Operation Manual
de gemeten bloeddruk valt. Als de waardes voor de
systolischeendiastolischebloeddrukintwee
verschillendeWHOgebiedenvallen(bijv.systolisch
in het hoog-normaal gebied en diastolisch in het
normalegebied)toontdegraschebalkWHO
classicatieopdebloeddrukmeterhethoogstegebied
(hoog-normaal zoals in het voorbeeld).
• De resultaten van elke succesvolle meting worden
opgeslagen met de bijbehorende datum en tijd. Als
alle 60 geheugenplaatsen bezet zijn, wordt telkens
de oudste waarde gewist.
• Om de resultaten weer te geven, drukt u op de
“M”toets.Debloeddrukmeterlaateersthet
aantal gebruikte geheugenposities zien en gaat dan
automatisch naar het laatst opgeslagen resultaat.
Alsude“M”toetscontinueindrukt,kuntude
verschillende resultaten bekijken.
•Hetgeheugenkuntuwissendoorde“M”toets3
seconden ingedrukt te houden.
10 | FOUTMELDINGEN
10
“EE”verschijntinhetdisplayalseenfoutmelding.
Foutmeldingenkunnenoptredenals
• de oppompdruk hoger dan 300 mmHg is;
• de bloeddruk buitengewoon hoog of laag is;
• u tijdens het meten beweegt of praat (naast
“EE”wordtookhethartritmesymbool
weergegeven);
• het oppompen langer dan 30 seconden duurt.
Als er een foutmelding verschijnt, wacht u even en
voert u een nieuwe meting uit. Plaats indien nodig de
batterijen opnieuw of vervang de batterijen.
• Reinig de bloeddrukmeter voorzichtig, en gebruik
hiervoor uitsluitend een licht bevochtigd doekje.
• Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.
• Dompel de bloeddrukmeter nooit onder in water,
omdat anders water kan binnendringen en de
bloeddrukmeter wordt beschadigd.
• Bewaar de bloeddrukmeter altijd in de bijgeleverde
opbergdoos.
11 | REINIGING & ONDERHOUD
9 | RESULTATEN OPSLAAN,
WEERGEVEN EN WISSEN










