciaal voor uw Invacare®-product van belang is. Wij hopen u hierdoor naar volle tevredenheid van dienst te kunnen zijn.
Invacare® Poirier SAS Route de St Roch F-37230 Fondettes France : Fax: @: WWW: Invacare® Ltd Pencoed Technology Park Pencoed Bridgend CF35 5AQ United Kingdom (Customer services): Fax (Customer services): @: WWW: Invacare Mecc San s.r.l. Via dei Pini, 62 I - 36016 Thiene (VI) ITALIA : Fax: @: WWW: +39 0445 38 00 59 +39 0445 38 00 34 italia@invacare.com www.invacare.it Invacare Ireland Ltd.
Återförsäljare: Invacare® AB Fagerstagatan 9 S-163 91 Spånga Sverige (Kundtjänst): Fax (Kundtjänst): @: @: WWW: Tillverkare: Invacare® Deutschland GmbH Kleiststraße 49 D-32457 Porta Westfalica Deutschland MÖLNDAL : Fax: @: Eastern european countries European Distributor Organisation (EDO) Kleiststraße 49 D-32457 Porta Westfalica Deutschland +46 (0)8 761 70 90 +46 (0)8 761 81 08 sweden@invacare.com finland@invacare.com www.invacare.se +46 (0)31 86 36 00 +46 (0)31 86 36 06 ginvacare@invacare.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2 6 6 21 22 24 Voor het eerste gebruik... .......................................................................................................24 Over hindernissen rijden ........................................................................................................25 Hellingen...................................................................................................................................26 Parkeren en stilstand .....
Besturingsconsole 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 8 8.6 9 Indeling van de besturingsconsole .......................................................................................28 7.1.1 Statusaanduiding ..........................................................................................................29 7.1.2 Aanduiding acculading..................................................................................................29 Met de scooter rijden .....................................................
9.3 9.2.3 Accu‘s monteren en demonteren..................................................................................59 9.2.3.1 Oude accu‘s verwijderen .........................................................................................60 9.2.3.2 Correct omgaan met beschadigde accu‘s ...............................................................62 Lader .........................................................................................................................................63 9.3.
15 Uitgevoerde inspecties 1 82 Inleiding Geachte gebruiker, Hartelijk dank voor het in onze producten gestelde vertrouwen! Wij hopen dat u veel plezier zult beleven aan uw nieuwe scooter. Deze bedieningshandleiding bevat belangrijke voorschriften en informatie over: • Veiligheid • Werking • Verzorging en onderhoud. Maak u hiermee a.u.b. goed vertrouwd voordat u voor het eerst in uw scooter rijdt. Dit product is gemaakt voor een grote gebruikerskring met verschillende behoeftes.
Beschadigingen en storingen die het gevolg zijn van het niet in acht nemen van deze bedieningshandleiding of van slecht onderhoud zijn uitgesloten van garantie. Deze handleiding bevat auteursrechtelijk beschermde informatie. Deze mag zonder schriftelijke toestemming vooraf van Invacare® c.q. diens wettelijke vertegenwoordiger noch gedeeltelijk, noch volledig nagedrukt of vermenigvuldigd worden.
Risico op kneuzingen Dit symbool waarschuwt voor mogelijke kneuzingen bij onvoorzichtige omgang met zware onderdelen. • Volg de aanwijzingen op om verwondingen of schade aan het product te voorkomen! Veiligheidsbril dragen Dit symbool geeft aan dat een veiligheidsbril moet worden gedragen, bijvoorbeeld bij het werken met accu's. • Zorg ervoor dat u een veiligheidsbril draagt bij werkzaamheden waar dit symbool bij wordt gebruikt.
1.2 Belangrijke symbolen op het voertuig Dit product is geleverd door een milieubewuste fabrikant. Dit product kan stoffen bevatten die schadelijk zijn voor het milieu wanneer deze niet volgens de richtlijnen worden afgevoerd. • Het container symbool geeft aan dat u wordt verzocht het product te recyclen wanneer mogelijk. • Neem alstublieft uw verantwoordelijkheden en recycle dit product via een erkend reclyclingbedrijf aan het eind van het gebruiksleven. 1.
verlichtingsinstallatie is het voertuig bovendien conform StVZO geschikt voor deelname aan het verkeer op de openbare weg. 1.4 Garantie De garantiebepalingen zijn onderdeel van de desbetreffende, landspecifieke algemene voorwaarden. 1.5 Levensduur Onze onderneming gaat bij dit product uit van een levensduur van vijf jaar, ten minste als het product volgens de voorschriften werd gebruikt en alle onderhouds- en servicetermijnen werden aangehouden.
