Operation Manual

65
9.3.5 PROBLEMEN OPLOSSEN
1. Als het LED-lampje voor de voedingsstatus niet brandt:
Controleer of de ingangsspanning (115 V/230 V) juist is en of de oplaadkabel op de juiste manier is
aangesloten.
Als het LED-lampje nog steeds niet gaat branden, neemt u contact op met de dealer.
2. Als het LED-lampje voor de oplaadstatus niet brandt:
Controleer of de oplaadkabel op de juiste manier is aangesloten.
Als de accu volledig is opgeladen, schakelt de acculader naar de druppellaadmodus en gaat het
LED-lampje voor de oplaadstatus uit.
Als het oplaadproces nog niet was gestart (oranje LED-lampje), dan is de accu mogelijk defect.
Neem contact op met uw dealer.
3. Als de kleur van het LED-lampje voor de oplaadstatus niet van oranje naar groen verandert:
De accu kan niet goed worden opgeladen. De accu is mogelijk defect. Neem contact op met uw
Invacare-dealer.
4. Als de kleur van het LED-lampje voor de oplaadstatus direct van oranje naar groen verandert:
De accu is volledig geladen of defect. Neem contact op met uw dealer.
9.3.6 WAARSCHUWING
Om de levensduur van de acculader te verlengen, moet u het elektronische voertuig niet voor langdurige
perioden aangesloten laten aan de lader.
Gebruik de acculader niet voor accu’s die volledig leeg zijn of voor accu’s die defect zijn.
Gebruik de lader in een goed geventileerde ruimte.
Gebruik de acculader alleen voor gel- of AGM-accu’s (13-60 Ah).
Gebruik de lader niet voor een andere ingangsspanning dan aangegeven. Controleer of de
ingangsspanning (115 V of 230 V) juist is ingesteld.