Operation Manual

Ecolution
®
Combi 50 & Solo
Uitgave september 2015
23
6 IN BEDRIJF STELLEN
6.1
instellen bedrijfsmodus
Als het snoer beschadigd is moet dit worden vervangen door de fabrikant, zijn dealer of vergelijkbare
gekwalifi ceerde personen. Dit dient een origineel, of door Inventum B.V. goedgekeurd,
snoer te zijn.
Voordat u de stekker in de wandcontactdoos steekt, dient u het volledige installatie stappenplan te
hebben doorlopen en dient het toestel gesloten te zijn (zie hoofdstuk 5).
Bij het in bedrijf stellen dient men onderstaande volgorde te hanteren:
1. Luchtdebiet inregelen;
2. Vullen en ontluchten;
3. Klok instellen;
4. CV-1, CV-3 of CV-4 regeling;
5. Overige gebruiker specifi eke parameters.
Na het doorlopen van genoemde stappen kunt u de Ecolution
®
in bedrijfstellen (zie paragraaf 6.3).
6.2.1
luchtdebiet inregelen
De ventilatiewarmtepomp heeft 3 in bedrijfname standen. Standaard wordt de ventilatiewarmtepomp geleverd op
ventilatiebedrijf (stand 2).
0 = warmtepompbedrijf, na inbedrijfname en inregelen is dit de normale bedrijfsmodus, de volledige functio-
naliteit van de ventilatiewarmtepomp wordt benut.
1 = ontluchtingsbedrijf, in deze modus wordt het cv-circuit en de warmtewisselaar in het vat ontlucht. Deze
cyclus duurt ongeveer 2 minuten. Indien gewenst kan deze cyclus herhaald worden.
2 = ventilatiebedrijf, na het plaatsen van de ventilatiewarmtepomp, zonder dat de ventilatiewarmtepomp
door de fabrikant in bedrijf is gesteld, kan er altijd geventileerd worden.
Het zelf wijzigen van de instellingen kan leiden tot incorrect functioneren van het toestel. Bij twijfel
neem contact op met de Helpdesk van Inventum B.V.
Controleer of de bedrijfsmodus op 2, ventilatiebedrijf, staat.
In hoofdstuk 7, paragraaf 7.4.2.1, treft u hiervoor de benodigde instructies op het bedieningspaneel aan.
Indien er een andere melding op het display staat raadpleegt u het volgende hoofdstuk ‘bedrijfssituaties’ en
‘storingen’ (paragraaf 7.6 en 7.7) of neem contact op met de helpdesk van Inventum B.V..
6.2
inbedrijfstelling protocol
Er zijn twee verschillende luchtdebieten die ingeregeld dienen te worden. De eerste is het luchtdebiet van de
woning. Deze dient in nieuwbouwwoningen aan de Bouwbesluit-eis te voldoen. Controleer of in hoogstand het
minimale debiet afgezogen wordt in de woning.
Voor bestaande woningen adviseert Inventum B.V. om in de keuken/woonkamer minimaal 150 m³/h af te zuigen en
voor de badkamer 50m³/h en het toilet 25m³/h, afgeregeld in stand 3.
Het tweede debiet dat ingesteld dient te worden is het debiet over de warmtepomp. Om het luchtdebiet van de
warmtepomp in te stellen wordt verwezen naar hoofdstuk 7, paragraaf 7.4.2.1.
Nadat u het luchtdebiet voor de warmtepomp hebt ingeregeld kunt u van stand 2, ventilatiebedrijf, naar stand 1,
ontluchtingsbedrijf, gaan. Zie hiervoor paragraaf 6.1. Echter u kiest nu voor stand 1 in plaats van stand 2.
Lees voor het vullen en ontluchten tevens de instructies van het aangesloten cv-toestel.
Maak het cv-toestel spanningsloos.
INSTALLATEUR
6.2.2
vullen en ontluchten
Figuur 13
kroonsteen
connector 7