2 Veiligheidsvoorschriften • 2.1 VOOR HET EERSTE GEBRUIK GOED DOORLEZEN! Algemene veiligheidsvoorschriften Gevaar voor verwondingen, indien de scooter voor een ander doel wordt gebruikt als in deze handleiding wordt beschreven! • Houdt u zich aan de aanwijzingen in deze handleiding! Gevaar voor verwondingen, indien u de scooter onder invloed van geneesmiddelen of alcohol gebruikt! • De scooter niet gebruiken wanneer uw rijvaardigheid wordt beïnvloed door het gebruik van medicatie.
Gevaar voor verwondingen, indien de scooter tijdens het rijden met de AAN/UITschakelaar wordt uitgeschakeld, omdat de scooter dan met een plotselinge schok tot stilstand komt! • Wanneer u in geval van nood moet remmen, eenvoudigweg de stuurhendel loslaten.
Gevaar voor verwondingen door bewegende onderdelen! • Let er bij het rijden, het gebruik van een zitlift (indien aanwezig) en bij andere bewegende onderdelen op, dat andere personen in de buurt niet gewond kunnen raken! Risico van persoonlijk letsel door hete oppervlakken! • Stel het elektrische voertuig niet voor langere tijd bloot aan direct zonlicht. Metalen onderdelen en oppervlakken, zoals bijvoorbeeld de zitting of de armleuningen, zouden dan extreem heet kunnen worden.
2.2 Veiligheidsvoorschriften m.b.t. het onderhoud Bij onvoldoende onderhoud bestaat er een gevaar voor ongevallen en vervalt de aanspraak op garantie! • Uit veiligheidsoverwegingen en om ongevallen als gevolg van niet-tijdig herkende slijtage te voorkomen, is het van belang dat het elektrische voertuig onder normale omstandigheden in ieder geval jaarlijks aan een inspectie wordt onderworpen (zie ook het inspectieschema in de servicehandleiding)! • Onder zware omstandigheden, bijv.
2.3 Veiligheidsvoorschriften m.b.t. elektromagnetische straling Dit elektrische voertuig is conform de internationale normen op elektromagnetische compatibiliteit gecontroleerd. Desondanks kunnen elektromagnetische velden, die bijvoorbeeld kunnen ontstaan door radio- en televisiezenders, radio‘s en mobiele telefoons, de werking van elektrische voertuigen beïnvloeden. De in onze voertuigen gebruikte elektronica kan eventueel zwakke elektromagnetische storingen veroorzaken.
2.4 Veiligheidsvoorschriften voor het rijden/voortduwen Gevaar voor verwondingen door kantelend voertuig! • Alleen hellingen oprijden met het max.
Gevaar voor verwondingen door omkantelend voertuig! (Vervolg) • Nooit meer dan één persoon met het voertuig vervoeren! • Nooit de toegestane maximale belasting overschrijden! • Bij het beladen van het voertuig het gewicht steeds gelijkmatig verdelen! Altijd proberen het zwaartepunt van het voertuig in het midden te houden en zo dicht mogelijk bij de grond! • Let erop dat het voertuig remt c.q.
3 De belangrijkste onderdelen 1) Ontkoppelingshendel 2) Ontgrendelingshendel voor het verschuiven van de zittingrail (rechtsvoor onder de zitting) 3) Ontgrendelingshendel voor het zwenken en verwijderen van de zitting (links onder de zitting) 4) Besturingsconsole 5) Hendel voor de verstelling van de hoek van de stuurkolom 6) Sleutelschakelaar (AAN/UIT) 21
4 Positie van de sticker op het product 1) Serienummersticker op de stoelkolom 22
2) Label van de fabrikant op de stoelkolom 3) Label van de distributeur op de achterkant van het chassis 4) Acculabel onder de bekleding aan de achterkant De symbolen op de labels worden uitgelegd in paragraaf "Belangrijke symbolen op het voertuig" op pagina 12.
