Operation Manual

Nederlands 9
storingen
7
Als de kookplaat niet goed functioneert volgens u, controleer dan eerst onderstaande punten voordat u contact opneemt met de
klantenservice.
Storing Oorzaak Oplossing
U ruikt gas bij de kookplaat.
De gasaansluiting van de kookplaat
lekt.
Sluit de hoofdkraan van het gas. Neem contact op met
uw installateur.
Een brander gaat niet aan. • De stekker voor de vonkontsteking
zit niet in het stopcontact.
• Er is een zekering defect of in de
meterkast uitgeschakeld.
• Vonkonsteking is vuil of vochtig.
• De branderdelen zijn niet juist
geplaatst.
• De brander is vuil of vochtig.
• De hoofdgaskraan is gesloten.
• Er is een storing in de gastoevoer.
• Er is een verkeerd soort gas
gebruikt.
• Steek de stekker in het stopcontact.
• Plaats een nieuwe zekering of schakel de zekering
weer in.
• Reinig/droog de vonkontsteking.
• Zet de brander goed in elkaar en let daarbij op de
openingen voor de thermokoppel en vonkontsteking.
• Reinig/droog de branderonderdelen.
• Open de hoofdgaskraan.
• Informeer bij uw gasleverancier.
• Controleer of het gebruikte gas geschikt is voor uw
kookplaat. Neem indien nodig contact op met uw
installateur.
De brander gaat gelijk uit na het
ontsteken.
• U heeft de bedieningsknop niet
lang en/of diep genoeg ingedrukt
gehouden (minimaal 3 seconden).
• De thermokoppel is vuil.
• Houd de bedieningsknop minimaal 3 seconden
volledig ingedrukt tussen de grootste en kleinste
vlam indicatie. Bij het eerste gebruik kan dit langer
duren in verband met de eerste aanvoer van gas.
• Reinig/droog de thermokoppel.
De brander brandt niet
gelijkmatig.
• De branderdelen zijn niet goed
geplaatst.
• De branderdelen zijn vuil/vochtig.
• Er wordt een verkeerd soort gas
gebruikt.
• Zet de branderdelen opnieuw in elkaar. Let
daarbij op de openingen voor de thermokoppel en
vonkontsteking.
• Reinig/droog de branderdelen.
• Controleer of het gebruikte gas geschikt is voor uw
kookplaat. Neem indien nodig contact op met uw
installateur.
reiniging & onderhoud
6
Reinig de kookplaat na elk gebruik om deze in een goede conditie te houden. Overgekookte etensresten kunnen gaan inwerken en zijn
moeilijker te verwijderen als ze langere tijd niet verwijderd worden.
Gebruik voor het reinigen van de kookplaat een mild reinigingsmiddel zoals afwasmiddel. De losse onderdelen mogen niet in de
vaatwasmachine gereinigd worden. Het materiaal wordt aangetast door vaatwasmiddel voor de vaatwasmachine.
Om de kookplaat eenvoudig te kunnen reinigen, zijn de pannendragers en de branders afneembaar.
Reinig eerst de bedieningsknoppen, branders en pannendragers.
Controleer of de thermokoppel en vonkontsteking schoon zijn. Maak deze eventueel schoon met een tandenstoker.
Reinig daarna de vangschaal.
Neem alles nog een keer goed af met alleen een vochtige doek en droog het goed na met een zachte doek.
Plaats de branders terug op de kookplaat. Let daarbij goed op de openingen voor de thermokoppel en vonkontsteking.
Leg de branderdeksel op de branders.
Plaats de pannendragers terug op de kookplaat. Leg de pannendragers voorzichtig op de vangschaal zonder te schuiven.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Reinig hardnekkige vlekken op de pannendragers en branderdeksels met een vloeibaar reinigingsmiddel en eventueel een kunststof
schuursponsje. Gebruik geen agressieve schurende reinigingsmiddelen of scherpe voorwerpen om de kookplaat te reiningen.
Hardnekkige vlekken op het roestvaststaal kunt u het beste reinigen met een middel speciaal voor roestvaststaal. Poets altijd met de
structuur van het staal mee om vlekken te voorkomen.
Na verloop van tijd kan er een verkleuring optreden op het oppervlak van het roestvaststaal.
IKGxxxx-instructions.indd 9 15-12-2014 12:01:25