Operation Manual

19
2.4 Veiligheidsvoorschriften voor het rijden/voortduwen
Gevaar voor verwondingen door kantelend voertuig!
Alleen hellingen oprijden met het max. hellingspercentage (zonder dat de rolstoel gaat
kantelen) dat staat aangegeven in de technische gegevens en daarbij steeds de rugleuning in
verticale positie en de zitlift in de laagste positie instellen (indien geïnstalleerd)!
Van een helling af alleen met 2/3 van de maximale snelheid rijden! Plotseling remmen of
versnellen op hellingen vermijden!
Indien mogelijk, het rijden op gladde oppervlakken (zoals sneeuw, kiezels, ijs enz.) vermijden,
wanneer de controle over het voertuig kan worden verloren, in het bijzonder op hellingen!
Wanneer het berijden van een dergelijk oppervlak onvermijdbaar is, dan altijd langzaam en
uiterst voorzichtig rijden!
Nooit proberen om bij het op- of afrijden van een helling over een hindernis te rijden!
Nooit proberen een trap op of af te rijden!
Altijd onder een rechte hoek over hindernissen rijden! Controleer of de voor- en achterwielen
gelijktijdig over de hindernis rijden en niet halverwege stoppen! De maximale hindernishoogte
nooit overschrijden (zie technische gegevens)!
Verplaatsing van het zwaartepunt of plotseling van richting veranderen terwijl het voertuig in
beweging is vermijden!