5 Rijden 5.1 Voor het eerste gebruik... Voor het eerste gebruik dient u zich vertrouwd te maken met de bediening van het voertuig en alle bedieningselementen. Neem de tijd om alle functies te testen. OPMERKING Wanneer een veiligheidsgordel aanwezig is, moet deze voor iedere rit correct ingesteld en ook daadwerkelijk gebruikt worden. Goed zitten = veilig rijden Zorg bij ieder gebruik: 24 • dat u alle bedieningselementen gemakkelijk kunt bereiken.
5.2 Over hindernissen rijden Uw scooter kan hindernissen en stoepranden tot een hoogte van 6 cm nemen. ATTENTIE: gevaar voor kantelen! • Rijd nooit scheef over hindernissen! • Zet eerst de rugleuning rechtop voordat u over hindernissen rijdt! Naar boven rijden • Goed Rijd in een rechte hoek en langzaam over de hindernis c.q. de stoeprand heen. Vlak voordat de voorwielen de hindernis raken, de snelheid verhogen en pas verlagen wanneer ook de achterwielen over de hindernis zijn heengereden.
5.3 Hellingen Informatie met betrekking tot het maximale hellingspercentage staat in hoofdstuk "Technische gegevens" vanaf pagina 79. ATTENTIE: Gevaar voor kantelen! • Rijd hellingen met max. 2/3 van de maximale snelheid af.
6 Scooter handmatig duwen De motor van de scooter is uitgerust met automatische remmen, die verhinderen dat de scooter ongecontroleerd verder rijdt wanneer de elektriciteitsvoorziening wordt uitgeschakeld. Bij het duwen van de scooter moet de magneetrem worden losgelaten. 6.
7 Besturingsconsole 7.
7.1.1 Statusaanduiding OPMERKING De AAN/UIT-diode dient als storingsaanduiding (statusaanduiding). Een toelichting van de storingscodes is in het hoofdstuk "Storingscodes en diagnosecodes" op pagina 37 opgenomen. 7.1.2 Aanduiding acculading • • • Alle diodes branden: volledige reikwijdte Alleen de rode en gele diodes branden: beperkte reikwijdte. Accu’s na de rit weer opladen. Alleen de rode diodes branden/knipperen, elektronica piept 3x: accureserve = zeer geringe reikwijdte.
7.2 Met de scooter rijden WAARSCHUWING: Risico op onbedoeld wegrollen van het voertuig! De elektromagnetische rem van het voertuig kan niet worden geactiveerd als de joystick zich niet volledig in de middelste stand bevindt. Hierdoor kan het voertuig onbedoeld wegrollen. • Zorg ervoor dat de joystick zich in de middelste stand bevindt wanneer het voertuig stil moet blijven staan. • De voedingsspanning inschakelen (sleutelschakelaar). De aanduidingen op de besturingsconsole gaan branden.
LET OP: iedere verandering van het rijprogramma kan het rijgedrag en de kantelstabiliteit van het elektrische voertuig nadelig beïnvloeden! • Veranderingen aan het rijprogramma mogen alleen door daarvoor opgeleide Invacare®leveranciers worden uitgevoerd! • Invacare® levert alle mobiliteitsproducten af fabriek met een standaard rijprogramma af.
Om een akoestisch signaal voor een bepaalde functie te activeren of te deactiveren moet de elektronica uitgeschakeld worden, en bij het opnieuw inschakelen moet op een bepaalde toetsencombinatie worden gedrukt. Na een geslaagde activering/deactivering van een signaal voor een functie knippert een combinatie van LED’s van de aanduiding voor de acculading ter bevestiging.
De toetsencombinaties en codes van de LED’s voor de diverse opties zijn als volgt: Functie Toetsencombinatie LED(‘s) Toestand Akoestisch signaal bij geringe capaciteit van de accu’s 'Verlichting' + 'Knipperlicht links' D1 Gedeactiveerd D1+D2 Geactiveerd Akoestisch signaal bij bediening knipperlicht 'Verlichting' + 'Knipperlicht rechts' D3 Gedeactiveerd D3+D4 Geactiveerd Akoestisch signaal bij bediening waarschuwingsknipperlicht 'Verlichting' + 'Waarschuwingsknipperlicht' D5 Gedeactiveerd
Een akoestisch signaal activeren of deactiveren Om een akoestisch signaal voor een functie te activeren of te deactiveren, gaat u als volgt te werk: 1) Elektronica uitschakelen. 2) Toetsencombinatie indrukken en vasthouden. 3) Elektronica inschakelen 4) Twee seconden wachten tot de desbetreffende knippercode op de aanduiding van de acculading wordt weergegeven, daarna de toetsencombinatie loslaten. De toetsencombinatie nooit langer dan vijf seconden indrukken.
