User manual

8
Verkorte handleiding IRIScan
TM
Executive 4
5. Onderhoud
5.1 Kalibreren van de scanner
Kalibreer enkel als de gescande beelden wazig zijn, de kleuren niet kloppen (vb. donkerder dan normaal),
na meer dan 8000 scans of als de scanner gedurende lange tijd ongebruikt opgeslagen is geweest. Het
kalibratieproces reset de contactbeeldsensor om de kleur- en scherptenauwkeurigheid te herstellen.
1. Sluit de scanner aan op uw computer.
2. Start de Capture Tool op.
Klik op Starten > Alle programma's >IRIS IRIScan Executive 4 Scanner >
Capture Tool
Selecteer uw drivertype en scannermodel en klik op OK.
3. Het Capture Tool-dialoogvenster verschijnt.
4. Klik op de knop 'Setup' om het dialoogvenster 'Scanner Properties' (Scannereigenschappen) te openen.
5. Klik op het tabblad 'Settings' (Instellingen) en klik vervolgens op de knop 'Calibration' (Kalibratie).
6. Het dialoogvenster 'Insert calibration sheet' (Voer kalibratievel in) verschijnt.
7. Houd de randen van het kalibratievel (bijgeleverd) vast en voer het in in de invoersleuf van de scanner
met de tekst naar boven en met het witte stuk eerst (zoals onder weergegeven).
8. Klik op 'OK' in het dialoogvenster 'Insert calibration sheet' (Voer kalibratievel in) om het kalibreren
van de scanner te starten.
WAARSCHUWING: Als de kalibratie mislukt is, dan knippert de rode indicator en verschijnt er een
foutmelding op het scherm. Koppel de scanner los en sluit opnieuw aan en herhaal vervolgens de
kalibratie.