Operation Manual

9
pluggen (S8) gemonteerd worden.
De ventilatorunit dient
binnenshuis gemonteerd te
worden en in verband met
eventuele service altijd bereikbaar
te zijn.
De meegeleverde kunststof
uitblaastuit wordt op de uitblaas-
opening op de bovenzijde van de
aanzuigbak met de meegeleverde
vier korte parkers vastgezet (2).
Tevens wordt er een aanzuigtuit
op de aanzuigzijde van de
ventilatorunit gemonteerd.
Voor een goede luchtdichte
afsluiting is het gewenst eerst de
meegeleverde schuimplastic
strook aan de onderzijde van de
aanzuig-/uitblaastuit te plakken.
Op de aanzuig-/uitblaastuit dient
een afvoerkanaal met een
minimale inwendige diameter van
150 mm aangesloten te worden
(respectievelijk 4.1 zie 3 en 4.2
zie 1)
Voor een perfecte afdichting is het
noodzakelijk de verbinding tussen
afvoerkanaal en uitblaastuit af te
dichten met tape of een slangklem.
(respectievelijk 4.1 zie 4 en 4.2 zie
2)
Door een onjuiste aansluiting van
een wasemkap ontstaat er extra
luchtweerstand waardoor de
afzuigcapaciteit afneemt en de
geluidsproductie van de wasemkap
zal toenemen.
Gebruik gladde kanalen met een
inwendige diameter gelijk aan de
uitwendige diameter van de
uitblaastuit van de wasemkap.
Vermijdt vernauwingen en haakse
bochten, maar maak gebruik van
afgeronde bochten voor een goede
luchtgeleiding.
4.2 Montage ventilator in de
schouwkap
4.3 Aansluiting luchtafvoer
algemeen
10
Het gebruik van flexibele afvoer-
slang dient tot een minimum te
worden beperkt en uitsluitend
toegepast te worden voor het
maken van kleine overbruggingen,
bijv. als verbinding tussen
aanzuig-/uitblaastuit en afvoer-
kanaal. De flexibele slang dient
volledig uitgetrokken en zo recht
mogelijk te worden aangebracht.
Toepassing van platte kanalen met
een te gering netto
doorstromingsoppervlak is ten
zeerste af te raden.
Controleer bestaande kanalen op
diameter, vernauwingen en of deze
niet in verbinding staan met
andere kanalen of ruimtes.
Nooit aansluiten op een
rookgasafvoerkanaal !!!
Maak gebruik van een dakdoorvoer
(buitendaks dubbelwandig ter
voorkoming van condensvorming)
met voldoende doorlaat, zoals de
Itho dubbelwandige dakdoorvoer
type DDV 150.
Bij afvoer door de buitengevel, via
een spouwmuur, dient er op gelet
te worden dat het afvoerkanaal de
spouw volledig overbrugt en iets
afloopt naar de buitenzijde.
Gebruik bij voorkeur een
dubbelwandig kanaalstuk om
condensvorming te voorkomen.
Om de opening in de buitenmuur
af te werken kan een Itho
automatisch openend/sluitend
kunststof buitenmuurrooster type
WSK 15 worden toegepast.
Bij aansluiting op een kort
afvoerkanaal door het dak of door
de muur kan het gewenst zijn in
het kanaal een terugslagklep type
TSKE 150 te monteren om
windinval te voorkomen.