7.4 Diagnose en het verhelpen van storingen Het elektronische systeem bevat diagnose-informatie ter ondersteuning van de monteur bij het opsporen en verhelpen van storingen aan de scooter. Als er sprake is van een storing, knippert de statusaanduiding meermaals, dan volgt een pauze en dan knippert hij weer. De soort storing wordt door het aantal knipperprocedures in elke cyclus aangeduid, hetgeen ook de “Knippercode” wordt genoemd.
7.4.1 Storingsdiagnose Indien de scooter een storing vertoont, dient u de storingshandleiding te raadplegen om de storing te lokaliseren. OPMERKING Controleer voor het vaststellen van de diagnose of de scooter met de sleutelschakelaar is ingeschakeld. Als de statusaanduiding UIT is: Controleer of de sleutelschakelaar INGESCHAKELD is. Controleer of alle kabels correct zijn aangesloten. Als de statusaanduiding KNIPPERT Tel het aantal knipperingen en ga verder met het volgende hoofdstuk.
7.5 Storingscodes en diagnosecodes Knippercode 1 2 3 Storing Gevolg voor de scooter Accu moet worden Rijdt verder • opgeladen Accuspanning te Rit onderbroken • laag • Accuspanning te hoog Rit onderbroken • • OPMERKINGEN De accu’s zijn leeg. De accu’s zo snel mogelijk opladen. De accu’s zijn bijna leeg. Accu’s opladen. Laat men de scooter enkele minuten uitgeschakeld, dan kan de capaciteit van de accu’s iets herstellen, zodat een korte rit nog mogelijk is.
Knippercode 4 Storing Overschrijding stroomtijd Gevolg voor de scooter Rit onderbroken • • 5 Remmen weigeren Rit onderbroken • • 6 Geen neutrale stand bij het inschakelen van de scooter Rit onderbroken • • 38 OPMERKINGEN De scooter heeft te lange tijd te veel stroom verbruikt, waarschijnlijk omdat de motor overbelast werd, of een onoverwinnelijke weerstand moest worden overwonnen. De scooter uitschakelen, een paar minuten wachten en dan weer inschakelen.
Knippercode 7 Storing Storing van de snelheidspotmeter Gevolg voor de scooter Rit onderbroken • 8 Motorspanningsfout 9 Overige, interne Rit onderbroken • storingen Duwwerking/vrijloo Rijdt verder • p 10 Rit onderbroken • OPMERKINGEN De elektronica van de rijhendel kan defect of onjuist aangesloten zijn. Neem contact op met uw Invacare®leverancier. De motor of bekabeling ervan is defect. Neem contact op met uw Invacare®leverancier. Neem contact op met uw Invacare®leverancier.
8 Aanpassingsmogelijkheden 8.1 Zitpositie vooruit en achteruit verstellen De ontgrendelingshendel voor het verstellen van de zitting bevindt zich linksvoor onder de zitting. 40 • Hendel (1) aantrekken om de zitting te ontgrendelen. • De zitting naar voren c.q. achteren in de gewenste positie zetten. • Hendel weer loslaten om de zitting in deze positie te vergrendelen.
8.2 Breedte van de armleuning verstellen De handwielen voor de vrijgave van de armleuningen bevinden zich onder de zitting (1). • Maak de bevestiging van de armleuningen los door de handwielen te draaien. • Armleuningen op de gewenste breedte instellen. • Handwielen weer vastdraaien.
8.3 Zitting losmaken om deze te draaien en/of te verwijderen De zitting kan naar de zijkant worden gedraaid om het op- en afstappen van de scooter te vergemakkelijken. In deze positie kan de zitting ook worden verwijderd. De hendel voor het ontgrendelen van de zitting waarmee deze kan worden gedraaid, bevindt zich rechts onder de zitting (1). 42 • De hendel omhoog trekken om de zitting te ontgrendelen. • Zitting naar de zijkant draaien.
