Operation Manual

13
1: Aan- en uitzetten ventilator
Met deze toets kunt u de ventilator
aan- en uitschakelen. Indien u de
ventilator uitschakelt met deze
toets dan zal de ventilator de
volgende keer inschakelen op de
stand waarin deze stond bij het
uitschakelen. Indien de verlichting
tijdens het uitschakelen aanstond,
zal deze nu ook direct aangaan.
Nalooptijd motor.
Om de wasemkap uit te schakelen
en de nalooptijd in te schakelen,
drukt u 1 maal op deze toets. Nu
wordt een nalooptijd van ca. 10
minuten gestart (het eerste LED
knippert en de rest van de LED’s
branden naargelang de gekozen
snelheid). Na verloop van ca. 10
minuten worden motor en licht
uitgeschakeld.
Indien u de nalooptijd niet wenst
te gebruiken, druk dan 2 maal na
elkaar op deze toets om motor en
licht onmiddellijk uit te schakelen.
2 en 3: Ventilatorstand lager en
hoger
Met deze toetsen kunt u de venti-
latorstand respectievelijk verlagen
en verhogen.
Deze wasemkap is voorzien van
drie snelheden en een intensieve
“POWER” stand.
Op de intensieve stand wordt de
hoogste snelheid bereikt. Druk
hiervoor op toets 3 tot het rode
LED (6) gaat branden.
4: Aan- en uitzetten verlichting
Met deze toets kunt u de
verlichting aan- en uitschakelen.
De verlichting kan op elk moment
worden gebruikt, ook als de
ventilator is uitgeschakeld.
5 en 6: LED ventilatorstanden
Hierop ziet u welke snelheid in
werking is.
Een zelfherstellend thermocontact
zorgt ervoor dat de motor bij
oververhitting wordt
uitgeschakeld. Na afkoeling zal de
motor weer inschakelen.
Vaststelling van de oorzaak van de
oververhitting is dan wel
noodzakelijk.
Dit kan bijvoorbeeld zijn door vlam
in de pan, doordat de waaier in het
14
waaierhuis geblokkeerd wordt
door één of ander voorwerp of dat
de uitblaasopening gedeeltelijk of
volledig is afgesloten.
Nooit flamberen onder de
wasemkap !!!
De wasemkap is voorzien van
“randafzuiging”. Dit houdt in dat
de afzuiging geconcentreerd wordt
op de randen van de kap.
Hierdoor ontstaat aan de randen
een hogere luchtsnelheid met als
resultaat een beter
afzuigrendement.
Bij gebruik van de wasemkap dient
er in de ruimte altijd een lucht-
toevoeropening aanwezig te zijn,
waardoor verse lucht kan
toestromen.
Hoe groot de keuken of de ruimte
met open keuken ook is, er kan
slechts zoveel lucht uit de ruimte
worden afgezogen als dat er wordt
toegevoerd.
Een te kleine of geen
luchttoevoeropening zal de
afzuigcapaciteit van de wasemkap
en daardoor ook het rendement
sterk verminderen. Tevens zal het
geluid hierdoor toenemen.
Door te weinig luchttoevoer kan
terugslag ontstaan in andere
aanwezige afvoerkanalen, zoals
bijvoorbeeld via het rook-
afvoerkanaal van de openhaard of
andere verbrandingstoestellen.
Het aanvoeren van verse lucht kan
geschieden door een raam of
binnendeur enigszins te openen of
door een toevoerrooster aan te
brengen.
8. Luchttoevoer