8.4 Verstelling van de zithoogte De zithoogte kan op 46, 48,5, 51, 53,5 of 56 cm worden ingesteld. Voorwaarden: • 2 schroefsleutels, 17 mm • Zitting verwijderen • Afdekking van de accu- en motorruimte verwijderen. • De borgbout van de zittingkolom met behulp van de twee schroefsleutels verwijderen.
• Zithoogte aanpassen. • De bout weer aanbrengen en vastdraaien.
8.5 De veiligheidsgordel Een veiligheidsgordel is een optie die ofwel af fabriek op de rolstoel gemonteerd wordt geleverd, of achteraf door de leverancier kan worden aangebracht. Indien uw rolstoel reeds van een veiligheidsgordel is voorzien, zal uw leverancier u over de aanpassing en het gebruik ervan geïnformeerd hebben. De veiligheidsgordel is ervoor bedoeld, de gebruiker van een rolstoel te helpen, in een optimale zitpositie te blijven zitten.
8.5.2 46 De veiligheidsgordel correct instellen • Zorg ervoor, dat u correct in de rolstoel zit, dat wil zeggen helemaal naar achteren op de zitting, het bekken rechtop en zo symmetrisch mogelijk, dus niet naar voren, achteren of naar de zijkant leunend. • Bevestig de veiligheidsgordel zodanig, dat de heupbotten nog net voelbaar zijn boven de gordel. • Stel de lengte van de gordel in met de hierboven weergegeven verstelmogelijkheid.
8.5.3 De veiligheidsgordel op de scooter monteren Voorwaarden: • Steeksleutel 12 mm • Steeksleutel 13 mm De bevestigingspunten (1) voor het aanbrengen van de gordel bevinden zich onder de zitting (hier is alleen de linkerzijde te zien).
• Pak de houder van de gordel vast en houd deze voor het gat in de bevestiging. • Breng de schroef in de juiste positie (1), draai de moer er aan de andere zijde op en draai deze met een steeksleutel vast. • Ga op dezelfde manier te werk aan de andere kant van de zitting. Controleer of de moer stevig op de schroef is vastgedraaid.
8.6 Rollatorbeugel Uw scooter kan worden voorzien van een optionele rollatorbeugel. Alleen de volgende rollators, die door Invacare zijn goedgekeurd, kunnen met behulp van deze beugel worden vervoerd: • Dolomite Jazz 600 • Dolomite Legacy 600 • Invacare Banjo P452E/3 Het maximaal toegestane gewicht van de rollator is 9 kg. VOORZICHTIG! Risico op kantelen ten gevolge van een verschoven middelpunt van de zwaartekracht.
8.6.
Dolomite Legacy 600 Invacare Banjo P452E/3 51
8.6.2 8.6.3 De rollatorbeugel verwijderen • Draai de schroeven los (1). • Trek de rollatorbeugel uit de houders. De achterreflector plaatsen VOORZICHTIG! Risico op ongelukken door slechte zichtbaarheid. Als u uw rolstoel op de openbare weg wilt gebruiken en een achterreflector wettelijk verplicht is, mag de rollatorbeugel de achterreflector niet afdekken. • Zorg ervoor dat de achterreflector zodanig is bevestigd dat het zichtbare reflectiegedeelte groot genoeg is.
• Plaats de achterreflector zoals weergegeven op de tekening.
9 Elektriciteit 9.1 Beveiliging van de voertuigelektronica De voertuigelektronica van het voertuig is voorzien van een beveiliging tegen overbelasting. Wanneer de aandrijving gedurende langere tijd wordt overbelast (bijv. bij het oprijden van steile hellingen) en met name wanneer de buitentemperatuur daarbij erg hoog is, kan de elektronica oververhit raken. In dit geval wordt het vermogen van het voertuig geleidelijk minder, tot hij uiteindelijk tot stilstand komt.
9.1.1 Hoofdzekering Het gehele elektrische systeem wordt door twee hoofdzekeringen tegen overbelasting beveiligd. De hoofdzekeringen zijn op de positieve accukabels gemonteerd. OPMERKING Een defecte hoofdzekering mag uitsluitend na controle van de hele elektrische installatie worden vervangen. Dit moet door een Invacare-leverancier worden gedaan. Het zekeringstype vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens" Op pagina 79. 9.2 Accu‘s 9.2.
OPMERKINGEN: De batterijen/accu’s waarmee uw elektrische rolstoel wordt geleverd, vallen niet onder gevaarlijke stoffen. Deze classificatie heeft betrekking op verschillende internationale verordeningen voor gevaarlijke stoffen zoals bijv. DOT, ICAO, IATA en IMDG. De batterijen/accu’s mogen onbeperkt getransporteerd worden, zowel over de openbare weg, per spoor of per luchtvracht.
9.2.2 Accu‘s opladen • Neem absoluut de bedieningshandleiding van de lader, voor zo ver deze werd bijgeleverd, en de voorschriften aan de voor- en achterzijde van de lader in acht! ATTENTIE: Gevaar voor explosies en gevaar voor onherstelbare schade aan de accu‘s wanneer een onjuiste lader wordt gebruikt! • Gebruik alleen de bij uw voertuig geleverde lader c.q.
De oplaadbus bevindt zich links op de stuurkolom Oplader aansluiten • Scooter uitschakelen. • Beschermkap van de oplaadbus naar de zijkant draaien. • Oplader op de scooter aansluiten. • Oplader op het elektriciteitsnet aansluiten. Oplader loskoppelen van de scooter 58 • Eerst de oplader loskoppelen van het elektriciteitsnet. • Dan de oplader loskoppelen van de scooter.
9.2.
9.2.3.1 Oude accu‘s verwijderen Voorwaarden: • Schroefsleutel 11 mm 60 • Zitting verwijderen. • Afdekking van de accu- en motorruimte verwijderen. • Stekkerverbindingen (1) van de accu’s loskoppelen. • Riem van accuhouder openen. • Accu’s verwijderen.
• Accuklem van de blauwe kabel op de minpool van de accu met de schroefsleutel losdraaien en de kabel verwijderen. • Accuklem van de rode kabel op de pluspool van de accu met de schroefsleutel losdraaien en de kabel verwijderen. • Procedure voor de andere accu herhalen. OPMERKING Het aanbrengen van de nieuwe accu’s gebeurt in omgekeerde volgorde.
9.2.3.2 Correct omgaan met beschadigde accu‘s ATTENTIE: Etswonden door vrijkomende zuren bij beschadigde accu‘s! • Trek kleding die met het zuur in aanraking is gekomen, onmiddellijk uit! Na contact met de huid: • Bij contact met de huid, onmiddellijk met veel water spoelen! Na contact met de ogen: • Onmiddellijk gedurende meerdere minuten onder stromend water spoelen; een arts raadplegen! • Draag bij de omgang met beschadigde accu‘s geschikte beschermende kleding.
9.3 Lader 9.3.1 FUNCTIES 1. LED-lampje voor oplaadstatus 2. LED-lampje voor voedingsstatus 3. Eurostekkeraansluiting 4. Schakelaar voor ingangsspanning (115 V/230 V) 5. Stekker acculader 9.3.
Ingangsspanning (AC) Rendement Spanningsbron Oplaadproces Accu Detectie uitgangsspanning Bedrijfstemperatuur Afmetingen L x B x H Gewicht Kleur 9.3.3 115 VAC of 230 VAC 50/60Hz (selecteer handmatig) AC-DC 80% Spanningsschakelaar Constante stroom, twee constante spanningsniveaus 24 V gel- of AGM-accu’s (20 Ah ~ 60 Ah) 1. Detectie kortsluiting 2. Beperking uitgangsspanning/-stroom 3. Beschermd tegen terugkoppeling 4.
9.3.5 PROBLEMEN OPLOSSEN 1. Als het LED-lampje voor de voedingsstatus niet brandt: • Controleer of de ingangsspanning (115 V/230 V) juist is en of de oplaadkabel op de juiste manier is aangesloten. • Als het LED-lampje nog steeds niet gaat branden, neemt u contact op met de dealer. 2. Als het LED-lampje voor de oplaadstatus niet brandt: • Controleer of de oplaadkabel op de juiste manier is aangesloten.
10 Verzorging en onderhoud Het begrip „Onderhoud“ staat voor iedere handeling die nodig is om de elektrische rolstoel in goede staat te houden, zodat het veilig rijden te allen tijde wordt gegarandeerd. Het onderhoud heeft betrekking op verschillende werkzaamheden zoals de dagelijkse reiniging, inspecties, reparaties en algemene revisies. OPMERKING: Laat uw voertuig eenmaal per jaar door een erkende Invacare®-speciaalzaak controleren zodat u uw voertuig altijd veilig kunt gebruiken. 10.
Inspectielijst Maandelijk s Onderhoud Wekelijks De onderstaande tabellen bevatten inspecties, die met de aangegeven tussenpozen door de gebruiker zelf moeten worden uitgevoerd. Indien de elektrische rolstoel bij een van deze controles niet in orde wordt bevonden, verwijzen wij naar het desbetreffende hoofdstuk in de handleiding of neem contact op met een geautoriseerde Invacare® leverancier.
• Alle stekkerverbindingen op hun staat en stabiele verbinding controleren. • Zijn de accu’s voor het dagelijks gebruik volledig opgeladen? • Zitten alle bevestigen en schroeven goed vast? • Zijn alle elektrische lampen van het verlichtingssysteem (indien van toepassing) bedrijfsklaar? Reiniging: • Alle onderdelen zorgvuldig reinigen.
11.1.1 Banden verwijderen/monteren (versie met vier wielen en achterwielen van versie met drie wielen) Benodigd gereedschap: • moersleutel van 17 mm • rubberen hamer • schroevendraaier • veiligheidsmoer van 17 mm De banden verwijderen • Krik het voertuig op en plaats een blok hout eronder om het te ondersteunen. • Verwijder de plastic kap. • Verwijder de veiligheidsmoer (1) van het wiel met de moersleutel van 17 mm.
Problemen met het verwijderen van het wiel? U hebt wellicht speciaal gereedschap nodig. Neem voor ondersteuning contact op met uw erkende Invacare®-dealer. Voor een omschrijving van het repareren van een band, zie paragraaf "Lekke band verhelpen" op pagina 72. 11.1.2 Banden verwijderen/monteren (zwenkwiel van versie met drie wielen) WAARSCHUWING: het optillen van het voertuig aan de plastic bekleding kan beschadiging aan de bekleding veroorzaken. • Til het voertuig alleen op aan het chassis.
De banden verwijderen • Til het voertuig op aan de voorkant van het chassis en kantel het achterwaarts met de anti-kantelwielen totdat het op de rugleuning ligt. • Verwijder de veiligheidsmoer (1) van het wiel met de moersleutel van 13 mm. Houd de bout (2) tegen met de moersleutel van 12 mm. • Verwijder de bout. • Verwijder het wiel, de afstandhouders en de sluitring. De banden monteren • Monteer de banden via de hiervoor beschreven instructies in omgekeerde volgorde.
11.1.3 Lekke band verhelpen Voorwaarden: • Schroefsleutel 17 mm • Rubberhamer • Voertuig opkrikken en op blokken zetten om hem te ondersteunen. • De wielmoer (1) met de schroefsleutel 17 mm verwijderen. • Wiel verwijderen door deze met enkele tikken van de rubberhamer aan de achterzijde los te maken van de as. Problemen bij het verwijderen van het wiel? Soms is speciaal gereedschap nodig. Neem a.u.b. contact op met uw Invacare®-leverancier.
11.1.3.1 Reparatie van een lekke band Voorwaarden • Bandenreparatieset of nieuwe band. • Talkpoeder • Steeksleutel 13 mm • Gaffelsleutel 13 mm • Ventieldopje verwijderen. • Lucht uit de band laten lopen door het ventielslangetje ingedrukt te houden. • De 4 moeren (1) met de steeksleutel losdraaien en verwijderen. De schroeven aan de andere kant met de gaffelsleutel tegen doordraaien borgen. • De velghelften uit de band trekken en de band verwijderen.
Werd de oude band tijdens de reparatie nat? Als de oude band gerepareerd is en weer moet worden aangebracht, en indien hij tijdens het plakken nat is geworden, de band voor het aanbrengen eerst licht met talkpoeder bestrooien. 74 • De velgdelen van buitenaf in de band plaatsen. • De band iets oppompen. • Bouten en moeren, die de velg bijeen houden, weer aanbrengen en goed vastdraaien. • Controleer of de band correct op de velg is geplaatst.
12 De scooter voor het transport demonteren Om de scooter voor het transport te demonteren, gaat u als volgt te werk: • Zitting verwijderen • Accu’s verwijderen • Aandrijfunit verwijderen De scooter wordt in omgekeerde volgorde gemonteerd. 12.1 Zitting verwijderen De hendel voor de vrijgave van de zitting, waarmee deze gedraaid en verwijderd kan worden, bevindt zich links onder de zitting (1). • De hendel naar boven trekken om de zitting te ontgrendelen. • De zitting naar de zijkant draaien.
12.2 Accu’s en aandrijfunit verwijderen • Nadat u de zitting heeft verwijderd, verwijdert u de afdekking van de accu- en motorruimte. De afdekking wordt met klittenband vastgehouden, zodat u deze slechts naar boven hoeft te trekken om het te verwijderen. 12.2.1 Accu’s verwijderen Zie het hoofdstuk "Accu‘s monteren en demonteren" op pagina 59 voor het verwijderen van de accu’s. 12.2.2 Aandrijfunit verwijderen • 76 Stekkerverbinding (1) van de hoofdkabelboom losmaken.
• De ontgrendelingshendel (A) naar achteren trekken. Nu is de aandrijfunit ontgrendeld. • Chassis bij de zittingbuis optillen. Nu kan de aandrijfunit van het chassis worden genomen.
13 78 Afvalverwerking • De verpakking wordt afgevoerd voor hergebruik van waardevolle stoffen. • De metalen onderdelen worden afgevoerd voor de verwerking van oude metalen. • De kunststof onderdelen worden afgevoerd voor de verwerking van kunststoffen. • Elektrische componenten en printplaten worden als elektronisch afval verwerkt. • Lege en beschadigde batterijen dienen in een erkend verzamelpunt ingeleverd te worden.
14 Technische gegevens De technische informatie die hieronder staat, heeft betrekking op een standaardconfiguratie of verwijst naar maximaal haalbare normen. Deze kunnen veranderen als accessoires worden toegevoegd. De exacte veranderingen in deze normen worden omschreven in de hoofdstukken over de respectievelijke accessoires.
Banden Type banden Type banden • 3.00 - 4 pneumatisch De aanbevolen maximale bandendruk in bar of kpa is aangegeven op de zijkant van de band of op de naaf. Als er meer dan één waarde is aangegeven, is de laagste waarde in de betreffende maateenheid van toepassing. (Tolerantie = -0,3 bar,1 bar = 100 kpa) • 10" antilek Rijeigenschappen Snelheid (landenspecifiek. Vraag a.u.b. aan uw leverancier, welke snelheid in uw land is toegestaan.) Min. remafstand Max. stijgvermogen ****** Max.
Afmetingen Hoek van rugleuning Hoogte armleuningen Gewicht Leeggewicht • +9,5° • 200 mm • 83,5 kg Gewicht van de componenten Chassis • 3-wiel: ca. 40,5 kg • 4-wiel: ca. 46 kg Ziteenheid • ca. 14 kg Accu’s • ca. 12 kg per accu Belading Max. belading • 136 kg Asbelasting Max. asbelasting voor Max.
15 Uitgevoerde inspecties Met een stempel en handtekening wordt bevestigd dat alle in het inspectieschema van de onderhouds- en reparatiehandleiding genoemde werkzaamheden deskundig zijn uitgevoerd. De lijst met uit te voeren inspectiewerkzaamheden bevindt zich in de servicehandleiding, verkrijgbaar bij Invacare®.
Hersteller / Manufacturer / Fabricante / Proizvođač: CHIEN TI ENTERPRISE CO. LTD. No. 13, Lane 227, Fu Ying Road Hsin Chuang, Taipei, Taiwan R.O.C.
Tel: (44) (0) 1656 - 77 62 22, Fax: (44) (0) 1656 - 77 62 20 Sweden, Danmark, Nederland Invacare REA Växjövägen 303 S-343 71 DIÖ Sweden Tel: (46) (0) 476 - 535 00, Fax: (46) (0) 476 - 535 99 Deutschland, Eastern Europe Invacare Deutschland GmbH Kleiststraße 49 32457 Porta Westfalica Deutschland Tel: (49) (0) 5731 - 754 0, Fax: (49) (0) 5731 - 754 52 191 84
Nederlands Bestelnummer van deze handleiding: 1506975.